Malina ~ Ingeborg Bachmann

► door: A.IJ. van den Berg

Waarover ik ook nog eens hardop moest nadenken, was de vraag of de belangrijkste roman van Ingeborg Bachmann [1926 — 1973] een harde dialoog aangaat met een boek van Max Frisch.

Beide auteurs hadden samen ooit wat. Zoals bekend mag worden verondersteld, bij literatuurliefhebbers.

En Frisch zou in de roman Mein Name sei Gantenbein [1964] verkend hebben wat de menselijke identiteit bepaalt — en dit betoog vervolgens nogal mannelijk hebben ingekleurd.

Ingeborg Bachmann zou in Malina [1971] dan weer beschreven hebben hoe makkelijk mannen de vrouwen in hun leven kapot kunnen maken; wat een nogal ander licht werpt op die ‘menselijkheid’ van Frisch.

Deze theorie leerde ik overigens pas kennen lang nadat ik beide romans gelezen had. En ook lang nadat ik leerde van dat tussen Frisch en Bachmann. De tijden voor Wikipedia en andere informatiebronnen online, dat waren onnozeler tijden.

Alleen werd het door al die externe bagage bij het lezen wel erg verleidelijk om de roman Malina te wegen op zijn autobiografische gehalte.

Malina is een boek over een vrouw in de war. Vrijwel de hele roman ook is deze vrouw van rond de veertig — die nooit een naam krijgt — aan het woord. Tot op de laatste pagina’s; als een alwetende verteller het nog even overneemt, om dan een einde te geven dat vele vragen open laat.

De naamloze ik-figuur in het boek woont samen met een militair historicus, genaamd Malina. En hij houdt haar stabiel, hij geeft haar geld als ze zonder zit. Maar wat er nu precies is tussen die twee wordt het hele boek lang verzwegen. Misschien omdat het juist daar nu net om gaat.

Nogal wat mensen denken dat Malina en de hoofdpersoon een echtpaar zijn. Daar konden ze dan hartelijk om lachen.

Want haar hart lag bij Ivan, met wie ze een verhouding had. Alleen hield Ivan enkel van zijn kinderen, en was hij er lang altijd niet voor haar.

Is er nog een derde man in het verhaal ook, de vader van de hoofdpersoon. Het door anderen zo hooggeprezen tweede boekdeel gaat uitsluitend over wat er scheef zat in de verhouding tussen deze autoritaire ouder en haar. Wat dan hortend verteld wordt, in flarden aan losse scènes; die zelden logisch opeen volgen.

Nu had Ingeborg Bachmann een vader die zelfs voor de oorlog al fout was. Het werd daardoor verleidelijk om autobiografie hier éen-op-éen te koppelen aan haar fictie.

Net als ik bij alle beschrijvingen van die Ivan hem vergeleek met wat ik wist van Max Frisch. Terwijl het toch vaker mis was gegaan in de liefde bij Ingeborg Bachmann.

En, die ruimte om na te denken over het gebodene ontstond er ook, tijdens het lezen al. De vrouwelijke ik-figuur, die vrijwel steeds aan het woord is, vertelt weliswaar van alles — en ze doet dat ook op heel verschillende manieren — alleen zegt ze daarbij vrijwel niets. Malina is daarmee een roman die pas echt ontstaat in het hoofd van de lezer, als deze na gaat denken over het gebodene.

Dan ook wordt het boek aanmerkelijk duisterder dan het op het eerste gezicht lijkt; door het parlando van de vrouw die de hele tijd aan het woord is; en haar echte problemen daarbij zo makkelijk negeert.

[ is vervolgd ]

Ingeborg Bachmann, Malina
362 pagina’s
Suhrkamp Taschenbuch Verlag 1980, oorspronkelijk 1971

[x]