Looptijd ~ Dirk van Weelden

► door: A.IJ. van den Berg

Ik geef toe, ik ben een hardloper geweest. Begonnen in een tijd dat dit nog zo ongewoon was dat ik werd nageroepen op straat. Opgehouden toen mijn knie de nare neiging kreeg spontaan te ontsporen, wat iedere duurloop tot een gevaarlijk kansspel maakte.

En, ik heb veel gelezen over hardlopen. Er geldt daarvoor gewoon hetzelfde mechanisme als bij iemand die na een aankoop de folder nog eens extra goed gaat bestuderen. Dat de keuze gemaakt werd, is niet genoeg. Elk argument dat de keus tot een bijzondere goede keus maakt, wordt ingezogen alsof het God’s woord is.

Dat hardlopen was ook de enige reden dat ik dit boek van Dirk van Weelden uiteindelijk toch ben gaan lezen. Want, met de schrijver heb ik nooit veel gehad. Op het onvolprezen Arbeidsvitaminen na, het ABC dat hij samen met Martin Bril maakte, lukte het hem nooit meer iets te schrijven dat langer dan een minuut of wat mijn volledige belangstelling houden kon.

Van Weelden is voor mij een schrijver van het eeuwige net niet. Daarbij stoort mij vooral de duidelijke literaire pretentie, omdat die niet wordt waargemaakt. De gekozen vorm versterkt het relaas nooit, maar leidt enkel af. Ook in dit boek wordt niet meer dan een oppervlakkig verhaaltje verteld met wat van elders geleende feitjes, maar de schrijver doet heel anders voorkomen.

Eerste ergernis is dat er in Looptijd een nogal clichématige truc gebruikt is. De hoofdpersoon heeft geen naam; wordt steeds enkel met ‘hij’ aangeduid. Bovendien krijgt hij nauwelijks achtergrond en zeker geen doel. Daardoor ben ik geneigd te denken dat Van Weelden hier het hardlopen in de betekenis voor een alleman beschrijft.

Dat zou ook verklaren waarom het boek saai is als een doorsnee leven.

Ook de betekenis van dat hardlopen in Looptijd was al sterker geweest als Van Weelden maar een moment had genomen om te beschrijven hoe erg het was om het niet te kunnen. Nu loopt die hoofdpersoon altijd maar door, nauwelijks gehinderd door enig malheur.

Bovendien is het hoogtepunt in dit boek, zijn deelname aan de Dam tot Dam-loop — die ook al niet bij naam wordt genoemd — dramatisch gezien totaal oninteressant. Wat doet het ertoe dat een middelmatig loper zijn persoonlijk record iets scherper stelt, als daar verder geen verhaal omheen zit. Ik heb zat wedstrijdenverslagen in clubblaadjes gelezen die spannender in elkaar zaten dan deze bespiegeling.

Nee, er had gezien Van Weelden’s soms helder opflakkerende formuleringen best een aardig boek ingezeten over hardlopen, maar dit is het niet. Een schrijver heeft toch minimaal de plicht zijn lezers aanleiding te geven de bladzijde om te slaan, lijkt me.

Dirk van Weelden, Looptijd
173 pagina’s
Uitgeverij Augustus, 2003


[x]opgenomen in het dossier:

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden