Wisława Szymborska ~ Anna Bikont en Johanna Szczęsna

► door: A.IJ. van den Berg

Tijdens de eerste maanden in het bestaan van mijn boeklog merkte ik iets op. Door me voortdurend over boeken uit te spreken op dit weblog, was ik ondertussen ook bezig een soort autobiografie te schrijven. En een weinig flatterende autobiografie was dat daar dan nog bij. Eentje die erg goed liet zien waar de vooroordelen bij me zitten, bijvoorbeeld.

Troost is dan hoogstens dat slechts weinigen zich geroepen zullen voelen om alle ruim 2800 boeklogjes te lezen om mij beter te leren kennen.

Opvallend genoeg blijkt voor de Poolse Nobelprijswinnaar Wisława Szymborska [1923 — 2012] iets soortgelijks te gelden. Een lezer leert haar het meest persoonlijk kennen door al haar boekbesprekingen lezen — waarvan selecties ook elders in vertaling zijn verschenen onder de titel Onverplichte lectuur. Want in die recensies, die vaak prettig oneerbiedig zijn, en opvallend vaak over boeken gaan die verder niemand anders ooit beoordeelt, spreekt Szymborska zich tenminste nog weleens onbekommerd uit.

Haar gedichten missen zo’n directe toegang meestal, mede vanwege de stilering; hoewel daar wel degelijk autobiografische teksten tussen staan.

En verder zat Wislawa Szymborska in het geheel niet op een biografie te wachten, en het gewroet in haar leven daarmee annex. Tegen haar biografen meldde ze ook het meeste te zijn vergeten, zoals de in haar leven belangrijke datums. Alleen kan dat heel goed een discrete manier zijn geweest om al te nieuwsgierige ogen op afstand te houden.

Wisława Szymborska van Anna Bikont en Johanna Szczęsna lijkt ook het meest op de aanzet tot een grote biografie; gerekend naar de regels van dit genre; en niet al het definitieve portret. De auteurs hebben bijvoorbeeld nog het meest ontleend te hebben aan vrienden van Szymborska; en de gesprekken die met hen werden gevoerd. Nogal wat basale informatie wordt niet gegeven.

Weliswaar bevat het boek in het begin ook de in het genre gebruikelijke hoofdstukken, over de ouders van de dichteres, die dan onder meer verduidelijken dat ze uit een gegoede familie kwam. Tegelijk leefde Szymborska het grootste deel van haar leven onder een Communistisch juk — waarbij die afkomst eerder tegen haar sprak dan voor; dus veel zegt zo’n jeugd dan niet; behalve misschien over de kwaliteit van haar scholing.

En het is bij zulke zaken ook dat ik het jammer vond enkel een vertaling te lezen van een Pools werk, en geen bewerking. Aan Polen hoeft de recente Poolse geschiedenis, met al zijn gevoeligheden, niet uitgelegd te worden. Dus gebeurt dat ook nauwelijks in dit boek. Daardoor kom ik bijvoorbeeld wel te weten dat Wislawa Szymborska in 1966 haar lidmaatschap opzegde van de Partij, en blijft mij de betekenis van zo’n daad volstrekt onduidelijk — behalve dan dat ze daardoor een kantoorbaan verloor, maar dan toch thuis kon blijven werken, voor hetzelfde tijdschrift.

Tegelijk heeft het ook wel iets dat de auteurs van dit portret nooit echt nader tot de geportretteerde zijn gekomen. Het raadsel over haar schijnbaar zo toegankelijke poëzie blijft zo in stand.

Aardigst aan dit boek zijn misschien nog wel de vele opgenomen illustraties van Wisława Szymborska, zoals de licht surrealistische ansichtkaarten die ze zelf maakte, van oude tijdschriftillustraties; alvorens ze te versturen. Ook achter die kaarten zit dan een groter verhaal, waar de biografen nauwelijks op in gaan. Maar normale post werd zeker door de autoriteiten gelezen, en verdween daarmee ook wel. Ansichten met abstracte spreuken werden tenminste wel bij de geadresseerde bezorgd, en waren daarmee veel nuttiger als levensteken.

En de kaarten laten ook goed zien dat ze een eigen speelse vorm van humor had; en hoe moeilijk was het anders niet geweest om dat over te kunnen brengen. Dat Szymborska van limericks hield — een genre tot dan vrijwel onbekend onder Polen — en dat zij en haar vrienden vele limericks maakten, overleeft de vertaling immers vrijwel niet.

Anna Bikont en Johanna Szczęsna, Wisława Szymborska
Prullaria, dromen en vrienden
Biografie
333 pagina’s
De Geus
uit het Pools vertaald door Karol Lesman

[x]opgenomen in het dossier: