dit is het dossier:

Jan Terlouw

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Hoed u voor mensen die iets zeker weten ~ Jan Terlouw

Peter Buwalda’s succesroman Bonita Avenue vond ik ongeloofwaardig, simpelweg omdat de hoofdpersoon niet kon bestaan. De schrijver heeft namelijk onverenigbare grootheden in dat personage verzameld. Want iemand die een briljant wiskundige is, houdt het domweg nog geen half uur vol in de typisch Nederlandse vergadering. Laat staan dat die carrière kan maken, karakterologisch gezien, in een politieke cultuur die aaneen hangt van polderen, en waarin zwart ook ineens wit kan zijn; als dat toevallig beter uitkomt.

Maar Jan Terlouw dan? Zo werd mij vervolgens aangewreven. Verzamelde Terlouw niet de oncombineerbare eigenschappen in zich om én natuurkundige te zijn, én schrijver, én politicus van D66 — de partij die zo vaak een regeringscoalitie aan een meerderheid hielp?

En ik geef toe dat Jan Terlouw voor mij een raadsel is. Al ken ik verder niemand die hem een briljant natuurkundige heeft genoemd — want dat iemand een exact wetenschappelijke achtergrond heeft, zegt daarmee niet per se iets over zijn capaciteiten op dat gebied.

Bovendien kan voor Terlouw heel goed hetzelfde hebben gegolden als voor een Ronald Plasterk; een Nederlands politicus die eveneens uit de harde wetenschap komt. Zij waren actief in een discipline die in gezamenlijkheid plaatsvindt, waarin al het onderzoek tegenwoordig uit een teamprestatie bestaat. Sociale vaardigheden om carrière in dat métier te maken, zijn vervolgens broodnodig.

Pure wiskunde daarentegen moet iemand in zijn eentje doen, zonder daarbij meer nodig te hebben dan potlood en papier.

Had Buwalda dus een natuurkundige gemaakt van zijn romanpersonage — wat volgens mij simpel had gekund, was zijn boek aanzienlijk beter geworden. De geloofwaardigheid van romans schuilt hem altijd in de details. Auteurs die gaan fantaseren, negeren me te makkelijk dat ze zich daarmee ook kunnen begeven op terreinen waar anderen wel expertise hebben.

Van Jan Terlouw las ik enkele jeugdboeken ooit, waarschijnlijk zonder te weten dat deze behoorlijk moralistisch zijn. Later publiceerde hij onder meer politieke herinneringen, en thrillers, die hij samen met zijn dochter schrijft.

Hoed u voor mensen die iets zeker weten las daarmee eigenlijk als een eerste kennismaking met deze auteur. En vooraf aan het lezen van deze bundel waren mijn vooroordelen groot. Politici zijn al de grootste misdadigers in het gebruik van het woord — ik geloof nooit iets van wat ze zeggen. Laat staan dat ik een politicus zou kunnen vertrouwen die zich ook heeft bewezen als auteur.

Toen viel een aardig deel van de inhoud me niet eens tegen. De portretjes die Terlouw bijvoorbeeld gaf van de politici waarmee hij samen had gewerkt, als Joop den Uyl en Dries van Agt, maakten duidelijk dat ook zijn politieke memoires interessant kunnen zijn om nog eens te lezen.

En Jan Terlouw heeft zich als politiek bestuurder met terreinen beziggehouden — zoals het milieu, en het verkeer — waarover hij ook nog weleens een inhoudelijke mededeling deed die nieuw voor mij was. Verder maakte hij nuttige observaties over leiderschap.

Dus, op het moment dat ook deze auteur zich uitspreekt over zaken die hij uit eigen ervaring kent, geloof ik hem, en boeit hij. Terlouw is daarin niet anders dan een Buwalda in zijn debuutroman.

Blijft alleen staan dat de schrijver niet kan verbloemen een domineeszoon te zijn, en dat deze bundel toch wel veel gelegenheidsteksten bevat die op preken lijken. Alleen rust op preken wel nog de zekerheid dat er een God zou zijn, die bedoelingen heeft. Jan Terlouw komt doorgaans niet verder dan het signaleren van problemen in algemene zin, en het geven van hints naar mogelijke oplossingen.

Terwijl hij toch jarenlang in het kamp heeft gewerkt die oplossingen mogelijk moet maken. Zelfs al noemt ook hij politiek de kunst van het haalbare.

Het boek is daarom te dik.

Jan Terlouw, Hoed u voor mensen die iets zeker weten
376 pagina’s
Lemniscaat, 2011

Natuurlijk ~ Jan Terlouw

Zowel het Boekenweekgeschenk als het Boekenweekessay van 2018 roepen de vraag op of er een nieuwe koers is ingezet met die promotieweek. In plaats van het beste aan te bieden van een bekend Nederlandstalige auteur, lijkt er voor gekozen te zijn om nu eens heel toegankelijke teksten te verspreiden. De verkoop van literatuur daalt immers ieder jaar, terwijl de algemene boekverkoop nog steeds niet inzakt.

Wellicht meende de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB) dat het nodig was om ook eens die andere lezers te bedienen dan het volkje dat uit zichzelf al literaire boeken oppakt.

In het essay Natuurlijk van Jan Terlouw stond bijvoorbeeld niets dat ik nog niet wist.

Evenmin slaagde deze uitgave vervolgens voor die andere test: om dat overbekende dan nog eens zo te vertellen dat daar op die manier leesplezier aan te beleven viel. De gebruikte taal is wel erg eenvoudig.

Toegegeven, uiteindelijk heeft Terlouw een boodschap die op geen enkele manier vrolijk te brengen is. Wij, de mensheid, maken de aarde systematisch en tamelijk grondig kapot, terwijl er toch slechts éen aarde is. Ons enige thuis. Dus moet ons gedrag veranderen. De oplossingen die Terlouw daartoe dan aandraagt, zijn alleen wel heel algemeen van aard.

Zo meent Terlouw dat de politiek veel meer moet doen om duurzame vormen van energie te promoten.

Nu is Nederland van alle EU-lidstaten zo ongeveer het minst groen in zijn energiegebruik van allemaal — daar waar het in de jaren zestig nog uitblonk in duurzaamheid internationaal gezien. Ergens is er dus een verkeerde afslag genomen. En daar bestaan ook wel verklaringen voor. Zo zou Shell onredelijk veel invloed hebben op het energiebeleid hier; het internationale hoofdkantoor staat in Den Haag. Ongetwijfeld zal kabinet na kabinet ermee gechanteerd zijn dat Shell ook best eens uit Den Haag zou kunnen verdwijnen.

Terlouw negeert het hele gegeven evenwel dat politici al tijden keuzes hebben kunnen maken op het gebied van duurzame energie. En dat in Duitsland daardoor nu al op sommige dagen alle stroom door zonnepanelen en windmolens wordt geproduceerd. Anders dan hier. Hij gaat er domweg niet op in dat er nogal wat is waarvoor Nederland zich zou moeten schamen.

En daardoor stoorden me de vage algemeenheden in zijn tekst.

Eerder kwam op boeklog de vergelijkbare uitgave Geluk langs, van Femke Halsema, indertijd een fractieleider in de Tweede Kamer. Ook dat boek was slaapverwekkend voorspelbaar. Bovendien censureerde Halsema zichzelf op meerdere niveaus. Zo wilde ze vrijwel geen enkele andere politieke partij uitsluiten om nog eens te regeren met GroenLinks. En al evenmin wilde ze haar kiezers tegen zich innemen. GroenLinks-stemmers zijn over het algemeen hoger opgeleid, verdienen goed, en gaan veel op vakantie. Geen woord wijdde Halsema er evenwel aan dat vliegen een van de meest milieuvervuilende activiteiten denkbaar is.

En van een actief politicus is dan wel enigszins te begrijpen dat die geen vijanden maken wil, als dit niet hoeft.

Jan Terlouw is alleen allang geen actief politicus meer, hij werd ondertussen 86, zijn vrouw overleed vorig jaar zomer, en als hij ooit de vrijheid heeft gehad om zich nog eens stevig uit te spreken tegenover een groot publiek dan was het wel in Natuurlijk. Toch gebeurde dit niet. Het boek is een analyse veel meer als een betoog, of laat staan een pamflet. En een zeldzaam oppervlakkige analyse nog daarbij.

Daar hoeft niets op tegen te zijn. Natuurlijk niet. Maar als een boek met een onderwerp als dit geen schuldigen aanwijst, behalve wij allemaal, dan zal ook niemand zich persoonlijk aangesproken hoeven te voelen. Dat maakt zo’n betoog daarmee nog vrijblijvend ook.

Jan Terlouw, Natuurlijk
64 pagina’s
Stichting CPNB, 2018