dit is het dossier:

Michel Onfray

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Atheologie ~ Michel Onfray

Ik moest dit soort boeken maar niet meer lezen.

Niet dat de Franse filosoof Michel Onfray geen helder boek heeft geschreven. Of dat er niets uit te leren zou zijn.

Maar ik weet het nu wel. Niet in detail natuurlijk. Onfray weet me absoluut nog wat aardige feitjes bij te brengen over die drie grote monotheïstische godsdiensten.

Alleen is de kennis nu wel bij mij aanwezig hoezeer religies zichzelf tegenspreken, en logisch inconsequent zijn. Of hoe wreed ze uitpakken. En dit maakt de schrijvers die alleen op hoge toon de fouten in godsdiensten aanwijzen uiteindelijk nogal vervelend, hoe zeer ze ook gelijk mogen hebben.

Bijna net zo vervelend als de gristen is die blij stelt zich uitverkoren te weten, met diens raar antropocentrische wereldbeeld.

Wat ik zoek, is een boek over geloven dat me meer biedt. Waarin psychologisch inzicht nu eens wordt afgewisseld met sociologisch begrip, en kennis van culturen. Religies functioneren nooit in een vacuüm. Bovendien, als ik de geschiedenis bekijk, zie ik hoe de drie grote monotheïstische religies al een kleine twee millennia door machthebbers worden ingezet als controlemechanisme. En dan heb ik het nog niet eens over dat ook gelovigen atheïstisch worden als het om de religie van een ander gaat.

Tegelijkertijd blijken mensen er nogal van te houden om geestelijk geknecht te worden. Daar kan ook ik laatdunkend over doen, maar dat verklaart me niets. Waar komt die grote drang tot onderwerping vandaan?

Is religie altijd nauw verbonden aan groepsdwang?

Zouden mensapen ook goden kunnen verzinnen?

Ik herinner me eigenlijk alleen bij Norbert Elias iets gelezen te hebben over wat maakt dat groepen mensen priesters in hun midden accepteren; ook al zijn die professionele godsdienstbelijders verder niet productief naast dat.

Alleen vrees ik, gezien het geringe tal van atheïstische boeken in Onfray’s literuurlijst, dat het voorlopig ook wel bij Elias’ verrassende kijk op dit onderwerp zal blijven.

Michel Onfray, Atheologie
De hoofdzonden van jodendom,
Christendom en islam

269 pagina’s
Uitgeverij Mets & Schilt © 2005
Vertaling van Traité d’athéologie-
Physique de la metaphysique
© 2005


Twee zielen ~ Ger Groot

De meeste filosofen zie ik als goochelaars. Hun trucs zijn vaak vermakelijk, maar het blijft natuurlijk oplichterij. Met dit verschil dat ik niet aanneem dat de gemiddelde goochelaar denkt dat hij echt magische krachten heeft. Ook is hun publiek wat minder goedgelovig. Er valt bovendien weinig eer te behalen door uit te leggen wat een goochelaar eigenlijk bedoelde.

Neemt niet weg dat ik altijd graag filosofen heb gelezen. Sommigen zeggen wel eens een waar woord. Ook zijn er die nuttige methoden hebben ontwikkeld om de wereld te bekijken, en soms zijn hun filters heel bruikbaar. Daardoor vallen me ineens heel andere accenten op, bijvoorbeeld.

Maar ik ben meer van de harde wetenschap, omdat de beperkingen daarvan zo veel duidelijker zijn. Ik ben te sceptisch voor de taalspelletjes van vele filosofen, om maar éen aspect te noemen dat me hogelijk kan irriteren.

Goed, soms kan het heel nuttig zijn om na te denken waarom iemand het verkeerd heeft, of te stellig is. En in die zin reikt deze bundel interviews van Ger Groot genoeg materiaal aan. De opvattingen van de ondervraagde filosofen verschillen soms nogal van elkaar, en spreken elkaar onderling tegen.

Zoals altijd met bundels was een vraag over de onderdelen elkaar versterken, of niet. En met dit boek heb ik wat moeite om daar een antwoord op te geven. De interviews zijn niet alleen met verschillende denkers, ze zijn ook voor publicaties van een heel diverse aard geschreven. Sommige zijn duidelijk krantenartikelen, voor een breed publiek, en kunnen prima dienen als inleiding in iemands werk. Andere, zoals het gesprek met Rorty, vragen wel degelijk enige achtergrondkennis van de filosofie.

