dit is het dossier:

Christophe Vekeman

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Leven is werk ~ Christophe Vekeman

Nog altijd lees ik te weinig boeken. Dat wil zeggen, nog steeds is me duidelijk te weinig aandacht te schenken aan uitgaven die me van alles zouden kunnen brengen, en nu toch genegeerd worden. Omdat het misschien wat meer moeite kost om ze te vinden.

In 2017 heb ik tenminste nog eens geprobeerd om een tijd minstens zo veel werk van vrouwen te lezen als van mannen. Ondertussen blijft dat er weer bij; terwijl de ervaringen toch goed waren.

Evenzeer zou ik meer Vlamingen moeten lezen, of nog beter dus: Vlaamse schrijfsters. Mede door opmerkingen als die van Cyrille Offermans, dat daarginder op het moment de interessante boeken verschijnen.

Dus werd tamelijk willekeurig een bundel met stukken over literatuur uitgezocht van een Vlaams auteur. Leven is werk van Christophe Vekeman; die het meeste van dat werk publiceerde in dagblad De Morgen. In de hoop een boek te treffen waarin een Vlaams auteur heel wat werk van mij nog onbekende landslieden zou bespreken.

Lou loene.

Het kan zijn dat Vekeman een diepe buiging heeft gemaakt naar zijn uitgever, die in Amsterdam zetelt. Want dit boek lijkt bovenal over Nederlanders te gaan. En als dat dan nog relatief onbekende Nederlanders waren. Nee, juist Hermans en Reve werden weer eens hoog op het schild gehesen; veertig jaar nadat ze in hun werk al niets nieuws meer te melden hadden. Nescio komt langs. Jeroen Brouwers. En ook minder courante namen of uitgaven. Lodewijk Wiener. Jan Arends. Jules Deelder. Bart Chabot’s boeken over Herman Brood.

Ik had blijkbaar het Vlaamse equivalent van een Joost Zwagerman getroffen. Een popularisator, die er vooral in uitblinkt om in soepel geschreven krantenstukken nog eens na te vertellen wat iedereen die zich al voor het onderwerp interesseerde allang wist.

Zulke stukken moeten ook geschreven worden. Natuurlijk. Helemaal in de krant. Daar mag ik niet denigrerend over doen. Maar in dit toch redelijk omvangrijke boek ging slechts éen enkele tekst over een schrijver waar ik nog niet meteen een beeld bij had. Christophe Vekeman had daarin een interview met de Vlaamse romanschrijver Paul Mennes. Die zichzelf daarin een eenvoudig boerenmeisje noemt, omdat zijn manuscripten voor publicatie behoorlijk gekuist moeten worden volgens de regels van de grammatica.

Enfin, die Mennes intrigeert me nu wel. Mocht hij daarmee nu plots een geliefd schrijver worden, dan zou Leven is werk een onmisbare stap zijn in mijn ontwikkeling als lezer.

En goed, misschien heb ik bundels als deze, of die van Zwagerman over literatuur altijd verkeerd beoordeeld; zelfs al lijkt het daarin niet of de schrijvers zelf enig eigen idee hadden, van wege hun tergende neiging het enkel over de canon te hebben — die al door anderen is opgesteld.

Een sluitende definitie valt niet te geven van wat literatuur is. Want literatuur is enkel wat een hele nogal diffuse groep mensen vindt dat tot de bellettrie behoort. Zo’n bundel als Leven is werk moet daarmee misschien gezien worden als een piketpaal. Een uitgave waarmee iemand publiek kenbaar maakt: mensen, ook ik ga voortaan meedoen. Mijn opinie over boeken doet er toe. Want kijk toch eens wat ik allemaal goed vind, en waarom. Laat mij dan de tienduizendste die het over Gogol heeft, of Carson McCullers, of Willem Frederik Hermans. Als dat nodig lijkt om er bij te mogen horen.

Christophe Vekeman, Leven is werk
Essays, reportages, en interviews

332 pagina’s
De Arbeiderspers, 2009

Schrijvers op reis ~ Privé-domein gaat op vakantie

Een kleine honderd deeltje privé-domein zijn er inmiddels geboeklogd. En dat had een reden kunnen geven om eens een wat langere beschouwing aan deze serie egodocumenten te wijden. Alleen lukt me dat niet. Over een serie is weinig anders meer te melden dan dat niet elk deel dezelfde kwaliteit heeft.

Bovendien is de betekenis van de serie privé-domein al even verandert — wat misschien mede komt omdat de uitgever de reeks heeft laten versloffen. Het meest recente deel, Schrijvers op reis, waarin een reeks aan Nederlandse en Vlaamse auteurs die toevallig een band hebben met De Arbeiderspers een verhaal of fragment publiceren, is op geen enkele manier een hoogtepunt te noemen.

De ondertitel ‘Privé-domein gaat op vakantie’ lijkt me zelfs leugenachtig. In weinig verhalen speelt vakantie namelijk een rol. Een verblijf even elders, à la. Daarmee houdt het gauw op.

Vrijwel geen van de auteurs is trouwens ook onderweg — voor mij altijd het belangrijkste deel van een vakantie — bijna iedereen is al op zijn of haar bestemming; en gauw ietwat losgeslagen daar, doordat in den vreemde zo veel vertrouwds van thuis moest worden losgelaten.

Privé-domein diende me ooit om schrijvers te leren ontdekken. Opname in de reeks alleen al was een aanbeveling. Lang geleden.

Vandaar toch dat ik Schrijvers op reis probeerde. Wellicht dat uit deze verzameling een interessante nieuwe stem zou opklinken die me naar een tot nu toe genegeeerd oeuvre leiden kon. Maar zo’n ontdekking zat er niet bij.

En ja, dat zegt evenveel over mij als lezer, of meer wellicht, dan over de opgenomen auteurs.

Dus blijf ik de deeltjes privé-domein koesteren die me kennis lieten maken met iets, in de jaren tachtig, dat me toen de toegang ontsloot tot wat veel groters. Canetti’s Wat de mens betreft. Handke’s Last van de wereld.

Dus is er de wetenschap ook dat er deeltjes privé-domein bestaan die ik nooit zal lezen, omdat ik die uitgaven al in de oorspronkelijke taal bezit; en daardoor nooit als onderdeel van die Nederlandse reeks heb kunnen zien.

En dus staat de vervelende constatering nog altijd die al deze jaargangen boeklog me bracht: dat heel veel deeltjes privé-domein merkwaardig bescheten bloemlezinkjes zijn van veel grotere egodocumenten. Wat het ook heel moeilijk maakt om nieuwe uitgaven in de reeks werkelijk nog onbevangen in huis te halen.

Schrijvers op reis
Privé-domein gaat op vakantie

264 pagina’s
De Arbeiderspers, 2013
Privé-domein nr. 276