Running Like a Girl ~ Alexandra Heminsley

► door: A.IJ. van den Berg

Hardlopen deed ik als jongetje al, toen dat nog zo’n abnormale daad was dat menigeen dacht leuk te zijn door me na te roepen op straat.

‘Ze hebben hem al!’

Positief commentaar riep dat hardlopen bij buitenstaanders ook nooit eens op.

‘Uitslover!’

Maar na mijn twintigste heb ik geen wedstrijd meer gelopen, door enkele chronische blessures — die overigens niet per se het gevolg van dat lopen waren. De balans in mijn lichaam was weg, na enkele noodzakelijke operaties aan gewrichten.

Dus heb ik een hele reeks veranderingen gemist die het lopen sindsdien doormaakte.

De opkomst van de hardloopindustrie bijvoorbeeld, met alle bijbehorende producten, zoals gespecialiseerde bladen. Of de komst van alle elektronica, en het lopen met een bijna gewichtsloze geluidsspeler en koptelefoons op. GPS-meting. Of de verandering van het lopen als marginale sport van enkele zonderlingen naar populair item op de bucketlist. Wat dan weer het gevolg heeft dat veel mensen tegenwoordig even gaan hardlopen met éen enkel groot doel — in Nederland gauw eens om de marathon van New York te finishen — om daarna weer iets helemaal anders te ondernemen.

Running Like a Girl van Alexandra Heminsley is een boek dat dan precies in het patroon past van hardlopen als leuke tijdelijke bevlieging, voor even.

Voor tweederde is deze uitgave een humoristische autobiografie, van een vrouw die na haar dertigste toch eens besluit om haar lichaam niet langer als vijand te zien, en er ook eens wat mee te gaan doen. Eerste doel daarbij meteen al is om de marathon van Londen te gaan lopen.

Alexandra Heminsley zwemt tegenwoordig vooral, volgens haar stukken in The Guardian — artikelen die een prettige toon hebben, wat de voornaamste reden was om juist dit boek te kiezen uit de talloze titels die beginners aanmoedigen om de lol in dat hardlopen te ontdekken. Het laatste gedeelte van Running Like a Girl is overigens ook gewoon een gids met goede en nuttige tips voor totale beginners.

Die handleiding leerde me weinig nieuws, op wat feiten na over éen misschien wel typisch Brits fenomeen. Dat van het lopen voor een goed doel. Zo wist ik niet dat de grote goede doelen in het Verenigd Koninkrijk vele dure startbewijzen opkopen voor de London Marathon. En dat hobbylopers eigenlijk alleen kunnen deelnemen aan dat evenement als ze dat doel dan gaan steunen, door sponsors te werven en meer geld op te halen dan hun startplaats heeft gekost.

Zet er wel extra druk op om zo’n wedstrijd dan ook uit te lopen…

Dit boek zal me vooral bijblijven om het eerste deel, met de avonturen van Alexandra Heminsley in hardloopland. Van hoe ze haar rampzalige start beschrijft — het heeft weinig zin om meteen zo hard je kan te gaan lopen, dat houd je niet vol — tot hoe er wat later wel zelfvertrouwen kwam, en soms zelfs plezier.

Waren er bovendien de nodige tegenslagen te overwinnen toen haar lichaam net aan de inspanning gewend was geraakt. Ze raakte geblesseerd; want een scooterongeluk ooit had haar bekken scheefgezet, zonder dat ze dit had geweten. En nadat die zo ellendig lange eerste marathon volbracht was, raakte ze haar motivatie om te lopen een tijdje kwijt — want wat had ze nu nog te bewijzen?

Mooi is dat ze in het boek het hele gamma heeft weten te schetsen aan emoties die ze te overwinnen had. Van de schaamte in de eerste dagen überhaupt om buiten hard te lopen, tot en met de wurgende zekerheid tijdens een lange wedstrijd dat het onmogelijk lijkt om de finish ooit nog te halen.

Boeken van mannen over de plaats van het hardlopen in hun leven schuwen bovendien nogal eens beschrijvingen van het effect van de inspanning op hun lichaamsfuncties. Alexandra Heminsley heeft daarover veel minder schroom. En terecht. Dat maakt haar boek dus voor mij meteen beter dan vrijwel alle andere.

Verder heeft dit boek me geleerd hoeveel beginnersfouten ik vermeden heb door vanuit de baanatletiek te gaan hardlopen, en dus al vanaf het nulpunt goed gecoacht te zijn geweest. Wat nogal wat fouten scheelde.

Principieel verschil tussen de schrijver en ik is alleen wel dat ik training ook al leuk vond, ongeacht het weer, en niet als een verplichting zag op weg naar dat ene zo veel grotere doel.

Grote stadsmarathons trekken bovendien tienduizenden deelnemers, en nog veel meer toeschouwers. Geen omgeving waarin ik mij ooit prettig heb gevoeld. Al begrijp ik ook wel weer dat talloze anderen het wel nodig hebben om met zovelen tegelijk het ongewisse avontuur aan te gaan dat de marathon blijkbaar is voor hen, en alle steun van vrienden en familie onderweg als sterke doping te ervaren.

En klein stemmetje in mij zegt daarover alleen ook: als het lopen van die afstand blijkbaar zo’n kolossale inspanning is, kan dat nooit gezond meer zijn.

Alexandra Heminsley, Running Like a Girl
240 pagina’s
Cornerstone, 2014

[x]opgenomen in het dossier:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden