Journaal 1926–1945 ~ Julien Green

► door: A.IJ. van den Berg

Toen Julien Green [1900 – 1998] werd benoemd tot lid van de Académie Française maakte dit instituut een fout. Green was een Amerikaan. En dus geen Fransman, zoals iedereen voetstoots had aangenomen. Prompt werd hem door president Pompidou het Franse staatsburgerschap aangeboden; om de nationale schande uit te kunnen wissen. Maar Green bedankte voor dat aanbod. Dus zou hij als eerste buitenlander tot de Académie toetreden.

Tegelijk is wat ik van Green gelezen heb soms zo in en in Frans, dat het ook mij verbaasde dat hij een Amerikaan was.

Zijn dagboeken staan bijvoorbeeld ook in een traditie die Frans te noemen is. Ze werden geschreven om ooit gepubliceerd te worden. De auteur is daarom niet slechts aan het navelstaren. Hij gaat er op uit. Kijkt om zich heen. En hij doet moeite een publiek te bedienen.

Gedachten gaan op vleugels, woorden te voet. Dat is in een notedop het drama van de schrijver.

[4 mei 1943]
scheiding

Ik vraag me weleens af wat een lezer in het jaar 2000 van dit dagboek zal vinden, als ik dan nog door iemand gelezen word. Ik schrijf iets meer voor hem dan voor een lezer die minder ver van mij af staat. Wat ik graag wil is dat die lezer in de verre toekomst enig idee krijgt van wat een schrijver was in onze tijd. Natuurlijk ben ik niet helemaal ‘representatief’, ik zeg het maar gauw voordat het me toegeroepen wordt, maar ik hoop altijd dat ik zonder het te weten, zonder het steeds te weten, af en toe nuttige dingen zeg. Waarschijnlijk zal het vreemd lijken dat ik in een zo bevlogen tijd tot nu toe betrekkelijk rustig heb kunnen leven. Als ik opkijk zie ik door het raam de tuin die afloopt naar het dal; de takken van de bomen.

[28 december 1944]

Van Green heb ik het Journaal 1946–1976 al heel lang in mijn bezit. Ik weet niet zeker of ik ooit dit vroegere deel al eens eerder heb gelezen. Dat moet haast wel.

Zeker is dat ik indertijd, toen ik nog studeerde, moeite heb gedaan om mijn Frans op te halen. En dat Julien Green toen éen van de auteurs was die me daarbij moest helpen, omdat ik hem zo helder vond schrijven. Alleen waren zijn integrale dagboeken onverwacht moeilijk leesbaar, doordat Green een zeer literaire werkwoordsvorm gebruikte — de passé simple — met verbuigingen die mij het lezen bemoeilijkten.

Dus bleef het bij de bloemlezingen in het Nederlands, of in elk geval die ene in mijn bezit. Die me zo goed bevielen dat er altijd een verlangen naar meer is geweest.

Nu goed, omdat Green in de VS studeerde, en daar zeker in het interbellum ook enige bekendheid genoot, is zijn dagboek, of in elk geval het deel tot de WOII ook naar het Engels vertaald. Dat besef maakt wel rustig.

wordt vervolgd

Julien Green, Journaal 1926–1945
Keuze en vertaling van Greetje van den Bergh
295 pagina’s
De Arbeiderspers, 1977
Privé-domein nr. 42

[x]opgenomen in het dossier:

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden