Nonrequired Reading ~ Wislawa Szymborska

Het Nederlandse boek Onverplichte lectuur kwam hier in 2005 al eens langs. Diep bewonderd door mij, als een titel die ik eens in de zoveel tijd herlezen moet.

Waarom dan toch ook de Amerikaanse versie aangeschaft, die eveneens niet meer dan een vertaling is? Daar waren verschillende redenen voor. De kans dat ik ooit Pools leer om Szymborska in eigen woorden te kunnen lezen, lijkt me niet heel groot. En dan helpt elke omzetting naar een taal die ik wel begrijp om haar woorden toch te benaderen. Een andere reden was dat de Amerikaanse versie aanzienlijk dikker is dan de Nederlandse; er staan lekker vijftig procent meer besprekingen in. Onverplichte lectuur loopt ook maar tot 1996, terwijl in Nonrequired Reading nog recensies zijn opgenomen uit het jaar 2000.

Opvallend aan beide versies is verder dat het bloemlezingen zijn. Szymborska had in 2002 al drie bundels uitgebracht over onverplichte lectuur. En de Nederlandse vertaler koos toch niet altijd dezelfde als de vertaalster van dit boek deed.

Er viel me ook iets anders op. Hoewel het einde van het communisme als heilsleer nauwelijks als thema terugkeert in deze bundel, veranderden in de loopt van tijd wel de titels die Wislawa Szymborska las van aard.

In het begin — ze begon met besprekingen in 1968 — schreef ze vaak prettig laconiek over boeken die verder niemand ooit bepreken zou. Over Polen in statistieken. Of over klussen in huis. Maar zulke bijna slapstickachtige columns verdwijnen mettertijd.

In dit boek wordt duidelijk dat de vertaalster blij is dat Poolse uitgevers in de jaren negentig boeken uit het Engels zijn gaan vertalen. Daardoor kom ik ook ineens titels tegen die ik zelf gelezen heb. Dan ineens ook zijn de boeken die Szymborska bespreekt niet altijd die obscure werkjes meer, maar kunnen het heel goed bestsellers zijn geweest, ergens anders.

Maakt op zich niet uit. Wislawa Szymborska biedt ook dan ons nog altijd vooral haar rijke gedachten, en die gaan lang niet altijd over het boek. Alleen was die oneerbiedige joligheid uit haar begintijd nu net zo prettig.

Ik besef door het voortdurend herlezen van Szymborska wel dat ik toch een ideaal had van waar boeklog ooit op zou moeten gaan lijken. Ze biedt een uitmuntend voorbeeld van hoe gedachten over boeken op zichzelf ook weer literatuur kunnen worden.

Voorlopig is het enige dat haar stukken en mijn mijn boeklogjes gemeen hebben dat ze niet al te lang zijn.

Ach nu ja, gun me het optimisme dat spreekt uit het gebruik van woorden als ‘voorlopig’.

Wislawa Szymborska, Nonrequired Reading
Prose Pieces

235 pagina’s
Harcourt. Inc, 2002
Vertaald uit het Pools door Clare Cavanagh

Onverplichte lectuur ~ Wislawa Szymborska

Dit is een tijd waarin ik oude vertrouwde boeken moet lezen, om even weer te zien te wat kwaliteit is. En om gerustgesteld te worden dat er ook waarlijk goede schrijvers zijn.

onverplichte lectuur

Onverplichte lectuur is een boek met recensies over boeken die zelden worden gerecenseerd. Alleen vond de schrijfster het zelf eerder columns, ook al omdat soms ageert tegen de inhoud van een werk.

Zo weet ze ergens prachtig de te voor de hand liggende beschrijvingen uit een boek over huishouden te ontkrachten.

Tot slot moet ik vermelden dat ik dit op blanco papier heb geschreven, waarbij ik de woorden van de linker- naar de rechterkant toe samenstelde. De balpen, gekocht in een kiosk, hield ik in mijn rechterhand tussen mijn wijsvinger en duim. Mijn vrije linkerhand drukte ik zachtjes op het papier, zodat het niet over tafel gleed. Het daglicht, een van de zegeningen van de zonnestraling, drong naar binnen door een beglaasde opening in de wand, raam genaamd.

Beschouwingen variëren van een boek dat het behangen van de woning beschrijft, tot de statistische Pool, of de arme Dostojevski gezien door zijn vrouw. En steeds zijn de recensies beter dan het boek ooit kan wezen.

Het is de laconieke wijsheid van de dichteres die ik vooral bewonder. Hoe ze moeiteloos de clichés in andermans denken aanwijst, en daarmee ook in mijn denken ontmaskert.

Een prachtig boekje dit.

Wislawa Szymborska, Onverplichte lectuur
143 pagina’s
Uitgeverij Meulenhoff, 1998
Vertaling Gerard Rasch


Wisława Szymborska ~ Anna Bikont en Johanna Szczęsna

Tijdens de eerste maanden in het bestaan van mijn boeklog merkte ik iets op. Door me voortdurend over boeken uit te spreken op dit weblog, was ik ondertussen ook bezig een soort autobiografie te schrijven. En een weinig flatterende autobiografie was dat daar dan nog bij. Eentje die erg goed liet zien waar de vooroordelen bij me zitten, bijvoorbeeld.

Troost is dan hoogstens dat slechts weinigen zich geroepen zullen voelen om alle ruim 2800 boeklogjes te lezen om mij beter te leren kennen.

Opvallend genoeg blijkt voor de Poolse Nobelprijswinnaar Wisława Szymborska [1923 — 2012] iets soortgelijks te gelden. Een lezer leert haar het meest persoonlijk kennen door al haar boekbesprekingen lezen — waarvan selecties ook elders in vertaling zijn verschenen onder de titel Onverplichte lectuur. Want in die recensies, die vaak prettig oneerbiedig zijn, en opvallend vaak over boeken gaan die verder niemand anders ooit beoordeelt, spreekt Szymborska zich tenminste nog weleens onbekommerd uit.

Haar gedichten missen zo’n directe toegang meestal, mede vanwege de stilering; hoewel daar wel degelijk autobiografische teksten tussen staan.

En verder zat Wislawa Szymborska in het geheel niet op een biografie te wachten, en het gewroet in haar leven daarmee annex. Tegen haar biografen meldde ze ook het meeste te zijn vergeten, zoals de in haar leven belangrijke datums. Alleen kan dat heel goed een discrete manier zijn geweest om al te nieuwsgierige ogen op afstand te houden.

Wisława Szymborska van Anna Bikont en Johanna Szczęsna lijkt ook het meest op de aanzet tot een grote biografie; gerekend naar de regels van dit genre; en niet al het definitieve portret. De auteurs hebben bijvoorbeeld nog het meest ontleend te hebben aan vrienden van Szymborska; en de gesprekken die met hen werden gevoerd. Nogal wat basale informatie wordt niet gegeven.

Weliswaar bevat het boek in het begin ook de in het genre gebruikelijke hoofdstukken, over de ouders van de dichteres, die dan onder meer verduidelijken dat ze uit een gegoede familie kwam. Tegelijk leefde Szymborska het grootste deel van haar leven onder een Communistisch juk — waarbij die afkomst eerder tegen haar sprak dan voor; dus veel zegt zo’n jeugd dan niet; behalve misschien over de kwaliteit van haar scholing.

En het is bij zulke zaken ook dat ik het jammer vond enkel een vertaling te lezen van een Pools werk, en geen bewerking. Aan Polen hoeft de recente Poolse geschiedenis, met al zijn gevoeligheden, niet uitgelegd te worden. Dus gebeurt dat ook nauwelijks in dit boek. Daardoor kom ik bijvoorbeeld wel te weten dat Wislawa Szymborska in 1966 haar lidmaatschap opzegde van de Partij, en blijft mij de betekenis van zo’n daad volstrekt onduidelijk — behalve dan dat ze daardoor een kantoorbaan verloor, maar dan toch thuis kon blijven werken, voor hetzelfde tijdschrift.

Tegelijk heeft het ook wel iets dat de auteurs van dit portret nooit echt nader tot de geportretteerde zijn gekomen. Het raadsel over haar schijnbaar zo toegankelijke poëzie blijft zo in stand.

Aardigst aan dit boek zijn misschien nog wel de vele opgenomen illustraties van Wisława Szymborska, zoals de licht surrealistische ansichtkaarten die ze zelf maakte, van oude tijdschriftillustraties; alvorens ze te versturen. Ook achter die kaarten zit dan een groter verhaal, waar de biografen nauwelijks op in gaan. Maar normale post werd zeker door de autoriteiten gelezen, en verdween daarmee ook wel. Ansichten met abstracte spreuken werden tenminste wel bij de geadresseerde bezorgd, en waren daarmee veel nuttiger als levensteken.

En de kaarten laten ook goed zien dat ze een eigen speelse vorm van humor had; en hoe moeilijk was het anders niet geweest om dat over te kunnen brengen. Dat Szymborska van limericks hield — een genre tot dan vrijwel onbekend onder Polen — en dat zij en haar vrienden vele limericks maakten, overleeft de vertaling immers vrijwel niet.

Anna Bikont en Johanna Szczęsna, Wisława Szymborska
Prullaria, dromen en vrienden
Biografie
333 pagina’s
De Geus
uit het Pools vertaald door Karol Lesman

Zo is het genoeg ~ Wisława Szymborska

Als een overleden schrijver een beetje naam heeft gehad, volgen er vlot na de dood vanzelf postume uitgaven. Kijk, zo zegt de samensteller of uitgever dan, hier was de auteur nog mee bezig.

Of: deze tekst lag al jaren in deze versie zo klaar, alleen was de maker er nog altijd niet helemaal tevreden over.

Voorheen, wat niet eens zo lang geleden is, want zelfs op boeklog klaagde ik met regelmaat over dit verschijnsel, vond ik de uitgave van zulk werk viezige oplichterij. Een schrijver is dood, en prompt beslisten anderen wel even of er nog schetsjes zijn met genoeg kwaliteit om nog een boek van te maken.

En dan ben ik tegenwoordig niet zo zeer milder, als wel realistischer. Boekhandel draait nu eenmaal allereerst om die handel. En als er een prutsboekje wordt uitgebracht van een bekend schrijver komt alles wat afhankelijk is van die handel nog weer even in beweging. Zo’n naam zingt dan weer een tel of wat rond, in de couranten — waardoor er ook belangstelling kan ontstaan voor het werk dat wel bij leven is uitgebracht; en waarvan de kwaliteit buiten kijf staat.

Zo is het genoeg
is een laatste bundel met gedichten van Wisława Szymborska [1923 — 2012]. Wier werk ik al heel lang ken, van ruim voor de Nobelprijs zelfs, en goed vind om het prettige parlando; dat toch zo vaak weet te ontregelen. Waardoor mijn oordeel wel vast ligt ook.

Szymborska zocht het altijd in lichtheid, en absurdisme soms. Daardoor valt niet op dat het grootste gedeelte van haar oeuvre geschreven werd terwijl ze onder een Communistische dictatuur leefde. Maar daardoor valt juist haar eeuwige verwondering op. Over het kleine. En over het vreemde.

Veertien gedichten in vertaling telt deze bundel, plus nog wat aanzetten en facsimile’s.

Als de bedoeling was dat ik door dit boek nog eens in de eerdere bundels ga kijken, dan is de uitgever dat gelukt. Veertien gedichten blijft niet veel. Om niet te zeggen, is weinig. Vandaar dat er een DVD bij zal zijn gestopt met documentaires die de VPRO al eens uitzond.

scheiding

Aan mijn eigen gedicht

In het beste geval
word je, gedicht van me, aandachtig gelezen
becommentarieerd en onthouden.

Tref je het minder,
dan alleen gelezen.

De derde mogelijkheid is dat
je weliswaar wordt geschreven
maar even later in de prullenmand gegooid.

Je hebt nog een vierde uitweg tot je beschikking:
je verdwijnt ongeschreven,
tevreden mompelend in jezelf.

scheiding

Slotopmerking is wel dat waar ik gedichten die over gedichten gaan doorgaans wat te koket vind, en daarmee suspect acht — net als romans met een schrijver als hoofdpersoon — Szymborska hierboven in haar woorden toch net de juiste maat wist te vinden.

Zoals dat haar eigenlijk altijd opvallend goed lukte.

Wisława Szymborska, Zo is het genoeg
De laatste gedichten

61 pagina’s
De Geus, 2013
vertaling uit het Pools door Karol Lesman van: Wystarczy