Tagebuch der Belagerung von Paris 1870/1871 ~ Edmund de Goncourt

► door: A.IJ. van den Berg

Geen tel had ik er bij stil gestaan dat anderen precies hetzelfde idee als ik konden hebben bij het dagboek van de broers Goncourt. Dat ook zij een integraal journaal over de jaren 1870-1871 interessant genoeg vonden om daar een aparte uitgave van te maken.

Dus, had ik dit idee niet al hardop denkend in een boeklogje gezet, was er nooit gekeken of er niet deeluitgaven zouden zijn uit dat volledige dagboek. In een taal die ik vlotter lees dan negentiende-eeuws Frans.

En wrang, of ironisch, is dan dat zo’n uitgave enkel in het Duits blijkt te bestaan. Want, wat was de Frans-Pruisische oorlog in deze jaren niet een keerpunt. Door de nederlaag van Frankrijk in 1871 gingen alle die losse Duitse staten en prinsdommen weer samen in éen rijk, en kon Wilhelm I van Pruisen zichzelf in Versailles tot keizer laten kronen.

Parijs zou dan weer, door het machtsvacuüm na de nederlaag, tussen maart en mei van 1871 geregeerd worden door een democratisch gekozen Commune.

Dus speelt in dit dagboek niet alleen dat beleg van Parijs, dat ruim vier maanden duurde, lokaal is er ook de schade later van ‘die machtsgreep’ door het protest. Tenminste, zo zag Edmond de Goncourt dat.

Veel beter dan in de bloemlezing uit de dagboeken wordt in zo’n integrale tekst duidelijk wat voor man deze schrijver was.

De Goncourts waren van lage adel, en konden redelijk rentenieren van hun kapitaal. In hun eigen tijd meenden zij onder meer beroemd te zullen blijven om hun ideeën over de Japanse kunst, en om enige vroege naturalistische romans. Erg trots waren zij bijvoorbeeld over hoe ze het leven van de onderklasse hadden vastgelegd in de roman Germinie Lacerteux (1864); die over een eenvoudige dienstmaagd gaat.

Alleen blijkt uit het dagboek zonder meer een gigantische afstand tot het klootjesvolk. Van de borrelende ontevredenheid onder de Parijse bevolking tijdens en na het beleg begreep Edmond de Goncourt niets. Tijdens de Duitse belegering waren zij allen toch slachtoffer? Waarom moest die solidariteit meteen daarna dan zo bruut doorbroken worden?

Het simpele besef dat geen mens wil leven als een hond komt niet op bij hem.

Volgens de inleider van deze Duitstalige editie zou ik daarom enig leedvermaak mogen voelen over Goncourt’s eerste kennismaking met de harde realiteit, tijdens de hongerwinter van 1870/71. Maar mij lijkt dat overdreven. Weinigen voelen zich geroepen tot een permanent zelfonderzoek — vrijwel geen mens denkt telkens na waarop zijn overtuigingen gebaseerd zijn. Zelfs niet in een dagboek.

De inleider van dit boek lijkt me bijvoorbeeld doctrinair links, zoals dat eind jaren zestig, begin jaren zeventig in de mode was in West-Europa. Hem kan ik even makkelijk een ‘nuttige idioot’ noemen — zoals de Sovjets zulke types aanduiden — vanuit de veilige afstand van de tijd; door de geschiedenis in het gelijk gesteld.

Edmond de Goncourt treurde vaak om zijn pas overleden jongere broer Jules in deze jaren. Alles wat ze presteerden hadden ze tot dan immers samen gedaan. De verdere omstandigheden tijdens deze jaren hielpen niet bij deze rouwverwerking mee.

En goed, dan bevat dit dagboek voornamelijk impressies, van een man die weleens de straat op ging, en dan later beschreef wat hij had gezien. Analyse ontbreekt.

Mijn andere weblog dwong me alleen al eens tot een relativerende conclusie, bij de eerste tekenen van de bankencrisis, en de dreiging van de economische depressie daarna. In het licht van de geschiedenis had ook ik toen van alles moeten opmerken, en daarmee aantekenen. Maar in de praktijk gaat dat niet zo. Dus zou het vreemd zijn om wie ook te verwijten niet goed genoeg gekeken te hebben tijdens een kantelpunt in de geschiedenis.

Waargenomen details tellen dan wel. Dus koester ik dan maar de olifantenbloedworst, die te koop was tijdens de ellende toen de dierentuin van Parijs werd geslacht voor eten. Of dat de Venus van Milo verstopt werd in het politiebureau, om onvindbaar te zijn voor de communards.

Edmund de Goncourt, Tagebuch der Belagerung von Paris 1870/1871
Eingeleitet von Jörg Drews

199 pagina’s
Rogner & Bernhard, 1969

[x]

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden