Laat het orgel jammeren ~ Meindert Talma

► door: A.IJ. van den Berg

Deze bundel met poëzie van Meindert Talma roept de vraag op wat dat ook weer was. Poëzie. En waarin die dan verschilt van bijvoorbeeld liedjesteksten. Of anders van korte prozateksten waarvan de regel telkens al na een paar woorden wordt afgebroken.

Dat is een wat vruchteloze denkexercitie, die ik daarom ook niet wil uitvoeren. Bij Meindert Talma past nu eenmaal alles wat hij doet in dat ene, vaak wat onhandige Talma-universum. En toevallig heb ik grote sympathie voor die wereld.

In hoeverre er herkenning zit bij die erkenning weet ik eigenlijk niet. Uit te sluiten is niets. Ik deel een geboortestreek met Talma, we gingen in dezelfde stad naar de middelbare school, we studeerden tegelijk aan dezelfde universiteit geschiedenis, we gebruiken beide dat Fries en dat Nederlands.

Tegelijk zal ik nooit een popgroep hebben die mijn naam draagt. En al evenmin heb ik die christelijke opvoeding, of al die jaren orgelles in mijn jeugd.

De meeste gedichten uit Laat het orgel jammeren hebben een anekdote of waarneming als basis. Waarbij er bovendien niet zelden een clou is. Talma’s autobiografische werkelijkheid is daarbij vaak wel te herkennen, dus valt ook op als hij daarvan afstand neemt, om de frappe beter te maken.

Als column, of als liedje, hadden deze teksten dus ook kunnen werken.

Als poëzie misten de gedichten voor mij vooral het gegeven dat ik de meeste niet nog eens hoef te lezen. Die teksten gaven hun kracht al de allereerste keer vrij. Daar is bij een hernieuwd bezoek weinig aan te herbeleven.

Meindert Talma, Laat het orgel jammeren
64 pagina’s
Uitgeverij De Passage, 2011

[x]

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden