Days of Reading ~ Marcel Proust

► door: A.IJ. van den Berg

Iemand gaf me ooit het advies om pas aan Proust te beginnen als ik dezelfde leeftijd had als de auteur op het moment van schrijven. Nogal wat literaire werken passen het best bij éen bepaalde periode in iemands leven. Een feit dat in de kritiek al te makkelijk wordt genegeerd.

Het moment om A la recherche du temps perdu te lezen, is er nu. Kan ik ook nog kiezen de Nederlandse vertaling te lezen, waar Thérèse Cornips haar leven aan heeft gewijd. Maar ik aarzel.

Dacht ik daarom dat het goed was om eerst een bloemlezinkje te lezen, en deze Penguin te kopen. Maar dit boek bleek geen passages uit Proust’s romancyclus te bevatten. Wel zijn er achterin nog net een paar bladzijden gewijd aan Swann, en wat hij met dit personage voor ogen had, in A la recherche.

Het is zo makkelijk te negeren wat iemand verder nog gedaan heeft, als deze bekend is om éen boek. Marcel Proust [1871 – 1922] heeft ook krantenstukken geschreven, en essays. Daar is postuum een bundel van verschenen, onder de titel Contre Sainte-Beuve. Die heeft vervolgens nog decennia op een vertaling naar het Engels moeten wachten. En daar is dit boekje dan weer een bescheiden selectie uit.

En die viel me niet mee.

Bijna de helft van deze uitgave is gewijd aan een essay over John Ruskin, die nogal bewonderd werd door Proust. Hij heeft die auteur ook naar het Frans vertaald, hoewel zijn kennis van het Engels daar niet goed genoeg voor was.

Nu zou ik zo geen enkele boektitel van Ruskin kunnen opnoemen. Of wat diens belangrijkste ideeën waren over architectuur, danwel beeldende kunst. En het essay van Proust was weinig behulpzaam om me dat soort elementaire kennis aan te leveren. Er worden details genoeg uit dat werk behandeld. Maar die stroomden en kolkten vrijwel ongemerkt om mijn voeten weg, omdat er voor mij een bedding miste voor dat verhaal.

Het lange en gelijknamige korte essay, die hun gemeenschappelijke titel aan het hele boek schonken, waren al even associatief geschreven. Dus pikte ik eens een zin op ergens, en een passage daar, waar Proust wel een aardige opmerking plaatste. Maar was het me nogal moeilijk om geboeid te blijven lezen.

Dat belooft niet voor de hele Proust.

Marcel Proust, Days of Reading
119 pagina’s
Penguin Great Ideas, 2008
vertaald door John Sturrock

[x]opgenomen in het dossier:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

3 commentaren

Achille van den Branden  op 6 januari 2010 @ 00:33:33

Nooit geweten dat John Ruskin en Alexander Pushkin samen een bastaardzoon hadden.

Proust lezen, daar is overigens geen haast bij. Nooteboom las Proust ook pas op zijn veertigste, en noemt de Recherche nu het mooiste boek ooit. Maar u en Nooteboom hebben natuurlijk niets gemeen.

Frans of vertaling? Geen idee. De Nederlandse vertaling schijnt veel stroever te zijn dan het origineel, maar mijn Frans schiet dan weer te kort om dat comfortabel te kunnen lezen. Je verdwaalt heel gemakkelijk in de zinnen van Proust. Bij de Engelse vertaling loopt het al mis bij de titel, Remembrance of Things Past, dat het essentiële woord ‘Recherche’ zomaar opzij zet.

Een goed proevertje om Proust en Cornips’ vertaling te taxeren, zou ‘Plaatsnamen: de naam’ kunnen zijn, een dun boekje, eigenlijk deel 3 van ‘De kant van Swann’, maar ook zelfstandig te lezen.

Ik val niet zo erg over vertalingen, dus ik maalde daar niet zo om. Maar Proust is wel degelijk loodzwaar, omdat hij al je aandacht opeist. Hij is het type schrijver dat denkt dat mensen eindeloos ingewikkeld zijn (iets waar ik nu niet meer in geloof). Dus schept hij er genoegen in de details van de details van de details van iemands persoonlijkheid uit te schrijven.

Voor de liefhebbers.

Ik zie mezelf ‘In de schaduw van de bloeiende meisjes’, het tweede boek, pas over een jaar of drie lezen.

occy  op 6 januari 2010 @ 08:38:06

de onderlinge delen grijpen zodanig in elkaar dat de verrukking volgens mij groter zal/kan zijn wanneer je de gehele recherche in één ruk door leest

de essays als graadmeter voor la recherche nemen is onnodig

boeklog.info  op 6 januari 2010 @ 10:00:20

Rushkin is natuurlijk Ruskin. Dank.

Via de mail kreeg ik ook al het advies om te beginnen met Un amour de Swann. Maar ik weet het niet. Het lijkt of ik steeds minder open sta voor woordrijke schrijvers; bij wie het leesgenot vooral van de cadans en het ritme van de zinnen moet komen. Daar ontbreekt me op het moment het geduld voor. Proust is daarbij lang de enige niet.

Enfin. Ik moet in elk geval niets meer. Tegenover Proust staat genoeg aan canon, en buitenliteraire canon, dat ik wel gelezen heb.