Lastig portret ~ Leonard Nolens

► door: A.IJ. van den Berg

Vier losse delen aan dagboekaantekeningen verschenen er van Leonard Nolens, voor er elf jaar na de laatste een verzamelband uitkwam. Daarin is nog een vijfde deel opgenomen, dat nooit apart verscheen, en meer.

Misschien dat me nog duidelijk wordt waarom dat vijfde deel er nooit kwam, als ik weldra de notities lees uit de jaren 1997 tot en met 2007. Maar afgaand op het vierde deel, Een lastig portret, zijn er misschien aanwijzingen.

Een lastig portret is een plots zeer lichamelijk dagboek, vergeleken met de delen ervoor — wat vooral samenhangt met de gezondheidsproblemen van Nolens; zoals een hartkwaal; en nog veel meer; die weer heel goed van diens drankzucht kunnen komen.

En als Nolens niet ziek is, of herstellend, meent hij bijvoorbeeld ineens melding te moeten maken van zijn geilheid. Alsof die blijk van vitaliteit alles in het dagboek weer in balans kan trekken.

Die eerlijkheid siert hem. Vanzelfsprekend. Alleen blijk ik aantekeningen over lichamelijke kwalen, hoe levensbedreigend ook, of juist het ontbreken daarvan, niet zo heel bijzonder te vinden. Zelfs niet als een dichter er over schrijft. Op zekere leeftijd krijgt namelijk vrijwel iedereen kwalen. Dan ook vaak zijn die kwalen plots het enige dat deze mensen als gesprekstof voor handen hebben. Dat is in het dagelijkse leven al vervelend genoeg om aan te moeten horen. Laat staan dat ik daar nog eens over lezen wil.

Zodra een dagboek te zeer klaagboek wordt, wordt daardoor alles ook groezelig en aangetast.

In dit vierde dagboekdeel wordt dan wel weer meer duidelijk over de ontstaansgeschiedenis van Nolens’ dagboeken. Want, aantekeningen maakte hij altijd al. Alleen gebeurde het plots in 1979, op zijn tweeëndertigste, dat hij ineens notities maakte die een extra waarde leken te hebben.

De dagboekaantekeningen van dat moment zet hij als schepping dan ook nadrukkelijk naast zijn poëzie. Al is Nolens wel blij dat de gedichten aanmerkelijk beter verkopen. Twee keer zo goed.

Bovendien was er wel degelijk een terugval na de publicatie van het eerste dagboekdeel, omdat daarmee ineens de onbevangenheid verdween om aantekeningen vast te leggen.

Ook dit boeklogje is overigens nog steeds een voorlopige peiling, voor een hopelijk langere beschouwing over het hele Dagboek van een dichter. Het zal misschien duidelijk zijn dat deze uitgave me in hoge mate intrigeert — maar wellicht juist daardoor kan het boek, of de auteur daarvan, plots ook behoorlijk irriteren.

Desalniettemin tekende ik ditmaal aan:

‘[…] De meeste auteurs van dagboeken, maar niemand helderder dan Amiel, hebben zelf ontdekt hoe het dagboek zijn doel missen moest en de persoonlijke ontwikkeling en daadvaardigheid aantastte. Halverwege echter tussen de bewuste omschepping der realiteit door de kunstenaar en de nimmer bereikte onbevangen weergave der werkelijkheid, kan het dagboek een boeiend grensgeval zijn in het domein der literatuur.’

[met instemming aangehaald citaat uit
de Moderne Encyclopedie der Wereldliteratuur] [528]
scheiding

Nooit geweten dat de technische problemen bij het ontwerpen van een stoel en het tekenen van een huis dezelfde kunnen zijn, zoals de meeste mensen waarschijnlijk niet beseffen dat prosodische kwesties levensvragen zijn. Wie goed schrijft is daarom nog geen goed schrijver. [535]

scheiding

Ook de dagboekschrijver formuleert zo zorgvuldig mogelijk. Hij weet immers dat het altijd een ander is die hem straks zal lezen, ook al is hij het zelf. [563]

scheiding

‘De politiek is de kunst om mensen te beletten zich te bemoeien met hun eigen zaken’

[citaat van Paul Valéry, 629]
scheiding

‘Elke partij speelt profeet. De hele politiek zou er anders uitzien indien al dat beloven en voorspellen door iedereen werd beschouwd als onverdraaglijk en hoogst onfatsoenlijk.

[ibidem]
scheiding

Wat onvertaalbaar is, wordt op den duur ook onleesbaar. Cryptische dichters die vandaag nog gewaardeerd worden om hun zogenaamde nieuwheid, verliezen zoveel jaar later het verrassingseffect dat ons nu heel even doet opkijken. Over vijftig jaar lijken ze op opzichtig geschminkte vrouwen die vergeefs proberen hun ouderdom te verbergen. […][663]

scheiding

Dichters weten met statistische zekerheid dat bijna niemand geïnteresseerd is in wat zij maken, dus in wat ze zijn. Dat inzicht bepaalt hun levenshouding: zij gaan er terecht vanuit dat de man of vrouw die tegenover hen zit, met wie zij een boeiend gesprek voeren, een glas drinken en misschien straks naar bed gaan, geen belangstelling toont voor hun waarachtige intimiteit. Dat gebrek aan belangstelling veroorzaakt aanvankelijk woede, verdriet, machteloosheid en zelfs verbittering, maar heeft uiteindelijk, wanneer de poëzie het haalt en overeind blijft te midden van zoveel onverschilligheid tot gevolg dat de dichter zijn lezer in de toekomst projecteert en wezenlijk schrijft voor het nageslacht. […][686]

scheiding

[ is vervolgd ]
[ Dit is het vierde boeklogje uit een reeks van vijf, die hier begint. ]

Leonard Nolens, Een lastig portret
1994–1996

182 pagina’s
© 1998
in: Leonard Nolens, Dagboek van een dichter
1979–2007
1060 pagina’s
Em. Querido’s uitgeverij, 2009

[x]