Cyclebabble ~ James Randerson and Peter Walker [ed.]

Het was een experiment om deze zomer in korte tijd veel boeken te lezen over fietsen. En een experiment dat me wel beviel. Het werkt vrij goed om een gemeenschappelijk thema besproken zien worden door verschillende mensen. Waar meerdere boeken van éen schrijver achter elkaar lezen bijvoorbeeld aanzienlijk vermoeiender is.

Voor Cyclebabble moet ik alleen een uitzondering maken. Dit boek was net te veel aan deze reeks. Hoewel ik het onder andere omstandigheden vast beter had gewaardeerd.

Nu wreekte zich dat ik net Matt Seaton’s Two Wheels had gelezen — met stukken uit The Guardian — en dat in Cyclebabble de interessantste stukken zijn verzameld uit het weblog over fietsen van dezelfde krant. Dus is de overlap te groot. Doelgroep en de besproken problemen zijn namelijk voor een groot deel dezelfde.

Groot-Brittannië heeft een autocultuur, en dat maakt de fietser op straat er nogal wat kwetsbaarder dan ik het gewoon ben.

Seaton komt overigens ook enige malen aan het woord in het boek.

Dus zat het vermaak van Cyclebabble in de verhalen die afwijken van het stramien. Zoals als de fietsers online tegen elkaar gaan opbieden over de fouten die ze hebben gemaakt onderweg.

Er komt eens iemand aan het woord die meedeed aan een ‘naked bike ride’.

Een dame vraagt de lezers oplossingen voor het probleem dat haar rok altijd zo opwaait onder het fietsen.

Verrassend feit van dit boek was dan weer dat in sommigen landen, als het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, een fiets volgens de wet twée werkende remmen moet hebben. Waarbij de voorrem dan ook nog als belangrijker wordt beschouwd dan de achterrem.

Ook het verhaal van de ex-fietsendief, en zijn trucs om fietsen te jatten, was interessant. Al vertelde hij nauwelijks iets dat iemand die ooit in een grote Nederlandse stad heeft verkeerd al niet hoort te weten.

Verder leek me dat dit boek, zoals vrijwel alle boeken die gebaseerd zijn op weblogs, benadrukt dat het boeiender is om het log dagelijks te volgen, online. En dan is het mij allemaal net niet fanatiek genoeg. Dan lees ik bijvoorbeeld liever het forum van jongens die oude fietsen opknappen, en daar prettig nerdig over zijn.

Cyclebabble
Bloggers on Biking
Edited by James Randerson and Peter Walker

258 pagina’s
Guardian Books, 2011

Escape Artist ~ Matt Seaton

Sportboeken gaan vrijwel altijd over winnaars. De kampioenen, die het publiek al kent, van naam, waardoor er automatisch al een markt voor zulke boeken bestaat; omdat mensen zo makkelijk zijn te bedriegen met niets.

Zeldzaam zijn de sportboeken over de niet-kampioenen; de meerijders, de baanvulling, de naamlozen op het wedstrijdformulier. Terwijl deze mensen vaak net zo veel voor hun sport hebben gedaan als de kampioen. Terwijl hun beleving zeker zo intensief zal zijn geweest.

Bovendien hebben de meerijders iets dat kampioenen op den duur ontberen. Camaraderie, en vriendschap, onderling, omdat je elkaar nodig hebt om beter te worden, en wel die training te gaan doen als het hondenweer is.

The Escape Artist van Matt Seaton is zo’n zeldzaam boek over een sporter die volgens de statistieken nooit iets bijzonders presteerde. Hij beschrijft erin hoe hij verliefd werd op het wielrennen, een clubracer werd in het Londense circuit, en daarmee een zonderling werd. Want een Engelsman die fietst, is als een Belg die gaat cricketten. Het boek legt uit wat hij voor zijn sport doen moest, tot in de kleinste en daarmee zeer herkenbare details, en waarom dat op een gegeven moment niet meer was op te brengen.

Al dit maakt het enerzijds een boek over het narcisme van de sportman, die zichzelf, en zoiets abstracts als de volmaakte lichamelijke fitheid, als het allerbelangrijkste doel op aarde kan gaan beschouwen.

Tegelijk is Seaton zich maar al te bewust van zijn egoïsme; al kan dat ook een reconstructie achteraf zijn. Maar hij had een vrouw, die niets bijzonders ziet in dat fietsen. En in die vrouw werd op een gegeven moment borstkanker ontdekt. Deze blijkt ongeneeslijk.

Over dat verhaal, van Ruth Picardie, bestaat overigens ook een boek. Before I Say Goodbye. Dat voor een deel gevuld is met columns uit The Observer, die indertijd nogal opzien baarden, door hun nietsontziende openhartigheid.

Seaton laat het leven van zijn vrouw bijna geheel buiten het boek. Hij geeft er net genoeg van door om een goed contrast te krijgen. Net als dat hij alle andere elementen in dit boek wonderbaarlijk goed in evenwicht houdt.

Er komt ook een logisch moment om te stoppen. In de winter, als hij zich bij gebrek aan trainingsuren is gaan toeleggen om iets waaraan helemaal geen Engelsman zich waagt, de cyclocross. Wie geen crossfiets heeft, mag die wedstrijden trouwens ook op de mountainbike meedoen.

Ik kocht The Escape Artist omdat ik meende dat het een roman is. Vergelijkbaar met Fever Pitch, maar dan over wielrennen. Ik kreeg een autobiografie die een roman gelijkt, in zijn timing en zijn scope. Dat bleek een wonderbaarlijk krachtig mengsel op te leveren.

Matt Seaton, The Escape Artist
Life from the Saddle

186 pagina’s
Fourth Estate 2003, oorspronkelijk 2002

On Your Bike! ~ Matt Seaton

Op vakantie kreeg ik ooit ruzie met een Amerikaan. Hij vond het volkomen onverantwoordelijk dat ik zonder helm op rondfietste. Ook al was het veertig graden in de schaduw, en zouden mijn hersenen in verpakking langzaam gaar zijn gestoofd. In éen moeite door werden ook alle Nederlanders een onnozel volk genoemd, omdat zij zich weigerden normaal te beschermen.

Die Amerikaan kwam uit een andere samenleving, waar automobilisten zo weinig gewend zijn aan ander verkeer op de weg, dat er nogal wat fietsers worden doodgereden. Puur uit onoplettendheid. Ik woon in een land met overal fietspaden, en een cultuur waarin de fiets wordt gezien als vervoermiddel. Niet als sportattribuut. En waar de automobilisten ’s avonds zelfs bedacht zijn op fietsers die geen licht voeren.

Wie zulke verschillen niet onderkent, en de normen uit eigen land heilig maakt, zal nooit iets leren.

Toch toonde mijn reactie op dit boek een zelfde vooringenomenheid. On Your Bike! is een rijk geïllustreerde poging om de fiets uit te leggen aan alle Britten en Amerikanen die allereerst nog denken met kinderspeelgoed van doen te hebben. Het boek biedt daarom van alles wat, en dus van niets wat bijzonders, maar is door alle historische plaatjes en wedstrijdbeelden zelfs al leuk om door te bladeren.

En toch komt de auteur niet van het idee los dat een echte fiets vele versnellingen heeft, en geen mens een fiets berijdt zonder zich eerst in nauwsluitend lycra te hebben geperst, en een helm op te doen. Wat gezien de markt waarvoor dit boek bedoeld is, niet eens zo’n vreemde keuze mag heten.

Maar als een boek zo duidelijk niet voor mij bedoeld is, wie ben ik dan om er over te oreren?

Matt Seaton, On Your Bike!
The Complete Guide to Cycling

192 pagina’s
Black Dog Publishing, 2006
In association with Guardian Books

Two Wheels ~ Matt Seaton

Als The Guardian iets over fietsen publiceert, is dat vaak geschreven door Matt Seaton. Of het nu om wielrennen gaat, en dopingproblemen, protesttochten van naakte fietsers, of de strijd tegen de onverschillige autobestuurders op de Engelse wegen.

Daarnaast heeft hij ook een meer persoonlijke column.

De bundel Two Wheels biedt daarom een eclectisch geheel aan materiaal — zelfs al gaan alle teksten over de fiets of het fietsen. De stukken zijn allemaal geschreven in de jaren rond 2005. George W. Bush was toen nog president, en hij komt in de bundel voor vanwege zijn duidelijke liefde voor het fietsen op de mountainbike.

Dat vervolgens de leider van de Conservatives, David Cameron, ook bleek te fietsen, werd Seaton daarom bijna te veel. In het recente verleden was het fietsen in Engeland alleen een bezigheid voor zonderlingen en onbespoten milieufanaten, en die periode kwam hem ineens als een bijna paradijselijke tijd voor.

Voornaamste constante in dit boek is dat de fiets in Groot-Brittannië langzaam maar zeker van speelgoed weer in normaal vervoermiddel verandert. Al gaat deze ontwikkeling Seaton nog lang niet snel genoeg.

Tegelijk leerde hij dan toch ook weer dat hij zich bij het fietsen in de stad actiever als een normale verkeersdeelnemer moest gedragen. Door oogcontact te maken, met automobilisten, of in elk geval te tonen hen te hebben gezien.

Interessant in dit opzicht vond ik wel de helm-discussie die ook hij weer eens oprakelde. Mensen zetten niet graag zo’n ding op hun kop, dus stappen er minder op fiets in Engeland als zou kunnen. Tegelijk blijft het voor de fietsers met die helm op relatief gevaarlijk onderweg, omdat ze met zo weinigen zijn.

Gezeur over een helmplicht is in Nederland zo bekeken onzin, omdat alle andere verkeersdeelnemers begrijpen hoe fietsers zich gedragen. Er nog van afgezien dat de belangrijkste wegen in een plaats doorgaans fietspaden hebben.

Two Wheels vertelt tussendoor ook hoe het met Seaton’s fietsen verder ging, na de autobiografie The Escape Artist. En dan blijkt dat hij toch weer wedstrijden is gaan doen, nu zijn kleine kinderen zo klein niet meer zijn.

Het mooist vond ik ook de columns die het meest tegen die eerder genoemde autobiografie aanlagen. Waarin Matt Seaton ongeremd enthousiast is over het fietsen, als manier van zijn. Als hij nerdspraak gaat spreken over de technologie van de fiets. Waarvan ik dan weer leerde dat fietsonderdelen wegwerpartikelen zijn geworden; omdat het arbeidsloon van de fietsenmaker domweg te hoog werd om echte reparatie betaalbaar te houden.

De column die met het meest verraste was evenwel éen waarin Seaton zich vrij fel uitsprak tegen de verplichtstelling van de bel op iedere fiets, in 2004. Wat me vooral verraste, omdat de fietsbel zo bij de fiets hoort dat ik er automatisch vanuit ging dat elk land daarover wel iets zou hebben opgenomen in zijn verkeersreglementen.

Mijn lezen heeft ook als doel om te leren zien waar mijn vooroordelen zitten. En soms blijken die dus in heel onverwachte vanzelfsprekenheden te schuilen.

Matt Seaton, Two Wheels
Thoughts From the Bike Lane

250 pagina’s
Guardian Books 2009, oorspronkelijk 2007