Padjelanta ~ Anton Quintana

► door: A.IJ. van den Berg

Een toevallige confrontatie met de naam Anton Quintana drong me even ver terug in mijn persoonlijke leesgeschiedenis. Hem vond ik ooit een heel goede schrijver. Zo goed zelfs dat hij geen Nederlander kon zijn — wat zijn naam wel bewees ook.

Punt is alleen dat ik indertijd, op de lagere school, andere eisen aan boeken stelde dan nu. De jeugdboeken die toen bewondering opriepen, kunnen daarom heel goed niet meer te lezen zijn.

Werd daarom toch eens de roman Padjelanta geprobeerd — geplukt uit een doos op zolder. Omdat ik bijvoorbeeld benieuwd was waar Quintana indertijd de mosterd gehaald had; of er in een boek dat zich enkel afspeelt op de toendra parallellen zijn te vinden met bijvoorbeeld Hermans’ roman Nooit meer slapen1

En daarbij bleek toch dat 35 jaar aan leeservaring meer niet zo barmhartig is voor een ooit favoriet boek.

Al had ik over Quintana’s schrijven op zinsniveau geen enkele klacht. Hij verveelt niet. Het boek biedt voldoende sterke stukken en gevaren om niet telkens ook te willen weten hoe het verder gaat.

Problemen had ik er vooral mee te goed de schema’s te zien achter de roman. De beschreven tegenstellingen zijn nogal zwart-wit, en dat verveelde — zelfs al lijkt het aanzetten van tegenstellingen me niets eens verkeerd in een jeugdboek.

Het ging alleen al wat mis bij het uitgangspunt. Als de achttienjarige student economie Bo naar het midden van niets reist. Met als enige doel om daar een tijd op de toendra te gaan leven. Waar het bijna altijd winter is, en als het dooit meteen ook de muggen komen.

Anton Quintana besteedde daarbij geen enkele aandacht aan de beweegredenen van de Zweedse stadsjongen om zulks te doen. Hij negeert zelfs wat Bo de hele dag doet, in het niets, dat jaar daar op de toendra.

De jongen is niet meer dan een leeg doek dat nog ingevuld moet worden met couleur locale. Met kennis over de natuur. Met informatie over hoe de Sami er leven, en leefden, met hun rendierkuddes, met hun oude gewoonten in de nieuwe tijd.

Voor een deel doet Quintana dit door hem mensen te laten ontmoeten. Maar de meest opvallende kunstgreep is door Bo meteen al op te zadelen met een aartsvijand. De oude Lap Vasko Pirtsi, die hem een toerist noemt, en duidelijk maakt dat hij niets in zijn leefgebied te zoeken heeft.

Talloos en gevaarlijk zijn de confrontaties tussen beiden, tot ze min of meer vrede sluiten op het eind.

Jammer dus van de hoofdpersoon; die alleen iets aan reliëf krijgt op de momenten dat hij zichzelf in gevaar brengt.

Niettemin is het contrast tussen natuur en cultuur een opvallend goed uitgewerkt gegeven in het boek. Maar jeugdliteratuur liep ook veel vaker voorop met maatschappelijke thema’s waar de ‘echte’ schrijvers nog lang niet aan toe waren; als ze er ooit al aan toekomen tijdens hun zo geliefde navelgestaar.

Anton Quintana, Padjelanta
Op leven en dood in de toendra

266 pagina’s
Querido, oorspronkelijk 1973
  1. Die zijn wel te vinden. In de koorts die de hoofdpersonen bevangt als ze gewond raken, bijvoorbeeld. En dus in de manier waarop de vertelling dan verloopt. []

[x]

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden