Anna ~ Annejet van der Zijl

► door: A.IJ. van den Berg

Er klonk een luid protest onlangs toen het even leek alsof de Hema de verkoop zou stoppen van alle Jip-en-Janneke spullen. Alom gedeeld jeugdsentiment kleurde de sociale media met woede tegen een bedrijfseconomisch besluit. Waardoor ik me afvroeg hoeveel Annie M.G. Schmidt (1911 — 1995) er eigenlijk geweest was in mijn leven.

Daarop was het antwoord: niet zo veel. En zeker niets blijvends. Pluk van de Petteflet hoogstens. Die wel nog — alleen waarschijnlijk het meest om de illustraties van Fiep Westendorp. En een deeltje of wat van Jip & Janneke zal er ook grif rondgeslingerd hebben vroeger thuis. Er was een ook bundel met versjes, waarvan het kaft half miste.

Toch. Noem de titels van haar kinderboeken, en ik zal de meeste gelezen hebben indertijd. Uit de bibliotheek. Alleen geldt dat ook voor minstens éen van haar collega’s. Astrid Lindgren. Die niet eens uit Nederland kwam.

Van haar werk voor volwassenen, zoals de musicals, was ik te jong toen die werden opgevoerd. Enkel met de bekendste liedjes daaruit, of uit de TV-series die ze schreef, ben ik middels culturele osmose vertrouwd geraakt.

Ook heb ik een soort autobiografie van Schmidt in de kast staan. Wat ik nog weet. Een boek vol losse stukken over haar jeugd dat ik waarschijnlijk nooit heb gelezen; wat daarom toch eens gebeuren moest. Diende er toch ook tegelijk een biografie bij bekeken te worden, om een idee te krijgen wat er waar was van Annie M.G. Schmidt’s eigen verhalen.

En Annejet van der Zijl vertrouwde ik daarbij wel, Die kan een verhaal vertellen — zelfs als dat over zoiets langdradigs gaat als het leven van een schrijver; van wie het belangrijkste immers onbereikbaar voor anderen heeft plaatsgevonden; in het hoofd. Pakte ze daarbij in Anna ook nog prettig een deeltje aan Nederlandse mentaliteitsgeschiedenis mee.

Want de waardering voor Jip en Janneke veranderde nogal eens, door de tijd, bijvoorbeeld. Tot de boekjes eindelijk onaantastbaar tot de canon van de kindertijd in Nederland waren gaan horen. Waarop de vraag inmiddels dus is geworden hoe lang dit nog duurt.

Scharnierde de waardering voor Annie M.G. Schmidt ook nogal eens. Tot ze, aan het eind van haar leven, onaantastbaar de reserve-koningin van Nederland was geworden. Zelfs geaccepteerd toen door Amsterdamse intellectuelen.

Het boek Anna kreeg voor een biografie dan weer het opvallende vervolg dat het levensverhaal daaruit een TV-serie werd, verfilmd met acteurs.

Op deze uitgave valt dan ook heel weinig aan te merken. Die leest. Of hoogstens blijkt de verontschuldiging van Annejet van der Zijl vooraf nogal door te wegen dat ze vooral over het leven zal schrijven van haar hoofdpersoon. Niet over haar werk. Want ik kende dat werk voor volwassenen van Annie M.G. Schmidt dus niet zo goed. En het enige wat daarvan wel behoorlijk overkomt in het boek zijn de wat mislukte delen — zoals haar pogingen, voor de oorlog zelfs al, om als serieus dichter door te breken; daarbij te veel leunend op wat er toen gangbaar was.

Aardigste aspect aan de biografie bleef de recalcitrantie van de hoofdpersoon. Bijvoorbeeld in haar argwaan tegenover groepsdenken. Waardoor zij, die in veel opzichten zo haar eigen vrijheden had bevochten, prettig vilein kon spotten met de opvattingen van het al te starre feminisme.

Het minst aan het boek interesseerden me de geheimen die Annejet van der Zijl schijnt te hebben blootgelegd — zoals de vraag of Schmidt’s dood niet eerder een vorm van zelfmoord was — waarover indertijd bij de presentatie van het boek nogal wat reuring kwam in de media. Misschien omdat ik er vanuit ga dat iedereen geheimen heeft, terwijl het slechts heel weinigen gegeven is om boeken te schrijven die telkens bij een heel nieuw publiek aanslaan.

[ wordt vervolgd ]

Annejet van der Zijl, Anna
Het leven van Annie M.G. Schmidt

478 pagina’s
Nijgh & van Ditmar, 2002

[x]