Het meest interessant aan dit boek waren voor mij de gesprekken over politiek. Maar blij was ik bijvoorbeeld ook met het gesprek dat Groot voerde met Michel Onfray, die ik al eens las zonder iets van hem te weten. Diens boek tegen de theologie zette me niet aan om me in zijn oeuvre te verdiepen. Dat kwam door het onderwerp. Onfray blijkt anders vooral te schrijven over wat het leven echt de moeite waard maakt.

Ger Groot, Twee zielen
Gesprekken met hedendaagse filosofen

317 pagina’s
Uitgeverij SUN, 1998

Vulkanisch verlangen ~ Michel Onfray

Toen ik het boek Atheologie las, en boeklogde, was dat zonder maar een tel iets over de auteur te weten. Of me daar in te verdiepen. Boeklog is van alles, en zeker ook een dagelijks verslag van mijn luiheid.

Daarop las ik het interview met Onfray in Twee zielen, en groeide er toch belangstelling voor deze Franse filosoof, met diens interesse voor het leven.

Dus werd het tijd voor Vulkanisch verlangen; mede omdat dit volgens Onfray een hedonistisch dagboek is. Al blijkt dit boek dan wel een eerste deel te zijn, uit een reeks waarin nu al vier volle delen verschenen. Uitgeverij de Arbeiderspers maalt nu eenmaal niet zo om compleetheid in de reeks privé-domein. Alleen deel éen werd tot nu toe vertaald.

Toch is op basis van dit boek redelijk te voorspellen wat er in de overige drie zal staan. Onfray wilde een archipel van een boek maken, over alle zaken die het leven de moeite waard maken — en waarin de delen niet noodzakelijk logisch op elkaar volgen, maar tegelijk wel in samenhang staan tot elkaar; al was het maar door de persoonlijkheid van de auteur.

Archipelboeken, zoals Montaigne’s Essays, of Schopenhauer’s Parergo und Paralipomena, waarvoor soms een sprong nodig is om het volgende hoofdstuk te begrijpen, horen dan ook tot Onfray’s favoriete lectuur.

Dus gaat dit dagboek over alles, en over niets. Al vallen er wel degelijk constanten op in alle stukken. Hij grijpt nogal eens terug op Nietzsche, naast Schopenhauer. Zonder beide overigens kritiekloos te bewonderen.

En Onfray ergert zich nogal eens aan een gebrek aan leven, in de cultuur die hij ziet — wat misschien verklaart waarom hij van de weeromstuit vaak zo veel woorden nodig heeft, om iets mee te delen:

De hedendaagse roman is op sterven na dood sinds hij niets meer van Rabelais wil weten. Is hij experimenteel, dan negeert, veronachtzaamt of minacht hij het vlees, het lichaam, de extase, het grillige en denkbeeldige en wordt schraal, banaal, plat, vervelend, mager, theoretisch en kletserig. Is hij traditioneel, dan haalt hij zijn neus op voor datgene wat het genre groots maakt: het vermogen een wereld te laten verrijzen die verder reikt dan onze wereld, een sublieme werkelijkheid om ons te troosten voor de middelmatige werkelijkheid waarmee we het moeten doen. [78]

Dit boek eindigt, misschien wel om deze constante ergernis over die afkeer van leven, met een hoofdstuk over ‘lichaamshaat’ bij alles en iedereen. Tegelijk wekt dit essay niet de indruk daar het definitieve woord over te zeggen. Want, de wetenschap dat er nog drie delen aan hedonistisch dagboek bestaan, naast dit eerste, leverde me toch weleens het gevoel op voorlopige verkenningen te hebben gelezen.

Beseffen dat een schrijver nog veel meer vergelijkbaars heeft gedaan, zonder daar als lezer bij te kunnen, is niet altijd nuttige kennis.

Michel Onfray, Vulkanisch verlangen
Hedonistisch dagboek

477 pagina’s
De Arbeiderspers, 2001
Privé-domein nr. 244
vertaling door Martin de Haan van Le désir d’être un volcan. Journal hédoniste