dit is het dossier:

Annie M.G. Schmidt

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Anna ~ Annejet van der Zijl

Er klonk een luid protest onlangs toen het even leek alsof de Hema de verkoop zou stoppen van alle Jip-en-Janneke spullen. Alom gedeeld jeugdsentiment kleurde de sociale media met woede tegen een bedrijfseconomisch besluit. Waardoor ik me afvroeg hoeveel Annie M.G. Schmidt (1911 — 1995) er eigenlijk geweest was in mijn leven.

Daarop was het antwoord: niet zo veel. En zeker niets blijvends. Pluk van de Petteflet hoogstens. Die wel nog — alleen waarschijnlijk het meest om de illustraties van Fiep Westendorp. En een deeltje of wat van Jip & Janneke zal er ook grif rondgeslingerd hebben vroeger thuis. Er was een ook bundel met versjes, waarvan het kaft half miste.

Toch. Noem de titels van haar kinderboeken, en ik zal de meeste gelezen hebben indertijd. Uit de bibliotheek. Alleen geldt dat ook voor minstens éen van haar collega’s. Astrid Lindgren. Die niet eens uit Nederland kwam.

Van haar werk voor volwassenen, zoals de musicals, was ik te jong toen die werden opgevoerd. Enkel met de bekendste liedjes daaruit, of uit de TV-series die ze schreef, ben ik middels culturele osmose vertrouwd geraakt.

Ook heb ik een soort autobiografie van Schmidt in de kast staan. Wat ik nog weet. Een boek vol losse stukken over haar jeugd dat ik waarschijnlijk nooit heb gelezen; wat daarom toch eens gebeuren moest. Diende er toch ook tegelijk een biografie bij bekeken te worden, om een idee te krijgen wat er waar was van Annie M.G. Schmidt’s eigen verhalen.

En Annejet van der Zijl vertrouwde ik daarbij wel, Die kan een verhaal vertellen — zelfs als dat over zoiets langdradigs gaat als het leven van een schrijver; van wie het belangrijkste immers onbereikbaar voor anderen heeft plaatsgevonden; in het hoofd. Pakte ze daarbij in Anna ook nog prettig een deeltje aan Nederlandse mentaliteitsgeschiedenis mee.

Want de waardering voor Jip en Janneke veranderde nogal eens, door de tijd, bijvoorbeeld. Tot de boekjes eindelijk onaantastbaar tot de canon van de kindertijd in Nederland waren gaan horen. Waarop de vraag inmiddels dus is geworden hoe lang dit nog duurt.

Scharnierde de waardering voor Annie M.G. Schmidt ook nogal eens. Tot ze, aan het eind van haar leven, onaantastbaar de reserve-koningin van Nederland was geworden. Zelfs geaccepteerd toen door Amsterdamse intellectuelen.

Het boek Anna kreeg voor een biografie dan weer het opvallende vervolg dat het levensverhaal daaruit een TV-serie werd, verfilmd met acteurs.

Op deze uitgave valt dan ook heel weinig aan te merken. Die leest. Of hoogstens blijkt de verontschuldiging van Annejet van der Zijl vooraf nogal door te wegen dat ze vooral over het leven zal schrijven van haar hoofdpersoon. Niet over haar werk. Want ik kende dat werk voor volwassenen van Annie M.G. Schmidt dus niet zo goed. En het enige wat daarvan wel behoorlijk overkomt in het boek zijn de wat mislukte delen — zoals haar pogingen, voor de oorlog zelfs al, om als serieus dichter door te breken; daarbij te veel leunend op wat er toen gangbaar was.

Aardigste aspect aan de biografie bleef de recalcitrantie van de hoofdpersoon. Bijvoorbeeld in haar argwaan tegenover groepsdenken. Waardoor zij, die in veel opzichten zo haar eigen vrijheden had bevochten, prettig vilein kon spotten met de opvattingen van het al te starre feminisme.

Het minst aan het boek interesseerden me de geheimen die Annejet van der Zijl schijnt te hebben blootgelegd — zoals de vraag of Schmidt’s dood niet eerder een vorm van zelfmoord was — waarover indertijd bij de presentatie van het boek nogal wat reuring kwam in de media. Misschien omdat ik er vanuit ga dat iedereen geheimen heeft, terwijl het slechts heel weinigen gegeven is om boeken te schrijven die telkens bij een heel nieuw publiek aanslaan.

[ wordt vervolgd ]

Annejet van der Zijl, Anna
Het leven van Annie M.G. Schmidt

478 pagina’s
Nijgh & van Ditmar, 2002

Pluk van de Petteflet ~ Annie M.G. Schmidt

Geen gevaarlijker boeken om naar terug te keren dan de favorieten uit een jeugd. Want kinderen lezen alles nog, als er maar een beetje spanning in zit. Een goede smaak ontwikkelt zich later pas; zelfs al lukt het maar heel weinig mensen om ooit tot een geheel eigen smaak te komen gebaseerd op redelijke criteria.

Maar Pluk van de Petteflet viel me behoorlijk mee. Annie M.G. Schmidt kende wel een truc of wat om een verhaal voort te stuwen. Het boek heeft zeker in de eerste helft behoorlijk vaart. Na een paar bladzijden zijn de belangrijkste personages bekend, en hun hebbelijkheden al tot in detail getekend.

Hoogstens valt een volwassene zaken op waar een kind gedachteloos aan voorbij gaat.

Iemand beschreef me Pluk ooit als een Jezus-die-terug-op-aarde-komt-verhaal. En dat aspect kleeft zeker aan het boek. De jongen krijgt geen enkele geschiedenis mee. Hij is er gewoon opeens. In zijn kraanwagentje. Bijna elk personage dat nog niet geheel verstard is in zijn volwassenheid mag hem meteen. En Pluk is hier om de dieren te gaan helpen.

Ook valt een oudere lezer op dat Annie M.G. Schmidt iets van de tijdgeest rond 1970 in het boek heeft gebracht. Pluk’s protest tegen het kappen van de bomen in het park illustreert ook dat er een omslagpunt is geweest in het denken over ruimtelijke ordening. Met het besef dat niet alles zo maar aan de autoriteiten kan worden overgelaten.

Zijn er nog andere tijdgebonden elementen die eens worden beproefd, zoals de ideeën bij protestgroepen in de jaren zestig om het drinkwater te verbeteren met LSD.

Alleen gaat het daar niet om. Uiteindelijk telt bij een boek als dit slechts dat het spanning brengt, en morele dilemma’s, maar dat alles uiteindelijk toch nog goed afloopt.

Pluk van de Petteflet roept bij mij ook de vraag op waaraan een boek moest voldoen dat mij als volwassen lezer evenzeer zou plezieren als dit boek ooit is gelukt. En dan valt bijvoorbeeld meteen al op dat de boeken die even humoristisch en anarchistisch zijn als Annie M.G. Schmidt kon schrijven altijd de spanning ontberen die haar verhalen in Pluk wel hebben.

Annie M.G. Schmidt, Pluk van de Petteflet
met illustraties van Fiep Westendorp
168 pagina’s
Em. Querido’s Uitgeverij 1995, oorspronkelijk 1971

Wat ik nog weet ~ Annie M.G. Schmidt

Annie M.G. Schmidt schijnt niet in haar eerste leugentje gestikt te zijn. En daarom benaderde ik dit deze bundel met persoonlijke herinneringen misschien te voorzichtig. Want Annejet van der Zijl corrigeerde de verhalen van Schmidt over haar jeugd slechts éen maal ferm in Anna; de biografie.

schmidt_wat-ik-nog

Volgens haar is het onwaarschijnlijk dat Annie Schmidt die periode voor de oorlog in Duitsland slechts een onhandig hulpje in de huishouding was geweest. Want waarom zou een gezin op stand daartoe een onervaren wicht uit Nederland hebben laten komen? Gezelschapsdame misschien voor een tijdje, dat kan nog wel. Au pair.

Opvallend genoeg zegt Van der Zijl vervolgens niets over Schmidt’s laconieke oordeel van het opkomende Nazisme – dat ze daar zoveel onzinnigs aan vond dat die heilsleer eerder belachelijk leek dan gevaarlijk. Voor Renate Rubinstein bijvoorbeeld was dit inzicht later nog hét bewijs van de immense waarde dat een goed ontwikkeld gevoel voor humor heeft.

Mijn exemplaar van Wat ik nog weet was een krijgertje bij aankoop van een andere pocket van de uitgeverij. Daarom stond deze uitgave twintig jaar ongelezen in de kast. En daarmee heb ik mijzelf al die tijd een heel aardig boek ontzegd.

Wat ik nog weet gaat vooral over de kindertijd van Annie M.G. Schmidt, van toen ze de dochter was van de dominee in een klein Zeeuws dorp. Alwaar ze ook buitenstaanders waren omdat ze het lokale dialect niet praatten. En verder omdat ze veeleer binnen bleven, om boeken te lezen, dan dat ze buiten kwamen.

Omdat dit boek daarmee ook portretten biedt van haar ouders staan er aan het eind nog verhalen in van hoe deze dood gingen. Als Annie M.G. Schmidt allang uit Zeeland weg is.

Toch is het vreemd dat ik zo van dit boek genieten kon. Want nader beschouwd had Schmidt ook thuis helemaal niet zo’n leuke jeugd. Haar moeder was nogal dominant, en haar vader werd bij haar weggehouden zo leek het wel. Tekenend daarvoor is het verhaal dat ze schrijft over een grote schoonmaak thuis, waar moeder dan niemand bij wil hebben, waarop ze stiekem met vader de trein neemt naar de grote stad.

Dat lijkt een gebeurtenis van niets. Maar juist om de eenmaligheid en het licht clandestiene karakter van deze dag leverde die toch een memorabel verhaal op.

Hielp de humor van de schrijver niet weinig mee, vanzelfsprekend.

Het enige dat voor mij mistte aan deze uitgave was een volledige verantwoording achterin over de herkomst van de delen uit het boek. Want sommige daarvan zijn columns die dateren uit het begin van de jaren vijftig — en deze werden toen door haar uitgever bewust niet gebundeld, in de hoop dat er nog eens een autobiografisch boekje uit samen te stellen zou zijn. Andere teksten dateren vermoedelijk van vele decennia later.

Annie M.G. Schmidt, Wat ik nog weet
157 pagina’s
Single Pockets 1996, oorspronkelijk 1992