Vanaf de dag dat ik mensen zag ~ Levi Weemoedt

► door: A.IJ. van den Berg

Een regelmatig terugkomende vraag op boeklog is of de verzameling in een boek het werk van een schrijver versterkt, of juist verzwakt. Voor het antwoord zijn vooraf nooit criteria te geven. Slechts lezen brengt het bewijs of de aanpak van een auteur zo uniek is dat de toon van het ene stuk het volgende versterkt — of juist toch helemaal niet.

Levi Weemoedt’s verzamelde gedichten doen wat afbreuk aan zijn werk, voor mij.

Bij elkaar krijgt de opluchting die zijn poëzie moet brengen iets geforceerds. Ineens lijkt het een handig trucje wat hij doet, tot vervelens toe ingezet. Plots toont zijn thema zich wel heel beperkt. Een man probeert zijn levensangst weg te lachen, door gedichten te schrijven met een clou. En dat dan in honderden relatief kleine variaties.

Nee, door de poëzie bij elkaar te zetten, laat Weemoedt zijn gedichten met elkaar concurreren. Waardoor ze bijna allemaal verliezen.

Waar het lezen van éen vers in een andere setting nog de bevrijding van een glimlach brengen kan, was dit nu helemaal niet zo.

Levi Weemoedt, Vanaf de dag dat ik mensen zag
Verzamelde gedichten

263 pagina’s
Nijgh & Van Ditmar, 2007

[x]


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden