Parijs dagboek 1941-1943 ~ Ernst Jünger

► door: A.IJ. van den Berg

Bij de herdenking van 70 jaar D-Day viel me op hoe veel mensen het alsnog nodig vonden het belang van de invasie in Normandië ‘te bewijzen’. Dat die heeft plaatsgevonden, volstaat blijkbaar niet. Want, als de Geallieerden geen tweede front hadden geopend in West-Europa …

‘Dan had de Tweede Wereldoorlog langer geduurd.’

‘Dan waren de Russen verder naar het westen opgerukt; en wat had dat niet betekend voor ons.’

‘Dan was er een atoombom op Berlijn gedropt.’

En van zulke retorische uitspraken waren er meer.

Toegegeven, onder historici is er een stroming die zich bezighoudt met geschiedenis die nooit plaats heeft gehad. Meestal gaat het daarbij overigens om economische ontwikkelingen. Deze school van geschiedschrijvers houdt zich bezig met ‘counterfactual analysis’. En als dan bijvoorbeeld onderzocht wordt wat de economische betekenis van de slavernij in het Zuiden van de VS precies was — door in een economisch model alle dwangarbeid ineens te schrappen — dan kan zo’n alternatieve geschiedenis ook best werken. Soms.

Daarbuiten vind ik het allereerst merkwaardig om er geen genoegen mee te nemen dat een historische gebeurtenis er was.

Gebeurd is gebeurd.

En wat er zo’n moment precies geschiedde, is al moeilijk genoeg om in woorden te vangen. Speculeren over alternatieven hoort niet tot mijn favoriete gezelschapspelen, zal nu wel duidelijk zijn. Want wie ook het toeval loslaat in zijn beschouwingen over het verleden, vergroot het aantal mogelijkheden nogal eindeloos.

Wat had kunnen gebeuren, gebeurde niet. Punt.

Ik herlas Ernst Jünger’s Parijse dagboeken om te zien wat hij ook weer aantekende op 6 juni 1944. Waarbij onder meer opviel dat de invasie al even verwacht werd. In mei van 1944 tekende hij al op een inval te verwachten, zoals in 1939 iedereen ook wist dat er oorlog zou komen.

De invasie in Normandië is verder niet eens de enige was dat hij notitiewaardig achtte deze dag. Al zag hij ook:

Het betreft ongetwijfeld het begin van de grote aanval, die deze dag tot een historische datum zal maken. Ik was toch verrast, juist omdat er zo veel over georakeld was. Waarom nu en hier? Dat zijn vragen waarover men nog in de verre toekomst zal praten. [253]

Daarop schreef Jünger nog een passage over een boek dat hij net gelezen had: Die Geschichte des Heiligen Ludwig.

En dat is niet vreemd. De dagboeken boden Jünger’s een retraite uit de wereld. Daar komt betrekkelijk weinig oorlog in voor — zodat de schaarse passages die er wel aan gewijd worden des te opvallender zijn.

In het begin van zijn Parijs dagboek 1941-1943 woonde Ernst Jünger bijvoorbeeld voor het eerst van zijn lange leven in het leger een executie bij, waarbij hij nogal wat moeite heeft genomen alle details weer te geven die hem daarbij opvielen.

Veel vaker gaat het evenwel over wat hij las, welke bekende Fransen hij ’s avonds ontmoette, wat zijn eigen schrijfplannen, en aan welke kwaaltjes hij leed.

Deze lezing bevestigde overigens dat ik toch echt Strahlungen lezen moet — de verzameling van al Jünger’s oorlogsdagboeken. Want de beide deeltjes privé-domein brengen zoals gewoonlijk enkel een stukje van een veel groter geheel.

[ is vervolgd ]

Ernst Jünger, Parijs dagboek 1941-1943
Vertaald door Tinke Davids
met een nawoord van Jan Ipema
280 pagina’s
De Arbeiderspers, 1986
privé-domein nr. 123

[x]opgenomen in het dossier: , ,

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden