Motorziel ~ Warna Oosterbaan

► door: A.IJ. van den Berg

Terwijl er heel wat in mijn naaste familie een motorrijbewijs hebben, interesseerde mij die activiteit nooit zo erg. En, zoals meestal, het is vrijwel onmogelijk om na te gaan waar mijn onverschilligheid voor motorrijden dan precies in zit.

Zelfs als tiener al, toen ik nog einden naar school afleggen moest, en menig leeftijdgenoot niet wachten kon om zestien te worden en over te stappen op een brommer, bleef ik gewoon fietsen.

Kleine tweetaktmotortjes, zoals bromfietsen die hebben, zijn ook gewoon goor.

Het kan simpelweg zijn dat ik de mannetjes met hun brommers ineens nogal wat stoer gedrag zag vertonen dat te onnozel voor woorden was. Waardoor de brommerrijders absoluut geen groep waren waar ik bij zou willen horen.

En motorrijders die in colonne op een mooie zondag de dijkweggetjes af komen bulderen, daar vind ik ook wel iets van.

De gemiddelde Nederlandse motorrijder rijdt alleen niet meer dan 4.000 kilometer per jaar, zo meldt Warna Oosterbaan in Motorziel. Meer dan wat toerritjes maken ze niet.

Ik fiets al drie à vier keer verder elk jaar.

De motorfiets is nu al decennia voor de meesten een hobbydingetje geworden, voor erbij, op de mooie dagen; als het niet te koud is en droog blijft. Zoiets als een surfplank. Zij het dat er nog wel een kleine minderheid bestaat die op de motor forenst, en handig door de files kan slalommen.

Warna Oosterbaan is wel een overtuigde motorrijder. Hij reed ook al motor toen dat nog een behoorlijke inspanning en kennis vroeg, omdat de technologie nog zo primitief was. Motoren lekten altijd olie ooit.

Toch was het vervoermiddel op dat moment al op zijn retour — de hoogtedagen van het motorrijden lagen even na de Tweede Wereldoorlog. Toen auto’s voor de meesten nog veel te duur waren, en lichte motorfietsen wel binnen het bereik van sommigen lagen. Waren er ook nog tal van gedumpte legermotoren op de markt.

Motorziel biedt daarmee impressies van een wereld die veranderde. Er komen inmiddels bijvoorbeeld amper nog jonge motorrijders bij. Want al wie de activiteit enkel als hobby ziet, heeft daarmee wel een kostbare hobby te pakken; waar dure speciale kleding voor nodig is, en flink wat ruimte om zo’n motorfiets te kunnen stallen.

Deels verscheen de inhoud van dit boek al eens als column in de krant, waardoor er inhoudelijk weleens herhalingen zijn. Toch, als iemand met passie schrijft over een onderwerp, zoals Oosterbaan duidelijk doet, dan maken zulke schoonheidsfoutjes niet vreselijk veel uit.

Sinds Japanse motorfietsen op de markt kwamen, werd de kwaliteit een stuk groter — al betekende deze ontwikkeling ook dat het ouderwetse sleutelen almaar moeilijker werd voor de thuisklusser. Elektronische brandstofsystemen afstellen, is werk voor specialisten geworden.

En toch is Oosterbaan bijvoorbeeld zeer kritisch over de ouderwetse technologie van het merk Harley Davidson — omdat deze retrokitsch heeft opgeleverd. En dat is een positie die ik zonder meer deel, die misschien dus wel gewoon voortkomt uit mijn jongensjaren en mijn hekel aan de brommerjeugd en hun onnozele gedoe. Je wordt geen beter of interessanter mens door een bepaald merk brommer te kopen. Zo veel wist ik toen ook al zeker.

Alleen is juist rond de Harley Davidson een heel image gecreëerd, van harde mannen; zoals Oosterbaan nog eens extra illustreert in een hoofdstuk over de motorfiets in de cultuur. Terwijl iedereen met enig verstand van technologie weet dat al die mannen op hun Harley’s domweg veel te veel geld hebben betaald voor bewust knullig gehouden techniek, en erg onzuinige motoren.

Enfin, is het wel zo dat zo veel mensen meer tegenwoordig de hobby hebben om zich in hun vrije tijd om te kleden tot iets dat ze niet zijn.

Warna Oosterbaan, Motorziel
Kleine sociologie van een machine

125 pagina’s
Atlas-Contact, 2010

[x]

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

een reactie

Jamie  op 31 oktober 2017 @ 10:26:23

Vanaf 1968 tot 2003 heb ik motor gereden waarvan de laatste jaren eindelijk mijn felbegeerde Harley. Tijdwinst zat er niet in bij het forensen, het gevoel om door te kunnen rijden als auto’s stilstonden was fijn, maar aan- en uitkleden vrat alle tijdswinst op. Motorrijden is een emotie, te vergelijken met duiken, vliegen, zweven, zeilen; een gevoel van vrijheid, zon op je huid en wind in je haar. De Harley ging niet hard, trilde als een gek maar dat je niet gegroet werd door ‘gewone’ motorrijders promoveerde je tot een bevoorrechte klasse. Heb nog steeds verdriet dat ik ‘m moest inruilen voor een cabrio vanwege rugklachten.