Cosmopolis ~ Stephen Toulmin

► door: A.IJ. van den Berg

Cosmopolis een bepalend boek noemen, gaat te ver. Zo heb ik geen idee wanneer ik deze uitgave voor het eerst las precies. Er bestaat een Nederlandse vertaling uit 1990. Dus is te beredeneren dat mijn kennismaking niet heel lang daarna zal hebben plaatsgehad.

En het is typisch zo’n boek dat door sommige mensen belangrijk werd gevonden, en daamee gauw eens op eindejaars-lijstjes zal hebben geprijkt. Wellicht werd ik door zo’n lijstje tot lezing aangezet indertijd.

Herlezing leverde wel het inzicht op dat ik Cosmopolis voor het eerst las op een perfect moment. Toen de relativering die de cultuurfilosoof Stephen Toulmin telkens aanbracht in nogal vruchtbare aarde viel. Wat betekent dat ik waarschijnlijk net geschiedenis studeerde. Waarbij ik me die eerste jaren nogal verveelde, omdat allereerst onze feitenkennis werd bijgespijkerd met allerhande vrij onnozele trivia. En dus moest de motivatie om te blijven studeren wel van buitenaf komen. Door boeken te lezen.

En dan is het prettig om bijvoorbeeld om de Gouden eeuw, die in Nederland zou belangrijk wordt geacht, wat gedebunked te zien worden door een Britse Amerikaan. Doordat deze erop wijst hoe zeer de landen om die Vereenigde Provinciën heen met grote innerlijke problemen kampten en een daar bij behorende economische achteruitgang. De zo luid bejubelde Nederlandse verdienste was dus evengoed het gevolg van andermans moeilijkheden.

Cosmopolis probeert twee dingen te doen. Toulmin schetst een opkomst van de ‘moderniteit’ sinds de Middeleeuwen, die bij hem dan staat voor een manier van denken. En hij laat ook zien hoe filosofen in de tweede helft van de twintigste eeuw hebben gedacht over wat die moderniteit dan bepaalde.

Daarmee is het boek ook wat modieuzer, en dus meer tijdsgebonden, dan ik me herinnerde. Want wie over moderniteit of modernismen schreef in 1990, had het vanzelfsprekend ook over het post-modernisme.

En ik heb dat soort benamingen en hun precieze betekenis nooit heel interessant gevonden. Woorden of frasen zijn het die over een werkelijkheid heen worden geprojecteerd, en daarmee even makkelijk het zicht op die werkelijkheid kunnen versperren dan dat ze die zouden verhelderen.

Mij trok de geschiedschrijving indertijd die dit boek biedt. En ook bij herlezing bleek dat de grootste kwaliteit te zijn.

Daarbij weegt nogal mee dat een filosoof zich blijkbaar meer kan, of mag, permitteren dan een vakhistoricus durft. Toulmin’s samenvattende zinnetjes leken me nu ook gauw eens behoorlijk gekleurd. Maar indertijd, bij eerste lezing, moeten al die terloops geponeerde waarheden enorme indruk hebben gemaakt. Want ik had er veel van onthouden — zo goed onthouden zelfs, dat ze in mijn herinnering altijd al tot mijn kennisarsenaal hebben gehoord.

Als het op alle godsdienstoorlogen gaat in de zestiende eeuw bijvoorbeeld, is de verklaring simpel waarom de Nederlanden als enige tolerant waren voor godsdienstverschillen, voor Stephen Toulmin. Ons landsbestuur was toen nieuw, en had dus geen traditie om op te leunen. Anders dan in de autocratisch geregeerde landen om ons heen. Waar het voor de bevolking nogal uitmaakte welke godsdienst de koning aanhing van dat moment. Dus werden de katholieken in de Nederlanden relatief vrijgelaten omdat er hier geen domweg traditie was om andersdenkenden te vervolgen.

En dan gaat het mij niet eens om het waarheidsgehalte van zo’n conclusie — waar van alles op aan te dingen zal zijn. Cosmopolis liet me ooit zien hoe verhelderend het is om oneerbiedig naar het verleden te durven kijken. En dat scheelde. Alles.

Stephen Toulmin, Cosmopolis
The Hidden Agenda of Modernity

228 pagina’s
The Free Press, oorspronkelijk 1990

[x]

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden