dit is het dossier:

Ingrid Hoogervorst

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Privédomein ~ Ingrid Hoogervorst

Hoogervorst’s Privédomein en Jongstra’s Worst zijn voor altijd een twee-eenheid — en dat klinkt dan ook nog als een vreemd eufemisme.

De voormalige echtelieden zullen waarschijnlijk ook willen dat het anders was.

Hoogervorst’s roman eindigt alleen waar dat boek van Jongstra begint, als de vrouw haar man het huis uit stuurt.

En verder dwingen de boeken inhoudelijk automatisch tot een vergelijking. Ze gaan over het einde van dezelfde relatie. Tussen de beide schrijvers. En daardoor valt bijvoorbeeld heel duidelijk op wat het ene boek wel heeft, wat in het andere mist.

Zo leest Privédomein wel als een persoonlijke afrekening, omdat Ingrid Hoogervorst daarin Atte Jongstra en al diens onzekerheden nogal onbarmhartig beschrijft. Heel de geschiedenis van hun relatie komt langs, in beten en brokken.

Daarnaast biedt Hoogervorst ook een portret van zichzelf. Zonder dat ik haar daardoor trouwens kennen leerde. Hoogstens is als typerend trekje blijven hangen dat mevrouw een astroloog heeft.

En dit alles is dan nog daar aan toe. Wat Privédomein net als Worst voor mij vervelend maakte — afgezien van de onvoldragenheid — is dat de boeken over schrijvers gaan, die daarin onder meer vertellen wat er speelde bij hun schrijven. En dit thema levert vrijwel nooit aantrekkelijke boeken op. Sterker nog, dit onderwerp wordt nu net opvallend vaak ingezet door auteurs die verder niets te melden hebben. Ik zie het daarom tegenwoordig als een waarschuwing dat wat volgt vrij weinig voorstelt.

Goed, Ingrid Hoogervorst moest wel uitleggen dat het Atte Jongstra stak dat ook zij boeken ging schrijven; na eerst enkel recensent te zijn geweest voor De Telegraaf.

Kwam daar nog bij dat zij na een tijd ophield met het schrijven van kritieken, en het Letterenfonds ook haar carrière financieren liet — wat Jongstra volgens Hoogervorst eveneens benauwde.

En een relatie met een schrijver kan bovendien als nadeel hebben dat je jezelf, of je relatie, ineens terug ziet komen in een boek. Ingrid Hoogervorst beschrijft hoe ze ooit amper durfde te beginnen in Atte Jongstra’s roman Hudigers hooglied — die over hun relatie ging in het Franse huis — uit vrees wat er allemaal te grabbel kon zijn gegooid.

Wat is intimiteit? Kun je het al schrijvend stelen? In 1999 moet ik het allemaal hebben gelezen en opgeslagen.Ik weet nog dat ik dacht: zo zit het niet.

Diegene die ik liefheb lijkt verdwaald. Of was ik verdwaald?

[76]

Zonder Jongstra — die vaker op mijn pad kwam — en diens Worst had ik Hoogervorst’s Privédomein overigens nooit gelezen. Als er twee visies bestaan over dezelfde gebeurtenissen gaat het alleen niet aan om te selectief te zijn. Dan moet ook van alles kennis worden genomen.

Punt is alleen wel dat ik daardoor twee boeken las die ik liever ongelezen had gelaten; achteraf gezien. En is dat dan omdat de schrijvers mij door hun onvermogen tot voyeur hebben gemaakt? Wat ik per se niet wil zijn?

Wat bij Ingrid Hoogervorst niet meehielp, is dat zij het schrijversbestaan nogal heilig maakt in dit boek.

Zodra ze haar eerste verhaal heeft gepubliceerd, krijgt ze een e-mail van een collega waarin ze welkom wordt geheten bij de Club der Zeldzamen, zo blijkt bijvoorbeeld uit dit boek.

Nu maakt het mij op zich niet uit dat auteurs zo over zichzelf denken; dat ze oprecht menen van alles meer te zijn dan niet-schrijvers. Van mijn part begint een schrijver aan zijn of haar werk in de volledige overtuiging God zelve te wezen.

Zet dit alleen dan niet in het boek. Want eenmaal zulke hoogmoed ook in de tekst is vastgelegd, word ik van de weeromstuit extra kritisch. En nee, ook die gemoedstoestand is mij niet aangenaam. Ik geniet liever. Ik later me aanzienlijk liever betoveren.

Connolly’s uitspraak — dat het de enige ware functie van een schrijver is om meesterwerken te scheppen — gaat ver. En is bovendien een recept voor depressie, want waarom dan nog ergens aan beginnen? Ik meen alleen toch dat boeken ons het beste kunnen geven dat iemand te bieden heeft. Want teksten kunnen immers altijd nog worden herschreven.

Ik moet bij het lezen domweg alleen nooit het idee krijgen dat er even flux een boekje op de markt moest worden gebracht, vanwege de centen. Zoals nu twee maal gebeurde.

Ingrid Hoogervorst, Privédomein
190 pagina’s
Prometheus, 2014

Worst ~ Atte Jongstra

Als er in een familie een schrijver geboren wordt, is die familie voorbij. Zo schreef Czeslaw Milosz. Een Nobelprijswinnaar; al zegt dat natuurlijk niet alles.

Maar wat betekent dit dan als twee schrijvers samen een geheel nieuwe familie vormen, door een relatie aan te gaan?

Vorig jaar bekeek ik éen zo’n schrijverpaar, en de boeken waarmee ze reageerden op het einde van hun relatie. Want ooit had Max Frisch iets met Ingeborg Bachmann. Alleen verliet zij hem. Voor hem volkomen onverwacht. Vervolgens hangt het nogal van de biografie af die je leest welke betekenis deze breuk had in beider levens.

Frisch beschreef Bachmann in de roman Mein Name sei Gantenbein, en zij was daar toen kwaad over. Later portretteerde zij hem, net als die andere belangrijke man in haar leven, haar vader, in haar enige roman: Malina.

Deze boeken hoorden tot het beste dat ik in 2014 las.

Dus het kan dat twee schrijvers elkaar, ondanks alles, tot meesterwerken inspireren, door over de ander te schrijven.

Vorig jaar ook kwamen in Nederland twee romans uit waarin twee voormalige geliefden het einde van hun huwelijk verwerkten. Want jarenlang deelden Atte Jongstra en Ingrid Hoogervorst meer dan enkel het beroep van schrijver.

Hun relatie eindigde op 1 juni 2012, toen Hoogervorst Jongstra het huis uitstuurde, volgens het eerste hoofdstuk van Worst. Haar bedoeling was het om hem even voor een weekend kwijt te zijn. Hij wilde vervolgens niet meer terug.

Ik denk alleen niet dat het heel wijs was om al binnen twee jaar dan in een boek te reageren op wat er ooit was en ondertussen over is. Voor enig perspectief blijft afstand nodig. Dat lijkt me een wet, in alle kunsten.

Speelt bij Worst en de roman Privédomein, die Ingrid Hoogervorst schreef, bovendien mee dat beide auteurs bij het maken van hun boeken steun kregen van het Letterenfonds. Waardoor het hele Nederlandse volk dus heeft meebetaald aan deze dubbele relatietherapie. En daar zit voor mij toch wat onbeschaamds in dat niet echt meehelpt in de waardering van deze overigens ook objectief bekeken wat onvoldragen boeken.

Misschien omdat ik als lezer het inmiddels wat romantische idee heb dat auteurs best wat verder mogen kijken voor hun thematiek dan het eigen aangekoekte navelpluis? Dat schrijven meer is dan weer even een boekje uitbrengen omdat dit kan?

Overigens is Worst niet per se vervelend. De roman pakte alleen uit zoals meer van Jongstra’s boeken — of die nu fictie heten of egodocument. De schrijver, of een belangrijk personage dat op hem lijkt, is zelf gauw eens het meest in beeld. Vele uitgaven lijken daarmee een aflevering te zijn van het feuilleton over Jongstra’s leven. En vele boeken worden daarnaast gekleurd met fait divers over een tijdelijke obsessie — waarvan Jongstra ook altijd net doet alsof die er altijd al was.

Worst gaat in de terzijdes telkens inderdaad over worst. Diepte! uit 2013, dat in vertaling cadeauboek was in de maand van het Friese boek, ging over des schrijvers’ obsessie met gaten. Ongetwijfeld zal er een bedoeling achter deze beide keuzes zitten. Ik speculeer er alleen liever niet over wat die dan was.

Atte Jongstra schijnt eerder over zijn relatie met Hoogervorst geschreven te hebben, in de roman Hudigers hooglied uit 1999. En via dat oudere boek toont hij zich in Worst nog het meest kritisch over zijn voormalige vrouw.

Hij verblijft dan in Berlijn, waar aan de universiteit in zijn bijzijn enkele van Jongstra’s boeken behandeld worden. En studenten dan onverbloemd kritisch zijn over de personages in Hudigers Hooglied. Die vrouw uit dat boek is wel erg krengig hard. En die man wel een heel gedweeë sukkel.

Worst leest verder niet als een directe afrekening. Het boek biedt allereerst het relaas over een auteur die even dak- en thuisloos is, en daarom zijn best moet doen weer een nieuw houvast te vinden in zijn leven. Daarbij valt onder meer op dat er vrij gauw alweer nieuwe vrouwen in zijn leven zijn. Ietwat hufterig vond ik zijn omgang met hun daarbij wel.

Is er ondertussen ook dat gedeelde verleden nog van dat ontbonden huwelijk, waarvan in etappes afscheid moet worden genomen. Dit leverde onder meer in deze uitgave nog een intregraal dagboek op, geschreven tijdens verblijven vroeger in het gezamenlijke huis in Frankrijk.

Volgens de vrouwelijke hoofdpersoon in de roman, die het dagboek vond en las, bevat het enkel leugens over haar.

[ wordt vervolgd ]

Atte Jongstra, Worst
303 pagina’s
De Arbeiderspers, 2014