Tijdmachines ~ René Munnik

► door: A.IJ. van den Berg

Toen een gesprek op boeklog kwam, dat overigens vrijwel nooit gespreksonderwerp is, probeerde ik iets onder woorden te brengen wat me niet zo goed lukte. Daarbij ging het over de waarde voor mij van deze tien jaar vol aantekeningen over boeken.

Ik noemde dit weblog hierbij een tijdcapsule. Omdat ik vastleg wat ik gelezen heb, en dat vervolgens vaak een vrijbrief is om het gelezene prompt te vergeten. Regelmatig met boektitel en al.

Ook toont boeklog onder meer aan dat opvattingen vaak stolsels zijn van het moment. Waardoor de grote les van boeklog luidt dat veel oordelen allereerst tijdelijke oordelen zijn.

Daar is een boek over, zei mijn gesprekspartner daarop. En deze uitgave bleek Tijdmachines te zijn van de filosoof René Munnik.

In Tijdmachines poneert de schrijver aan het begin een hypothese, waar hij vervolgens het hele boek hardop over nadenkt.

Naarmate wij onze wereld rationeler inrichten, neemt diezelfde wereld een steeds mythischer gestalte aan.

Aan het slot neemt hij dan iets van de beginstelling terug. Want in hoeverre zijn wij nu echt rationeel? Wat doen we werkelijk met deze vermogens?

Toch vindt Munnik dan dat hij dan ver genoeg is gekomen om verder te mogen denken op dat uitgangspunt.

En hoewel René Munnik ook een door denkers gecreëerde werkelijkheid onderzocht heeft, die niet altijd evenveel heeft uit te staan met de werkelijkheid van de harde wetenschap, was er iets aan dit boek dat me wel beviel.

Munnik hanteert bijvoorbeeld een technologiebegrip dat ruimer is dan gebruikelijk. Voor hem is het schrift ook technologie. Want waarom gebruiken mensen dat schrift — behalve om met elkaar te communiceren?

Om zaken vast te leggen vanzelfsprekend. Om het verleden derhalve begrijpelijk te houden in de toekomst. En daarmee als tijdmachine.

Nogal wat in deze uitgave bleek vervolgens een illustratie te zijn bij een uitspraak die ik zelf al herhaald deed hier, onder meer in de toelichting op wat boeklog is:

Zoals mensen gereedschappen maken, zo maken werktuigen de mens.

Waarmee ik weliswaar vooral dit weblog als een werktuig aanduidde, maar tegelijkertijd ook de activiteit van het schrijven hier bedoelde. Het luttele bestaan van boeklog dwong me tot een bepaald gedrag sinds 2005.

En dan noemt Munnik wel weer de door computer gecreëerde dinosauriërs in Jurassic Parc fantomen, net als de stem van Caruso van een 78-toerenplaat een fantoom is geworden, en er in die zin steeds meer fantomen bij komen. Wat van mij niet per se had gehoeven.

Toch, voor éen boek werkte het dus voor mij, Munnik’s filosofie. Waarmee vervolgens niet gezegd zij dat andere uitgaven van hem me evenveel leesplezier zouden opleveren.

Filosofie lezen is doorgaans een tergende activiteit, omdat ik het daarbij zo zelden met de schrijver eens kan zijn; en dus vrijwel nooit overtuigd raak.

Tijdmachines was de uitzondering, voor even. Omdat het éen boek lang werkte om even dat andere perspectief in te nemen. En onder meer de geschiedenis te bekijken met éen kleur strijklicht, waarbij ineens oneffenheden en regelmatigheden opvielen die anders waarschijnlijk onzichtbaar waren gebleven.

René Munnik, Tijdmachines
Over de technische onderwerping
van vergankelijkheid en duur

399 pagina’s
Klement, 2013

[x]opgenomen in het dossier:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden