dit is het dossier:

Theo Sontrop

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

‘Ik wantrouw iedereen boven de 1.67’ ~ Maarten Asscher (sam.)

De dichter en uitgever Theo Sontrop werd enkele jaren terug 75 jaar. Ter gelegenheid daarvan verscheen dit vriendenboek.

Het eerste verhaal hieruit bleek ik al te kennen. Dat is onverkort afgedrukt in Tegen het idealisme, en bestaat uit het verslag dat Martin van Amerongen schreef over de oneindig verre reis naar Vlieland, waar Sontrop onbegrijpelijk genoeg was gaan wonen na zijn pensionering. Paul Fentrop en Pierre Vinken reisden toen mee. Evenals Theo van Gogh.

Dat Amsterdammers het wonen op Vlieland als een verbanning zien, komt nog een paar keer terug als thema in dit gelegenheidsbundeltje. Net als Sontrop’s grote verdiensten voor het fonds van de Arbeidspers, zijn belezenheid, of zijn steun om anderen het uitgeversvak binnen te loodsen.

En daarmee werd dit inderdaad vooral een vriendenboek, met weinig stukken die onafhankelijk van de 75e verjaardag elders ook hadden kunnen zijn afgedrukt. Op dat ene reisverhaal na dus, dat ik al kende.

‘Ik wantrouw iedereen boven de 1.67’
94 pagina’s
Athenaeum boekhandel, 2006

Conversationalist ~ Onno Blom

Dertig jaar terug was het allemaal beter, in de uitgeverswereld. Al werd datzelfde argument dertig jaar terug ook al aangevoerd.

Oftewel, laat uitgevers terugkijken op hun arbeidzame jaren, en dan klinkt daar altijd de wrevel in door van dat het vak zo veranderde tijdens hun leven, en dat vrijwel geen van die veranderingen een verbetering was.

Toevallig is zo’n periode van dertig jaar ongeveer ook de tijd dat iemand nuttig werkzaam actief is.

Theo Sontrop [1931 — 2017] ging op zijn 63ste met voortijdig pensioen, leefde door tot afgelopen weekend, en was dus al 23 jaar geen uitgever meer. Wel bleef hij altijd lezen.

Sontrop leidde De Arbeiderspers tijdens de jaren dat deze uitgeverij precies de boeken uitbracht waar ik veel aan gehad heb. Als lezer. Niet eens door die reeks Privé-domein per se alleen — hoewel ik dankbaar moet zijn dat daarin zo veel tamelijk obscure buitenlanders werden opgenomen. De Arbeiderspers had ook een geweldige non-fictie reeks, onder de naam Synopsis. En ooit, toen ik nog tweedehands boekhandels afstruinde, was het zelden een waagstuk om nog weer een Synopsis-deeltje mee te nemen; ook zonder eerder van de schrijver te hebben gehoord.

Dus romantiseer ik het verleden nu ook even. Ongetwijfeld worden er op het moment even goede, of zelfs betere essays uitgegeven. Alleen ontbreekt mij daar dan het zicht op. Ik loop zelden nog een reguliere boekhandel binnen. En zelfs de boekenbijlagen in de kranten en tijdschriften interesseren me niet meer.

Er is al zo veel uitgegeven. En laat me dat toch vooral op mijn manier ontdekken.

Aan De conversationalist vielen me bovenal Sontrop’s laatste woorden op.

Weet je waar ik nu al boos over ben? Binnen afzienbare tijd ben ik er niet meer en dan zijn er allemaal dingen die ik niet gelezen heb. Niet aan toegekomen. Dat vind ik een afgrijselijke gedachte.

Want naar Theo Sontrop de lezer was ik vooral nieuwsgierig geworden, zonder daar nu heel veel van te krijgen in dit boek. De man had toevallig ook middelen van bestaan nodig, en vond die in de uitgeverij. En mede omdat schrijvers doorgaans niet de meest normale mensen zijn, kon Sontrop tal van anekdotes verzamelen over die boekenwereld.

Een klein deel van deze verhalen werd opgetekend door Onno Blom, die daarvoor vele malen naar Vlieland op audiëntie ging; het eiland ver weg van de Hoofdstad waar Sontrop zich in splendid isolation had teruggetrokken.

Maar wel met 13.000 boeken in huis.

Blom had het niet kunnen uitstaan dat Sontrop het uiteindelijk verdomde om zijn memoires te schrijven. Daarmee hoopte hij met die gesprekken nog iets vast te leggen over wat een actief deelnemer zoal was opgevallen aan het literaire leven in Nederland, tussen het einde van de jaren zestig en het begin van de jaren negentig.

En dus mocht Sontrop klagen hoeveel slechter alles was geworden.

Schetste Blom terloops ook nog een kleine levensloop van Theo Sontrop in het boek — waaruit in de in memoriams deze week gretig geput is, zo viel me op.

Voor De conversationalist in de handel kwam, was het al eens uitgebracht als een nieuwjaarsgeschenk, van de uitgever, voor relaties. En goed, dan is dit niet helemaal een niemendalletje, dat geschenkboekerige kleeft er toch wel wat aan. Sontrop’s dood heeft deze uitgave alleen plots tot een document gemaakt. Wat het niet is.

Onno Blom, De conversationalist
insulaire gesprekken met gentleman en ex-uitgever Theo Sontrop

72 pagina’s
De Arbeiderspers, 2015