Optriuwe en ôfbliuwe ~ Wieke de Haan

► door: A.IJ. van den Berg

Zoals Van der Veen en Van der Leij de indruk wekten alleen voor mannen te schrijven, zo schrijft Wieke de Haan [1959] alleen voor vrouwen. Maar zij is tenminste eerlijk genoeg dit op het kaft te zetten. Alleen diskwalificeert zij mij daarmee dus wel als lezer. Daarom kan ik weinig anders doen dan deze bundel verhalen op zijn literaire merites te beoordelen; de schrijfster schijnt emotionele betrokkenheid van mij onmogelijk te achten.

In Optriuwe en ôfbliuwe zijn korte scène’s verzameld uit de levens van steeds wisselende vrouwelijke personages; dames waar de ergste jeugd inmiddels af is. Echte verhalen vind ik het eigenlijk niet — daartoe krijgen ze al snel een te voorspelbaar verloop. En voor columns zijn ze weer te lang. Misschien is voor deze verzameling het ouderwetse woord ‘schetsjes’ het best op zijn plaats.

De Haan weet vaardig de problemen weer te geven waar haar personages op stuiten, daarbij handig op de glimlach mikkend. Maar wat zijn die problemen klein en alledaags. Daardoor toont de schrijfster voor mij toch eerder gemakzucht dan ambitie. Ook de voortdurende schalkse ironie — van kijk mij toch eens — maakte dit uiteindelijk na de eerste schetsjes een wat vervelend boek om te lezen; het was me te voorspelbaar.

kandidaat publieksprijs?ja
kandidaat Fedde Schurer-priis?wellicht
Wieke de Haan, Optriuwe en ôfbliuwe
Ferhaleboek foar froulju

128 pagina’s
Bornmeer, 2005

[x]


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden