Man die nee zei ~ H.L. Wesseling

► door: A.IJ. van den Berg

Met éen boek ben je er nog niet, als lezer. Want lees er een boek van een andere schrijver naast, van hetzelfde genre liefst, en zowel de kwaliteiten als de gebreken van beide zijn ineens opvallend veel beter te benoemen.

En ondanks mijn eeuwige boekenhonger kan zelfs ik er niet altijd op vertrouwen een boek geïsoleerd in detail te kunnen beoordelen.

Ofwel, van de twee politieke biografieën die ik in korte tijd las, toonde het goed geschreven portret onbarmhartig aan waar het in het minder geslaagde boek aan schortte.

En dat is dan niet eens alleen dat Henk Wesseling’s biografie van Charles de Gaulle aanmerkelijk vlotter leest, en dit boek wel een afgewogen oordeel bevat over wat de hoofdpersoon bereikte — anders dan de biografie over CPN-voorman Paul de Groot.

Jan Willem Schutje maakte de klassieke fout van biografen door te denken dat een boek over een interessante man als vanzelf een interessant boek wordt. Bovendien richtte hij zijn spotlight vrijwel steeds op CPN-voorman Paul de Groot alleen. En zo’n aanpak werkt hoogstens in de zo kunstmatige setting van het toneel; waarin de rest van de wereld decor kán zijn.

In het echte leven zijn het eerder de omstandigheden die de mens maken, dan de mens de omstandigheden. Elke biografie waarin de auteur als bekend veronderstelt wat er speelde tijdens de leefjaren van de hoofdpersoon is een vertekenende biografie.

Wesseling zette vooral in op de ingebakken dwarsheid van zijn hoofdpersoon in diens portret. Charles de Gaulle [1890 — 1970] had onder meer zekere ideeën over wat Frankrijk zijn moest. En daarom zei hij nee tegen een capitulatie tegen de Nazi’s, nee tegen de NATO, nee tegen het toetreden van Groot-Brittannië in de EU, en nee tegen de pied noirs die Algerije Frans bezit wilden houden.

Maar de meest typerende weigering van De Gaulle was een nee tegen het Franse volk, in 1946. Dit weigerde zijn ideeën te aanvaarden dat het anders moest met de staatsinrichting. En daarop trok de oorlogsheld zich terugtrok uit de politiek. Om vele kort zittende kabinetten later alsnog zijn zin te krijgen. In 1958 kwam de Vijfde Republiek er toch, en zou de president voortaan verreweg de machtigste man worden van het land.

En wellicht heeft Wesseling dan het geluk dat de eerste vijftig levensjaren van zijn hoofdpersoon niet vreselijk boeiend zijn. De Gaulle werd pas een man van betekenis in 1940, toen hij in Londen achter de microfoon ging zitten, om te zeggen dat de Vrije Fransen de strijd niet zouden opgeven.

Tot dan hoefde de biograaf niet eindeloos details te geven over dat vroege leven — omdat dit via voorspelbare paden verliep. De Gaulle was aanvankelijk een carrièresoldaat, aan wie hoogstens opviel dat hij minder snel promotie maakte dan had gekund.

Dus was er ruimte om de lezer ook in te lichten over land en staatsinrichting.

Alleen gaat het dan nog om de juiste dosering van al zulke droge feitelijke informatie. En zoals gemeld, De man die nee zei las wonderbaarlijk vlot.

H.L. Wesseling, De man die nee zei
Charles de Gaulle
1890 — 1970
318 pagina’s
Bert Bakker, 2012

 


[x]