Books v. Cigarettes ~ George Orwell

De essays van George Orwell zijn al minstens tien jaar als digitale tekst online te vinden. Dit maakt het kopen van welke verzameling of bloemlezing ook een wat triviale daad. In zo’n boek staan altijd minder essays in dan ik al had. En kende. Hoogstens leest een gedrukte uitgave beter dan een tekst op een scherm, of van een print.

Toch heeft Penguin met de reeks ‘Great Ideas’ boekjes uitgegeven die hebberig maken. Dit komt niet alleen door de uiterlijke vormgeving, daarbij speelt ook het zo handzame formaat mee. Er gaan makkelijk meerdere van mee, om zo onderweg of ergens in een wachtruimte keuze aan leesvoer te hebben.

Dus kocht ik onder meer Books v. Cigarettes, nieuw voor iets meer dan een Brits pond online. Om daarmee enkele van Orwell’s teksten te krijgen die direct met boeken te maken hebben. Zoals het essay dat zijn titel aan het boek gaf, wat de rekensom bevat dat lezen éen van de goedkoopste hobby’s is die een mens er op na kan houden.

‘Bookshop Memories’ gaat onder meer over de vele gekken die Orwell ontmoette, toen hij tijdelijk in een boekenantiquariaat werkzaam was. Dat essay bevat ook de opmerking dat hij tussen al die duizenden boeken zijn liefde voor hét boek wat kwijtraakte. Er was gewoon te veel bedrukt papier.

Op ‘Confessions of a Book Reviewer’ moet ik nog eens een serieuze reactie schrijven. Omdat mijn boeklog nog altijd bij velen de verdenking op zich laat met dezelfde routine te worden geschreven als een overbezette krantenrecensent er op nahoudt. Volgens Orwell leest deze per jaar hoogstens drie vier boeken waar hij of zij uit zichzelf iets over had willen schrijven. Van de overgrote rest wordt op zijn best een nogal beperkt gedeelte gelezen.

Voor mij geldt dit absoluut niet, omdat ik mijn eigen lectuur uitzoek. Tegelijk moeten mijn boeklogjes wel op tempo worden geschreven, omdat alle tijd die besteed wordt aan wat ik hier schrijf ten koste gaat van mijn lezen, en van mijn leven daarbij. En deze haast gaat per definitie ten koste van kwaliteit.

Orwell’s essay ‘The Prevention of Literature’ was het enige stuk dat ik niet eerder had gelezen, of misschien nooit goed genoeg. Het bevat een vrij harde aanval op de zelfcensuur die Orwell zag bij sommige schrijvers, en hun onvermogen tot intellectuele eerlijkheid.

De laatste drie essays in dit boek zijn op een andere manier autobiografisch. In ‘My Country Right or Left’ dacht Orwell hardop na of en hoe hij een patriot was. ‘How the Poor Die’ is een gruwelijk verslag van een verblijf in een Parijs’ ziekenhuis, waar nogal middeleeuwse geneesmethoden werden gehanteerd. En het lange slotessay ‘Such, Such Were the Joys’ gaat over Orwell’s herinneringen aan de verschrikkelijke kostschool waar hij ooit op zat, en de angsten die daardoor bij hem als kind werden gezaaid.

Wie zich mocht afvragen waar George Orwell dat idee van ‘Big Brother’ toch weg kon hebben, komt in dat laatste essay uit 1947 de notie tegen dat hij als kind vreesde dat de hoofdmeester alles wilde weten wat hij deed, en daar vanzelfsprekend spionnen voor in dienst had.

Enfin, Orwell blijft een tonicum voor de geest. Ook bij zoveelste herlezing.

George Orwell, Books v. Cigarettes
126 pagina’s
Penguin Books — Great Ideas, 2008

Essays ~ George Orwell

Er zijn een paar essays van Orwell die ik met regelmaat herlezen wil. Om even te zien hoe hij het alweer zei. En ook omdat er dan altijd wel een terzijde in staat dat me niet eerder opviel. Of een opmerking waarvan de portee ik nu pas begrijp.

Met zijn romans of reportageboeken is die drang er minder. De investering in tijd om die te lezen is dan al meteen zo veel groter.

En als vast staat dat die Essays in huis horen te zijn, wordt vervolgens een vraag wat dan de handigste uitgave is om te hebben.

Ik bezat al enkele deeltjes van Orwell’s verzamelde journalistiek en brieven — en daar staan veel van de nu nog bekende essays in.

Ook heb ik een enkel deeltje uit de Penguin serie Great Ideas waarin Orwell ruim vertegenwoordigd is met verschillende selecties uit zijn opstellen.

Eén van de oudste bestanden in mijn digitale archief is bovendien een verzameling van vijftig Orwell essays.

Maar al deze uitgaven hebben als nadelen dat ze óf incompleet zijn, of dat er niet heel makkelijk iets in terug te vinden is. Zelfs zo’n digitaal archief werkt pas prettig als je weet op welk trefwoord te zoeken.

Vandaar, en ook omdat het boek 12,50 kostte in de januari-opruiming, schafte ik de forse Everyman’s Library-uitgave aan Orwell’s Essays. Hoewel zulke dikke boeken niet heel prettig leesbaar zijn — daar zijn ze wat te lomp en te zwaar voor. Dit deeltje Everyman’s is verder overigens wel een fraai vormgegeven bezit.

En zo’n uitgave als deze heeft ook het voordeel compleetheid te bieden. Samensteller John Carey heeft de definitie voor het begrip ‘essay’ prettig ruim genomen. En daarom staat er ook nogal wat journalistiek werk in het boek. Orwell’s boekbesprekingen zijn opgenomen. Net als de ruim zestig persoonlijke opiniestukken die hij schreef onder de titel ‘As I Please’ voor het blad Tribune.

Toegegeven, ondanks de compleetheid miste ik bijvoorbeeld de brieven die hij schreef aan het Amerikaanse blad Partisan Review, over het leven in Engeland tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Betoog gaat in deze uitgave dus boven reportage, of wat wij nu column zouden noemen.

Het kostte enkele maanden om dit boek door te nemen. En dan heb ik daarbij gekende klassiekers niet eens herlezen. ‘Politics and the English Language’ kan wachten. Net als ‘Why I Write’. Of ‘Such, Such Were the Joys’.

In deze ronde ging het er allereerst om te kijken of er nieuwe klassieke teksten aan het repertoire konden worden toegevoegd dat ik telkens herlezen wil.

Extraatje is dat deze uitgave van de Essays de teksten in chronologische volgorde toont. Wat soms extra context biedt. En daardoor valt ook op dat hij altijd al goed schreef — het meesterschap was er vrijwel meteen. Misschien omdat hij ook direct wel iets te zeggen had; kort na zijn ervaringen als onderdeeltje van het koloniale bewind in Birma.

En dan nog. Zien is éen ding. Vervolgens opschrijven en publiceren wat werd waargenomen gaat al heel wat stappen verder — helemaal als dit met de algemene opinie botst van de tijd.

Schrijvers als Orwell herijken mijn focus altijd weer even.

George Orwell, Essays
Selected and Introduced by John Carey

1369 pagina’s
Everyman’s Library, 2002

My Country Right or Left ~ George Orwell

Alles dacht ik van Orwell te hebben gelezen. Zijn fictie. De herinneringen. De bundels met de essays. En hoe makkelijk is het om dan te vergeten dat er ook nog een verzameld werk werd uitgegeven.

De verzamelde werken van een schrijver die meerdere genres beoefende, hebben ook meestal alleen voor literaturelaars nut.

Het was dom om zo over dit boek als dit te denken. Dit is om meerdere redenen een uitgave waarvan ik veel van opstak. Al vond ik het deel met Orwell’s werk hierin wel boeiender dan het apart opgenomen oorlogsdagboek. Alleen de chronologie van zijn werk vertelt namelijk al veel. Het normale leven ging in de periode 1940-1943 gewoon door, en dat is zo makkelijk te vergeten. Er verschenen ook boeken, al werden die in de loop der jaren met steeds kleinere lettertjes gedrukt. En die boeken moesten besproken worden. Zelfs als het om een vernieuwde vertaling ging van Hitler’s Mein Kampf.

Ondertussen werkte Orwell voor de BBC-radio, en verzorgde hij programma’s die op India gericht waren. Terwijl het Britse geluid daar door tallozen als zeer vijandig werd ervaren. Maar daardoor kon hij weer elitairder uitzendingen maken dan normaal, en bijvoorbeeld dichters voor de microfoon zetten.

Het boeiendst vond ik, naast de essays die al uit de bundels bekend zijn, Orwell’s brieven aan het blad Partisan Review. Daarin geeft hij Amerikaanse lezers telkens een overzicht van het oorlogsnieuws, zoals door de Britten beleefd. Zulke brieven beginnen dan bij de grote ontwikkelingen, om te eindigen met dagelijkse beslommeringen. Al vrij spoedig wordt er ransoenering ingevoerd, en treden er tekorten op. Dan weer is er nergens schoenpoets te krijgen, dan weer is het bier te waterig om smaak te hebben.

Ook de komst van Amerikaanse soldaten naar Groot-Brittannië heeft uitwerking op de samenleving daar. Zo worden zij naar Britse begrippen uitzonderlijk goed betaald, waardoor winkeliers en verhuurders aan iedereen hogere prijzen gaan vragen.

Het zijn de vele observaties in deze brieven, die tonen dat Orwell kijken kan. Voor zover dat nog niet duidelijk was. En wat een genot is dat niet om weer eens bevestigd te zien.

The Collected Essays,
Journalism and Letters of
George Orwell
Volume II
My Country Right or Left 1940—1943

540 pagina’s
Penguin Books 1971, oorspronkelijk 1968
Edited by Sonia Orwell and Ian Angus


Through the Window ~ Julian Barnes

Lees een boek uit 2012 en merk dan verbaasd op eigenlijk aan het herlezen te zijn. Nogal wat stukken van Julian Barnes uit Through the Window kende ik al. Hun bestaan was me al eerder opgevallen bij publicatie in The Guardian, of the London Review of Books. De meeste essays zijn namelijk lange boekbesprekingen, of losse bespiegelingen over een schrijver. En zulke teksten lees ik graag.

Naar verschillende is zelfs verwezen op mijn andere weblog.

En maakt dit dan uit?

Voor herlezen was het bij sommige essays nog te vroeg. Dan wist ik nog te goed wat er komen zou. Andere teksten kon ik wel weer afzetten tegen nieuwe of recente kennis. Als Barnes de Rabbit-romans van Updike herleest, staat mijn eigen leeservaring met deze boeken van vorig jaar daar ineens naast.

En dan vindt Julian Barnes het geheel de grootste roman over het Amerika van na Tweede Wereldoorlog, en ik niet per se; zoals ik indertijd ook aangaf. Maar dan zijn we het wel roerend eens op andere punten. Zoals dat het tweede deel van de vier boeken het minste is, en het slotdeel Rabbit at Rest onverwacht goed.

Schrijft Barnes over Ford Madox Ford dan speelt weer mee dat ik recent nogal wat over Jean Rhys las — met wie die schrijver een verhouding had.

En toch was er geen enkele tekst in het boek die bij mij een vacuüm vullen moest; waarin Barnes de eerste was die mij over een schrijver of omstandigheid informeerde. Zijn band met Frankrijk is me bovendien bekend. Zijn interesse eveneens voor andere Engelse of Amerikaanse auteurs met net zo’n Franse tic.

Daarbij is Julian Barnes absoluut een soepele schrijver, die aangenaam kout. En dit maakt van de weeromstuit dan dat ik een bundel als deze in de kortste keren uit lees. Zonder daarbij het idee te hebben er iets uit te onthouden.

Want, tijdens het lezen was het al zo vaak een vraag waar Barnes me iets nieuws vertelde of enkel wat in herinnering bracht.

Nu ja, van zijn venijnige uithaal naar George Orwell keek ik op. Van Orwell werd nog niet eens zo lang geleden bekend dat hij mensen met communistische sympathieën had ‘verraden’ bij de autoriteiten. En Barnes maakt van Orwell terloops even een eeuwige klikspaan, die toen hij nog Eric Blair heette op kostschool al de iets te zwoele jongens verlinkte bij de huismeester.

Maar, het zijn ook nooit de schrijvers die je bewonderen moet. Enkel hun werk mag favorieten opleveren.

Julian Barnes, Through the Window
Seventeen Essays (and one short story)

256 pagina’s
Vintage, 2012