Jacht op het recht ~ Inez Weski

► door: A.IJ. van den Berg

Is het voor een boek nodig om te weten wie de schrijver is? Doorgaans kan me dat aspect weinig schelen. Maar bij De jacht op het recht bleek toch een probleem te zijn dat ik geen helder idee kreeg wie Inez Weski was.

Advocate. Okay. Met als specialisatie strafzaken. Allicht. Alleen ware het mij wel zo lief geweest als mij ook de service was geboden om te vermelden hoeveel zaken ze doet per jaar, tegenover hoeveel strafzaken haar worden aangeboden. Of desnoods welk deel daarvan door de cliënt betaald is en welk deel pro deo. Of hoe groot het kantoor is waar ze toe behoort — in het boek komt enkel haar zoon voor als medestrafpleiter.

Ik hoorde haar blijkbaar al te kennen, van de TV. Alleen zegt zulke bekendheid mij nu net niets. Voor de actuele programma’s met de blatende hoofdjes worden nu eenmaal opvallend vaak advocaten uitgenodigd; ook als de onderwerpen niets met recht van doen hebben. De oplichter meester Bram Moszkowicz was niet van het scherm te slaan, voor hij van het tableau werd geschrapt, en zich geen advocaat meer mocht noemen, omdat hij zijn cliënten stelselmatig benadeeld had.

Wreekte zich ook dat Inez Weski slechts in algemene zin wilde spreken over het strafrecht. Omdat ze nu eenmaal een zwijgplicht heeft tegenover haar cliënten.

En de enige zaak waar in detail wordt gesproken in De jacht op het recht is dan toevallig ook nog éen die zij aanvankelijk won, in 2006, maar die inmiddels juist weer wel tot een veroordeling heeft geleid.

Weski heeft indertijd de Nederlandse zakenman Guus Kouwenhoven bijgestaan, die verdacht werd van wapenleveranties en de betrokkenheid van oorlogsmisdaden in Liberia, rond de eeuwwisseling. En op basis van wat zij schrijft over de bewijsvoering, die geheel leunde op totaal onbetrouwbare getuigenverklaringen, wordt het onmogelijk om te begrijpen dat een rechtbank met enig gezond verstand ooit tot een veroordeling komen kon.

Toch kreeg Kouwenhoven eind april van dit jaar 19 jaar cel opgelegd.

Verder bestaat De jacht op het recht voor een groot deel uit herbewerkte speeches en lezingen. Wat de samenhang van het boek niet ten goede komt, en de tekst vaak ook iets gewrongens geeft — die is dan eerder geschreven om beluisterd te worden dan om te lezen.

Dus heeft Inez Weski weliswaar groot gelijk in haar klachten over het justitiële landschap in Nederland, waar het Openbaar MInisterie allereerst geïnteresseerd lijkt in aanklagen en veroordelen, en niet per se in de waarheid. Of waar politici gemeend hebben dat politie en justitie voortaan wel onder éen ministerieel departement konden vallen, terwijl opsporing en vervolging ooit zo netjes gescheiden waren. Heet dat ministerie godbetere het ook nog Veiligheid en Justitie.

Schaft de politiek bovendien, stapje bij stapje, basale mensenrechten af. Verdachten moeten bijvoorbeeld met hun advocaat kunnen praten zonder dat iemand meeluistert. Alleen worden in Nederland ook zulke telefoongesprekken getapt, en zal de Senaat binnenkort beslissen of de geheime diensten niet gewoon alle communicatie van iedereen mogen gaan opslaan.

Alleen, en het kan zijn omdat het onderwerp me zeer aan het hart gaat, ik kwam veel te weinig nieuwe ideeën tegen over wat er aan schort bij de uitvoering van het strafrecht in Nederland. En dan stelt een boek teleur, waar het voor een minder ingevoerde lezer absoluut niet teleurstellend hoeft te zijn.

Inez Weski, De jacht op het recht
Over de advocaat en de rest van de wereld

196 pagina’s
Em. Querido’s Uitgeverij, 2014

[x]opgenomen in het dossier:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden