dit is het dossier:

Joep Schrijvers

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Hoe word ik een rat? ~ Joep P.M. Schrijvers

Boeken die al een paar jaar uit zijn, en goed verkocht werden, hebben vaak een reputatie. En die reputatie komt niet altijd overeen met de inhoud van de oertekst, maar brengt wel verwachtingen met zich mee.

Aan Hoe word ik een rat? kleefden voor mij enkele verwachtingen. En toch had ik nauwelijks een idee wat dit boek te bieden had. Of hoogstens dat het — afgaande op de titel — de lezer inzichten bood om te kunnen overleven in grote organisaties. Wat dan maakte dat de inhoud goed te vergelijken zo zijn met die van het schandaalboek Bonjour paresse, van Corinne Maier. Zij het dat Schrijvers iets eerder was met zijn survivalgids.

En inderdaad behandelt Schrijvers vooral de strikt egoïstische zijde van het rattendom.

Maar organisaties, of bedrijven, in hun geheel, kunnen zich zo veel rattiger gedragen dan individuen. Simpel door monopoliemacht te verwerven, en die te misbruiken. Door hun kapitaalkracht te misbruiken door wetgevers te beïnvloeden. Of bijvoorbeeld door financiële producten zo ingewikkeld te maken dat niemand de risico’s daarvan meer begrijpt — om maar enkele problemen te noemen die deze eeuw spelen, of hebben gespeeld.

Ook de rattigheid om producten goedkoop in China te laten maken, waar blijkbaar geen milieuvoorschriften gelden, en het personeel met enige pech voortijdig sterft, valt buiten het bestek van het boek.

Van de weeromstuit vond ik Hoe word ik een rat? daarom een bijna onschuldig leerboek worden. En ik weet niet wat dit dan weer over mij zegt.

Nu ja, duidelijk is dat ik het werken in bureaucratische organisaties beschouw als het vrijwillig aanvaarden van een dwangbuis, in de ruil voor wat centen. Dat mensen zich daarin toch enige bewegingsruimte proberen te verwerven, wordt dan logisch. Dat mensen binnen zulke verstikkende omgevingen proberen uit het gewoel te komen, en iemand te zijn — met status, die zich weinig meer van anderen hoeft aan te trekken — hoort daar dan ook bij.

Dus lees ik een boek als dit als een antropologische verkenning van een mij vrijwel onbekende stam. Waarbij dan blijkt dat het geroddel bij de koffieautomaat van grote waarde kan zijn, om medestanders te vinden.

En dan is me ook duidelijk dat het hele land, zoals de schatkist voor zijn belastinginkomsten, steunt op mensen die bij de koffieautomaat roddelen. Alleen begrijp ik er dan nog steeds weinig van.

Joep P.M. Schrijvers, Hoe word ik een rat?
De kunst van het konkelen en samenzweren

163 pagina’s
Scriptum, 2002

Wilde vlees ~ Joep P.M. Schrijvers

Zitten er ideeën achter hoe onze emoties constant geprikkeld worden? Joep Schrijvers stelde zich de vraag, en keek daarbij bovendien welke rol technologie speelt bij dit al.

Ik heb daar ook weleens over nagedacht, en dat zou me dus bij uitstek geschikt maken om Het wilde vlees te bespreken. Toch valt me dat moeilijk.

Misschien omdat Schrijvers nergens iets schrijft waarvan ik verbaasd opkeek, getroffen omdat hij iets in tekst had weten te gieten waarvoor ik nooit de woorden had kunnen vinden.

Misschien omdat er over een redelijk abstract onderwerp als dit niet anders te schrijven is dan tastend, in plaats van ziend.

Zeker is dat ik Schrijvers vind overdrijven. Hij beziet alle ontwikkelingen als onderdelen van een nieuw totalitarisme. Als doelen waarvoor de middelen ondertussen de echte mensch vermorzelen.

En zeker. Voor wie deze elementen wil zien, zijn ze absoluut aanwezig in al dat wij samenleving noemen, of economie. Daarmee zij alleen niet gezegd dat al het andere daarmee te negeren is.

Crux van Schrijvers’ boek lijkt me deze alinea:

De mens kom steeds meer terecht in de systemen van de cybernetische controle. Hij raakt getomtomtiseerd. Overal vinden we meetinstrumenten en normen waarmee hij wordt doorgelicht. De Franse filosoof Foucault zong het lied van de Huxley’s, Lewins en Orwells gewoon mee. Controle en toezicht zijn de belangrijkste instrumenten om de bevolking productief te maken en in het gareel te houden. De monitoringsfilosofie en de bijbehorende meetmethoden, die gebruikt worden in de supply chains en de geïndustrialiseerde dienstverlening worden nagenoeg kritiekloos overgenomen in de wereld van de organisaties, de overheid en in het privé-leven. Alles moet aan criteria en normen vodoen. […] [161]

En daaraan hield ik toch te zeer het idee over: consultant, en schrijver van managementboeken, bekijkt welke uitwassen uit zijn oorspronkelijke beroep ook tot in andere sectoren zijn doorgekankerd.

Alleen waagt hij zich daarmee op het terrein van het cultuurpessimisme enerzijds, en anderzijds de sociologie. Daar hebben andere auteurs het al veel bruiner gebakken dan Schrijvers doet. Bovendien heeft hun werk toch ook andere inzichten opgeleverd op wat het precies is dat de mens allemaal in toom houdt. Elias’ civilisatietheorie kan zo’n mechanisme zijn.

Vergeleken daarmee bestrijkt Het wilde vlees een klein veld.

Het is enkele malen goed om de drogredeneringen te signaleren, achter politieke besluiten.

Alleen weet ik nu, kort na het boek te hebben gelezen, ook al niet goed meer wat het bracht. Dat is zelden een goed teken. Juist omdat het besprokene leeft bij mij.

Joep P.M. Schrijvers, Het wilde vlees
De tomtomisering van de passionele mens

208 pagina’s
Scriptum, 2006