Iets beschuttere plek misschien ~ Cyrille Offermans

► door: A.IJ. van den Berg

Een journaal is geen dagboek, zo legt Cyrille Offermans [1945] uit in dit boek. Want het journaal biedt een openbaar verslag van dagelijkse gebeurtenissen. Zoals deze verzameling korte teksten, gerangschikt op maand.

Wellicht begint en eindigt Een iets beschuttere plek misschien daarom in de ellende van Syrië. En ook wijdde Offermans bijvoorbeeld tijdens zijn verslag over 2017 menig woord aan het presidentschap van Donald Trump. Alleen bood hij daarbij helaas geen enkele analyse waar ik nu bijzonder van op keek.

En waarom keek hij wel naar Syrië, en niet naar Yemen? Waarom wel Trump als toevallig fenomeen geobserveerd, en de al zo veel langer spelende erosie van de parlementaire democratie in zo veel landen als verschijnsel genegeerd?

Een boekenschrijver moet domweg iets meer doen met zijn waarnemingen dan ik zelf al kon opmerken bij het bekijken van het wereldnieuws. Anders is hij of zij me te gemakzuchtig geweest. Ook al omdat de nieuwsmedia te veel berichten zonder enige context brengen. Er is al een overaanbod aan oppervlakkigheden, daar heeft een boekenschrijver niet aan toe te voegen. Ofwel, de passages in dit boek die eeuwig naar 2017 zullen terugverwijzen zijn voor mij verreweg de minste. Bovendien deed deze instelling bij het behandelen van de actualiteit me twijfelen aan Offermans’ oordeelkracht als het gaat om onderwerpen waar ik geen enkel verstand van heb.

De schrijver is een kleine kwart eeuw ouder dan ik ben als lezer. In zijn persoonlijke groei waren tal van ontwikkelingen belangrijk die mij niet bijzonder interesseren. Zo is voor Offermans het experiment in de literatuur, of kunst in het algemeen, nogal van belang.

En hoewel ik zeker de noodzaak erken van dat geëxperimenteer na de oorlog, om zo te kunnen verkennen welke vrijheden die er eindelijk ontstonden, leverden die in de literatuur toch ook menige zeldzaam onleesbare tekst op. Dus helpt het niet als er van tevoren twijfel ontstaat aan de autoriteit van de schrijver in diens oordelen als hij een onderwerp behandelt waarover ik nog overtuigd moet worden.

Toch, Een iets beschuttere plek misschien is dik. Het boek bood ruim genoeg om mij wel tevreden te stellen als lezer. Hoogstens zat er misschien wat weinig lucht in het totaal. Daardoor zou een samenvattend oordeel toch luiden: eloquente cultuurkritieken van een man die inmiddels op leeftijd is, die daarbij eens de ruimte nam voor gemopper.

Er is eens een luchtige passage over de kleinkinderen. En Offermans gaat met enige regelmaat ter ontspanning uit fietsen in zijn woonomgeving in Limburg. Alleen gaat het bij dat fietsen ook al telkens om een bermmonumentje voor iemand die daar overleed in het verkeer. Omdat daar telkens verse bloemen bij liggen. Terwijl dat ongeluk al even geleden is gebeurd.

En de warmste woorden schrijft Offermans over mensen die hij meemaakte, en inmiddels overleden zijn, of net in 2017 stierven. Eén zo’n tekst leverde trouwens voor mijn andere weblog nog een citaat van de dag op.

Aardigst aan dit alternatieve jaarverslag is misschien het zelfportret dat Cyrille Offermans er terloops in schetste. Zo wist hij al vroeg essayist te willen zijn. Tegelijk werd hij nooit fulltime schrijver, en zegt hij ook nooit naar die positie te hebben verlangd. Zonder dat eigenlijk te willen belandde Offermans in het onderwijs. Wat onverwacht nog zo beviel dat hij leraar bleef. Dus werden die beschouwingen van hem, en die honderden recensies over romans geschreven in de resterende tijd.

Mij lijkt dat overigens gezond.

In de loop van 2017 kwam Offermans gelukkig ook weleens terug op boeken die hij gelezen had, en die ik dan wel kende. En het is altijd nuttig om met enige kennis te kunnen oordelen over wat iemand anders ziet die naar precies hetzelfde heeft gekeken. Zo vond Offermans Koetsier Herfst van Charlotte Mutsaers een slechte roman, gezien haar capaciteiten. Waar ik volmondig mee in stem. Zelfs al ben ik verder enkel mensen tegengekomen die dit wel een heel goed boek vinden.

Evenzo lijken onze oordelen op elkaar over het essay dat Bas Heijne’s wijdde aan de roman. Net als er geen werkelijk verschil van mening zal bestaan over Het verkoolde alfabet van Paul de Wispelaere.

Waarmee dus al wat Offermans schrijft over nogal wat Tsjechische of Hongaarse romans, van schrijvers waar ik vaak nog nooit van gehoord heb, toch ineens interessante verwijzingen zijn geworden — tenzij daar het experment belangrijk in was.

Evenmin vertrouw ik zijn oordeel blind over niet strikt literaire boeken; als er andere kennis nodig wordt. Zo is Offermans me bijvoorbeeld veel te enthousiast over Andrea Wulf’s boek over Alexander von Humboldt; omdat dit voor mij, die waarschijnlijk iets meer weet over 19e-eeuwse wetenschap, een werkelijk onbegrijpelijke lacune heeft.

Staan er verder ook oordelen in het boek over het literaire klimaat in Nederland, en de kliekjesgeest daarin. Weet Offermans heel goed wie er wel de P.C. Hooftprijs voor essayistiek had moeten krijgen in plaats van Bas Heijne. En zijn er ook beschouwinkjes over andere kunsten dan literatuur, zoals het werk van Paul Klee. Of over de verwording van het handschrift; waardoor kinderen al evenmin nog kunnen tekenen.

Enfin. Als het gebodene in een boek slecht samen te vatten is, biedt het erg veel.

Cyrille Offermans, Een iets beschuttere plek misschien
Journaal 2017
564 pagina’s
De Arbeiderspers, 2018
privé-domein nr. 302

[x]opgenomen in het dossier: