Welt von Gestern ~ Stefan Zweig

► door: A.IJ. van den Berg

Toen ik Die Welt von Gestern uit had, na een leesprojectje met huiswerk van een maand, volstond dat nog niet. Er was daarop kennis nodig van buiten, om beter te kunnen plaatsen wat me nu precies onder ogen was gekomen.

Stefan Zweig schreef deze autobiografie in ballingschap, waarbij hij geen toegang had tot aantekeningen van vroeger, of andere informatie, waardoor de schrijver enkel op zijn geheugen kon vertrouwen.

En dit kan dan verklaren waarom Zweig, net als Canetti later ook deed, zo irritant veel ruimte in dit boek besteedde aan zijn ontmoetingen met grote mannen; zonder daarover dan ooit iets bijzonders op te merken. Er worden nogal wat beroemde namen gedropt in dit boek. Zweig verborg ook niet heel zijn leven handtekeningen te hebben verzameld, en later zelfs manuscripten van anderen. Al die ontmoetingen met grote mannen zullen zich misschien daarom dus onwisbaar in zijn herinnering hebben vastgezet.

Over zijn naasten staat er evenwel niets in het boek. Hoogstens valt in de hoofdstukken over de tijd na de Eerste Wereldoorlog op dat Zweig het telkens over ‘we’ heeft, en niet meer over ‘ik’. Wie deze ‘we’ zijn, mag de lezer vervolgens zelf uitzoeken. Om daarbij bijvoorbeeld te ontdekken dat er zelfs twee huwelijken zijn geweest. Hij verliet zijn eerste vrouw voor zijn assistente — met wie hij later in Brazilië in februari 1942 gezamenlijk zelfmoord pleegde. Wat dan ook nog een balanszelfmoord was, omdat Zweig zeker wist dat het nooit meer goed zou komen met de mensheid.

De slag om Stalingrad, die gauw eens als het keerpunt wordt gezien in de Tweede Wereldoorlog, werd ook pas een jaar later door de Sovjetrussen gewonnen.

Dus is wel te begrijpen dat Zweig zal hebben gevreesd zijn naasten in gevaar te brengen door ook over hun wederwaardigheden te schrijven in zijn autobiografie.

Die Welt von Gestern is het interessantst om het panorama dat het boek biedt van de jaren die Stefan Zweig leefde [1881 — 1942]. Omdat de contrasten daarin zo extreem zijn. Zweig maakte nog bewust de lange vrede mee van voor de Eerste Wereldoorlog, waarop hem het enthousiasme verbijsterde waarmee zijn landgenoten de Grote Wereldbrand binnen marcheerden. Was er de enorme chaos daarna, omdat Oostenrijk werkelijk alles verloren had. Tijdens de relatieve rust daarop waren de opkomst van het Fascisme en het Nazisme voor de schrijver al vroeg zichtbaar, en daarmee werd volgens hem voorspelbaar dat een virulent antisemitisme normaal zou worden, zoals er wel meer was dat de Tweede Wereldoorlog onvermijdelijk maakte.

Het boek eindigt als Duitsland Polen is binnengevallen in 1939, en Het Verenigd Koninkrijk in reactie even later aan Duitsland de oorlog verklaart.

Tijdens zijn leven was Zweig de jongste zoon uit een gegoed Joods gezin, die volop gelegenheid had de wereld te ontdekken, zonder dat daarbij zoiets onnodigs als een paspoort nodig was. Hij werd in de oorlog uiteindelijk soldaat in het Keizerlijke-en-koninklijke leger van het Habsburgse rijk Oostenrijk-Hongarije — en kwam daarmee aan de foute kant te staan van de geschiedenis — zij het in een kalme positie bij een archiefdienst, en mocht daarbij toch ook als gewoon burger in 1917 uitwijken naar Zwitserland om daar de oeropvoering bij te wonen van een van zijn toneelstukken.

In 1917 kocht hij onroerend goed in Salzburg, wat hij zelf in zijn autobiografie een huis noemt, en dat toch een heel slot blijkt te zijn.

Zweig was dan ook zeer populair. Eén van de meest gelezen auteurs uit de eerste helft van de twintigste eeuw, zowel in het Duits als in vertalingen. Zelfs de Fransen waren gek met hem. En hij moest dus ook tijdens zijn leven nog meemaken dat zijn werk totaal in ongenade viel bij zijn meest vanzelfsprekende lezerspubliek. Niet eens vanwege de kwaliteit, enkel omdat de schrijver Joods was.

Alleen volgden er niet slechts het verlies van publicatiemogelijkheden in de eigen taal, na de Anschluß werd hem ook zijn Oostenrijkse nationaliteit afgenomen. Zelfs zijn doctors-titel is hem afgepakt, en postuum pas in 2003 nog eens teruggegeven door de universiteit van Wenen.

Ondanks al zijn roem en geld was Stefan Zweig eind jaren dertig daarmee niet meer dan een balling in Engeland, met een staatlozenpaspoort, en daarmee de totale afhankelijkheid van wat de Britse autoriteiten goeddunkten. Grote kans dat ze hem zouden interneren als het opnieuw oorlog zou worden, omdat hij door hen nog altijd wel als Oostenrijker werd gezien, en daarmee dus een vijand was.

Die Welt von Gestern is daarmee het boek van een man die ongeacht de eigen kwaliteiten zijns ondanks een speelbal werd van de geschiedenis.

Deze autobiografie irriteerde me opvallend genoeg met regelmaat. De kwaliteit van het gebodene wisselde te veel. En ik vermoed dat ik Stefan Zweig gewoon een ijdele kwast bleef vinden. Zelfs als hij het grootste gelijk van de wereld had, in zijn pacifisme bijvoorbeeld; en daarmee zijn totale onbegrip voor het enthousiasme bij al die anderen om oorlog te willen.

Zo kon Zweig er weliswaar niet in zijn beschrijvingen omheen dat de Socialisten als enige nog weleens met enig succes tegen kwalijke ontwikkelingen wisten te protesteren. Alleen is het dan toch of hij het over een andere menssoort heeft, waar hij verder niets vanaf wist. Hij stamde dan ook uit een tijd dat studenten aan de universiteit nog leden van een gilde werden, met een eigen rechtspraak. Zijn vanzelfsprekendheden waren lang altijd de onze niet.

Kan hij met dit boek nog zo zijn best gedaan hebben om uit te leggen wat ooit normaal was voor de Eerste Wereldbrand, en wat er daarop zoal veranderde.

Stefan Zweig, Die Welt von Gestern
Erinnerungen eines Europäers

506 pagina’s
Fischer 2014, oorspronkelijk 1942

[x]opgenomen in het dossier: ,


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden