In the City of Bikes ~ Pete Jordan

► door: A.IJ. van den Berg

‘Knap uitgevoerd’ is een vreemd compliment om aan een schrijver te geven. En toch was dit mijn voornaamste eerste reactie op het boek In the City of Bikes, van de Amerikaanse Amsterdammer Pete Jordan.

Jordan mengt namelijk verschillende genres in zijn boek, die doorgaans niet gemixt worden. Zo is het een persoonlijk verslag over de redenen naar Amsterdam te gaan, om daar te studeren, en vervolgens om er te blijven; en zijn vriendin te laten overkomen.

Blij kan hij worden om midden in een koude winternacht in een fietsfile te belanden.

Is er ook de geschiedenis van hoe er altijd gefietst is in de hoofdstad van Nederland — waaruit dan blijkt dat er altijd sprake was van een georganiseerde chaos.

Dus naast die culturele geschiedenis biedt het boek politieke geschiedenis, want verkeersbeleid komt ergens weg; al was het maar omdat politici op ontwikkelingen moeten reageren; en dit doorgaans niet zo handig doen. Zoals dat ze lokaal altijd de de fietsersanarchie hebben willen indammen. Of dat ze de auto heel lang merkwaardig heilig verklaard hebben; terwijl die auto en de oude stad zo slecht samen willen.

Gaan er ook nog drie hoofdstukken over de fiets in de Tweede Wereldoorlog — over alle moeite die de Duitsers deden om de Amsterdammers van hun fiets te krijgen.

En dan past bijvoorbeeld ineens de overbekende geschiedenis van Anne Frank in het algemene verhaal over fietsen in Amsterdam. Want kort voor de onderduik werd haar fiets gestolen — als die van zo veel anderen — en in de tram mocht ze niet mee. Dus moest ze plots lopen. En dat was ook al naar.

Maar de voornaamste constante in het boek is Jordan’s enthousiasme. Een Nederlander had een boek als dit niet kunnen schrijven — of hoogstens na langdurig verblijf in het buitenland. Want wij zien domweg niet wat hem direct opviel.

Voor Pete Jordan was het meteen een wonder dat iedereen hier fietst. Dat een zakenman in pak door Amsterdam durft te fietsen, in plaats de auto te nemen die bij zijn status past. Op een damesfiets rijdt dan ook nog. Die lelijk roestig is en rammelt en knarst.

Toppunt van beschaving vindt hij al helemaal dat ook zwangere vrouwen hier fietsen.

En onbestaanbaar is elders ook dat een fietser een passagier op de bagagedrager meeneemt. Of dat bij een fietsend paar de éen een hand ligt op de pols van de ander.

Jordan paart dit enthousiasme over al wat hij waarneemt dan onder meer aan een drang tot tellen. Hoeveel fietsers hij langs ziet rijden op een bepaald punt — en hoe zich dat dan verhoudt tot Portland in de VS. Hoeveel mensen hij met een ladder heeft zien fietsen. Hoeveel op een fiets met een andere fiets aan de hand.

Is er in Amsterdam ook het probleem nog dat er op sommige plaatsen te veel fietsen zijn — en dat fietsen er makkelijk worden afgedankt.

Om nog maar over de vele fietsdiefstallen te zwijgen; dat andere constante element uit het boek.

Pete Jordan zag ook dat de Marokkanen die zich solidair verklaarden met Theo van Gogh na diens moord, en meededen aan de optochten die uit protest werden gereden daarvoor bijna allemaal een fiets moesten huren. In de Marokkaanse cultuur fietst men niet — want dat doen volgens hen alleen losers.

Vreemde ogen kijken kortom anders, en zien dan beter wat normaal is, en waarom dan wel. Dat dit goed duidelijk wordt in het boek, lijkt me ook de voornaamste verdienste van In the City of Bikes.

** lees ook: Te fietsen | week 24 van 2013 / stadsfietsen ii

Pete Jordan, In the City of Bikes
The Story of the Amsterdam Cyclist

438 pagina’s
Harper Perannial, 2013

[x]opgenomen in het dossier: ,


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden