Third Policeman ~ Flann O'Brien

► door: A.IJ. van den Berg

Ik vreesde vooraf deze roman niets aan te vinden. Het boek wordt namelijk geroemd om zijn experiment. Maar experimenten kunnen gauw te ver gaan; als een schrijver eenmaal de conventies loslaat, verdwijnt doorgaans ook snel zijn vermogen tot communicatie.

Dit boek had wel degelijk wat.

The Third Policeman was de tweede roman die Brian O’Nolan schreef onder het pseudoniem Flann O’Brien, na diens debuut At Swim-Two-Birds. Alleen weigerde zijn uitgever het, in 1939, waardoor het boek pas postuum verscheen. Toen ook had O’Nolan al enige gegevens eruit gerecycled in de roman The Dalkey Archive.

Noemenswaardig is ook dat dit boek de afgelopen jaren een onverwacht verkoopsucces had, omdat een scenarist van de populaire fantasy -serie Lost het een duidelijke inspiratiebron noemde.

En dat zadelt mij nu weer met het probleem op, dat als ik de plot van The Third Policeman verraad, ik daarmee ook een hele TV-serie verknoeien kan, voor sommigen.

Enfin. Het einde van dit boek is ook het begin weer. Daarmee vertelt de roman over een oneindige tocht over het Ierse platteland, die telkens even op een politiebureau eindigt. Waar de wachtmeester van dienst dan steevast informeert of het om een fiets is, dat er hulp wordt gezocht.

De meeste hoofdstukken eindigen als de hoofdpersoon zich ergens te slapen legt, om een volgende dag weer voort te kunnen ploeteren.

Ondertussen kan de wereld waarin hij zich beweegt niet de echte wereld zijn. Daarvoor gebeuren er te veel rare, droomachtige dingen. Maar voor een droom zijn de gebeurtenissen aan de onaangename kant.

Nog wonderbaarlijker aan The Third Policeman is dat het boek bij al dit telkens uitermate leesbaar blijft. Ondanks de onverklaarbare gebeurtenissen. Ondanks de vele verwijzingen, die de voetnoten soms tot een alternatieve verhaallijn maken.

Flann O’Brien, The Third Policeman
221 pagina’s
Harper Perennial 2007, oorspronkelijk 1967

[x]

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

een reactie

walter ceuppens  op 5 oktober 2009 @ 23:19:23

Mijn cultboek toen ik 20 was. Heb het gisteren herlezen: ben nu 54. Vind het nog steeds een meesterwerk: de plot is origineel, de Anglo-Ierse manier van kletsen wordt meesterlijk weergegeven(in Irish: blather, niet te vergelijken met zwanze in t’ Brussels, zever in ’t Vlaams, of geëmmer in ’t Nederlands).Doet ook denken aan Laurence Sterne’s Tristram Shandy, maar ’t i moeilijk te communiceren: wie er gevoelig voor is heeft het al gelezen.Voor mij is het een cult bok.. En vooral: ik moet er telkens weer onbedaarlijk om lachen.