Alexis de Tocqueville ~ Joseph Epstein

Lang na mijn studie geschiedenis ben ik nog altijd bezig me te bevrijden van de ideeën die me daar werden opgedwongen. Zo was de theoretisch historicus F.R. Ankersmit indertijd ineens nogal lyrisch over de Franse edelman Alexis de Tocqueville [1805 – 1859].

Die had meer gezien dan de meesten. Wat dan kwam omdat hij uit de traditie stamde van een Ancien Régime. En door een reis in de VS kon Tocqueville op basis van eigen waarnemingen kon oordelen wat een zo jong en democratisch staatsbestel beter deed dan een aristocratisch bewind, of waarin het juist te kort schoot.

En enkel dat gedram steeds over Tocqueville tijdens hoorcolleges, maakte dat ik deze man vervolgens liever negeerde.

Terwijl hij, helaas, telkens weer opduikt in discussies over de problemen van waar onze democratie voor staat. Dus was er ook het knagende gevoel eigenlijk meer van hem te moeten weten.

Goed daarom dat Joseph Epstein ooit gevraagd is om het leven van Alexis de Tocqueville te beschrijven. Hem vertrouw ik als auteur. Hij kon misschien helpen om me normaal over Tocqueville te laten oordelen.

Maar die wens komt toch niet helemaal uit. Ik vrees toch nog een keer zelf die De la démocratie en Amérique te moeten lezen.

De boekenserie ‘Eminent lives’ is er namelijk goed in om een vlot leesbaar portret te geven van een wetenschapper, kunstenaar, of politicus. Heel erg goed zelfs; dit is op vrijwel alle fronten een uitstekend boek; behalve dan dat ik er iets in zocht dat er niet in te vinden was.

Levenslopen interesseren me niet altijd. Tocqueville wordt herinnerd om een tweedelig meesterwerk dat hij op zijn dertigste schreef. Dat hij naderhand een weinig opzienbarende carrière had als politicus, vanwege zijn hoge stem, en grote bedachtzaamheid, voegt aan dat meesterwerk van hem zo weinig toe.

Epstein geeft ook maar een pagina met wat critici hebben afgedaan aan De la démocratie en Amérique.

En dat is bijna net zo teleurstellend als om te moeten lezen dat het eerste deel van het boek meteen een succes was, bij publicatie. En dat het gezien werd als een uniek politiek meesterwerk, dat sindsdien ook niet meer is geëvenaard. Zo veel was me namelijk al bekend. Dus hoop je iets van dat mirakel uitgelegd te zien, en niet, net als indertijd bij Ankersmit, als een voldongen feit opgedrongen te krijgen.

Veel van de zo triomfantelijk gepresenteerde wijsheden van Tocqueville — zoals dat democratieën geen ruimte hebben voor uitblinkers — lijken me namelijk nogal gratuit.

Enfin. Zoals ik al eens eerder schreef; het is ook werkelijk alleen zuiver drinken aan de bron.

Joseph Epstein, Alexis de Tocqueville
Democracy’s Guide
Eminent Lives

208 pagina’s
HarperCollins, 2006

Democratie: Wezen en oorsprong ~ Alexis de Tocqueville

Wat ik te makkelijk vergeet, is dat mijn kennis over politiek leunt op de namen die verschijnselen hebben gekregen. Democratie is zo’n naam. Net als tirannie. Of representatie.

Zulke woorden hebben betekenissen die kunnen veranderen in de tijd, en soms komt dat enkel door het werk van éen denker. De Franse edelman Alexis de Tocqueville (1805 – 1859) was zo iemand die het denken over politiek opnieuw ijkte. Maar, dat zo veel van wat hij dacht voor ons gemeengoed is geworden, maakt het tegelijk ingewikkeld om zijn werk te beoordelen.

In Democratie: Wezen en oorspring is een bloemlezing opgenomen met de meest actueel gebleven stukken uit de twee boeken die Tocqueville wijdde aan de politieke filosofie. De la démocratie en Amérique verscheen in twee delen, en was het werk van een jonge man die op studiereis was geweest naar de Verenigde Staten. Daar had hij het gevangenissysteem bekeken, en waren hem daarnaast nogal wat meer zaken opgevallen.

In het latere boek L’Ancien Régime et la Révolution beschreef Tocqueville waarom de Franse revolutie wel moest gebeuren. Daarbij tegelijk afrekenend met wat zijn eigen adellijke familie was overkomen. Alleen is dat element in deze bloemlezing wat weggelaten.

Wat Tocqueville vooral in zijn beschrijvingen over democratie lukte, was om die bestuursvorm vrijwel onbevangen te bekijken. En dan was de manier waarop ze in Amerika alles organiseerden dan nieuw, tegelijk vielen daardoor de positieve punten zo veel duidelijker op. Omdat deze nog niet afgestompt waren onder de dikke laag stof der gewoonten. Net als de negatieve kanten in het oog sprongen. Of, waarin democratieën ook problematisch kunnen worden:

Boven al deze egocentrische individuen torent een enorm bevoogdend machtsapparaat als enige instantie die hun welzijn garandeert en hen van de wieg tot het graf begeleidt. Het is allesomvattend, voorzie en regelt alles tot in de details en wel met fluwelen handschoenen. Er zou een vergelijking te maken zijn met de verhouding ouders-kinderen, als het zijn doel zou de mensen tot mondigheid op te voeden. Het tegendeel is waar: het probeert de onderdanen hopeloos gefixeerd te houden in een staat van onmondigheid. Het stelt het op prijs, dat zij een aangenaam leven hebben, als hun gedachten en verlangens zich maar niet richten op iets anders dan hun welverzorgd bestaan. Het spant zich graag in voor hun welvaren, mits het zelf mag uitmaken waarin dat bestaat en het zelf de enige instantie blijft om dat welvaren tot stand te brengen. Het verschaft alle voorzieningen voor hun veiligheid, voldoet aan al hun behoeften, neemt de leiding van de belangrijkste zaken over, baant de weg voor de ontplooiing van hun energie, geeft regels voor erfopvolging en boedelscheiding, Het ontbreekt er nog maar aan, dat het de burger volledig de taak uit handen neemt zelf nog te denken en hem ontlast van de moeite adem te halen.

Zodoende wordt het inzetten van eigen oordeelskracht op den duur een nuttelozer en telkens zeldzamer voorkomende bezigheid. De reikwijdte van de individuele wilskracht raaks telkens minder ver; eenieder beschikt ten slotte ternauwernood over de eigen persoon. De onderlinge gelijkheid heeft de mensen hiertoe gedisponeerd. Zij worden erop ingesteld dit alles maar te verdragen; ja, dit zelfs te beschouwen als iets weldadigs. [190-191]

Tocqueville’s woorden hadden op mij het effect om nogal vaak wat hij beschreef te vergelijken met nu; in het Nederland anno 2011. En om dan te zien dat er toch wel wat mis is, met onze parlementaire democratie. Daarin speelt alleen al dat er te veel gevestigde belangen zijn onder de mensen die zeggen ons te vertegenwoordigen.

Bovendien is een partijkaart verplicht, voor wie een publiek ambt wil bezetten. Wat niet alleen rechtstreeks tegen de grondwet ingaat, maar ook een negatief selectieproces geeft; naast de partijkaart is het ook noodzakelijk geen vijanden te hebben in de eigen partij. Dus regeert vooral de meewaaiende middelmaat, die nooit op een eigen idee betrapt kan worden. Dus is zo’n stelsel betrekkelijk makkelijk te ontregelen door een populist — de kwaliteit om zo iemand te weerspreken ontbreekt; omdat daar nooit op geselecteerd is.

Hierdoor kan ik me ineens beter dan ooit voorstellen dat zijn boeken eenzelfde effect hadden op F.R. Ankersmit; waardoor deze ineens politiek actief werd; zich richtte op het hervormen van éen politieke partij; en mede een liberaal manifest opstelde met nieuwe grondslagen voor de VVD.

Dat avontuur mislukte. Misschien omdat Tocqueville niet alle problemen van de democratie al wist te benoemen.

wordt vervolgd

Alexis de Tocqueville, Democratie: Wezen en oorsprong
De belangrijkste gedeelten uit :
Over de Democratie in Amerika
Het Ancien Régime en de Revolutie
Samenstelling : prof.dr. J.M.M. de Valk
Inleiding: Andreas Kinneging
317 pagina’s
Agora|Pelckmans, z.j.

Herinneringen ~ Alexis de Tocqueville

In zijn Souvenirs blikte de Franse edelman Alexis de Tocqueville [1805 – 1859] achteraf terug op de roerige tijd rondom het revolutiejaar 1848. Toen hij in de landelijke politiek actief was. En toen er in korte tijd weer van alles veranderde.

Frankrijk kende vanaf het einde van de achttiende eeuw verschillende staatsvormen, die vlot op elkaar volgden. Van Ancien Régime werd het een Constitutionele monarchie, en in 1789 een Republiek. Vervolgens kwam Napoleon, die zich tot keizer uitriep. En op hem volgde een Restauratie, waardoor het koningshuis Bourbon weer op de troon kwam. In 1830 was er een tweede revolutie, waarna de koningskroon in handen kwam Lodewijk Filips van Bourbon-Orléans.

En deze was aan macht toen Tocqueville zich politiek ging weren.

In 1848 volgde de Februarirevolte, waarop Frankrijk weer een republiek werd. In juni dat jaar was daar nog weer een opstand tegen, en in december werd dan uiteindelijk Lodewijk Napoleon Bonaparte tot president verkozen. Maar deze zou, ruim drie jaar later, na een staatsgreep, dan weer keizer Napoleon III van Frankrijk worden. Tot 1872.

Tocqueville werd in 1849 even minister van Buitenlandse zaken, toen het land een republiek was.

Zijn Herinneringen werden naderhand geschreven — vrijwel meteen nadat hij zich vanwege die staatsgreep, en een korte gevangenisstraf, uit de actieve politiek had teruggetrokken.

En het boek bevat daarmee vele details over het politieke handwerk uit die tijd. Waarbij het voor mij telkens opletten bleef om de hoofdlijnen te kunnen zien. Dat Tocqueville voor een universeel stemrecht was, in een tijd waarin dat recht het volk juist was afgenomen, blijkt heel goed. Maar er waren veel meer van dat soort bijna principiële punten die minder duidelijk bleken.

Het lezen van dit boek vergde verder een behoorlijke investering, om grip te krijgen op welke partijen er toentertijd waren; en waar deze voor stonden.

Ook denk ik niet dat ik het boek had uitgekregen, zonder eerst die biografie te hebben gelezen, en die bloemlezing met zijn ideeën over politiek. Maar dan nog bleek deze uitgave vooral aanvullend te zijn op ideeën die ik net gevormd had.

Alexis de Tocqueville, Herinneringen
Vertaald en bezorgd door Ineke Mertens

320 pagina’s
Voltaire, 2010