Dokter Mütters medische mirakels ~ Cristin O'Keefe Aptowicz

► door: A.IJ. van den Berg

Hoe vertel je het verhaal van een historische figuur als er nauwelijks directe bronnen voorhanden zijn? Cristin O’Keefe Aptowicz zocht het in de breedte, waarmee ze behalve het leven van de Amerikaanse arts Dr. Thomas Dent Mütter [1811–1859] ook de geschiedenis van de geneeskunst belichtte, op een wel heel tekenend moment voor dat vak.

In het midden van de negentiende eeuw hadden artsen zich namelijk al wel gepositioneerd als dé medische professionals; om daarmee de ervaringsdeskundigen als vroedvrouwen en de mensen met kennis van kruiden uit de geneeskunde te kunnen weren. Alleen wisten zulke artsen toen werkelijk niets. Hun patiënten mochten blij zijn een behandeling te overleven, na alle aderlatingen en andere onzin van dien.

Hoe meer bloed en pus zulke artsen op hun voorschoot hadden, des te groter zij zichzelf waanden ook; niet begrijpend dat zij op deze manier hun patiënten met van alles konden besmetten.

Dus bestond er een kaste aan mannen die zichzelf god waande, en daarmee onfeilbaar — wat ze anderen nogal dwingend oplegden ook; want die vorm van arrogante domheid is van alle tijden. En omdat de mensen indertijd toch al zo makkelijk stierven, door een elementair gebrek aan kennis over zaken als hygiëne, of over wat ziekten kan veroorzaken, viel het niet op eens hoeveel slachtoffers hun geneeskunsten maakte.

Thomas Dent Mütter had niet die arrogantie. Wat hem de grote uitzondering maakte in zijn tijd. Bovendien hechtte hij er aan contact met zijn patiënten te maken — waartoe al die goden in de professie zich nooit zouden verlagen — werkte hij relatief schoon, en lukte het hem een aantal methoden te bedenken waarmee er wel succesvol plastische chirurgie was toe te passen. Waarmee hij het leven van nogal wat ‘monsters’ een beetje dragelijker kon maken.

Als ze niet aan de ingreep overleden.

Was Mütter ook nog eens éen van de pioniers met etherverdovingen — die collega’s en leerlingen aanzette om daarin tot standaarden te komen, wat het werken later aanzienlijk makkelijker maakte.

Alleen leest dit boek door het gebrek aan directe bronnen wel als een heiligenleven. Want door zijn harde werk voor anderen verwaarloosde Mütter zijn eigen gezondheid, en stierf hij relatief jong; 47 jaar oud.

Mütter liet wel twee erfenissen na. Eén daarvan is onzichtbaar, maar de invloed die hij had op al zijn studenten door zijn manier van werken en doen was groot. Hij was éen van de nuttige radertjes in het oneindig traag werkende mechanisme dat de geneeskunde ooit nog eens tot een menselijk vak kan maken; waarin patiënten als individuen worden gezien en niet als geval.

En, Mütter legde al tijdens zijn leven een grote verzameling aan van rariteiten. Medische curiosa of 3D-afbeeldingen daarvan in was, die na zijn dood in een naar hem genoemd museum tentoon werden gesteld. En dat museum in Philadelphia (Pennsylvania) is tegenwoordig éen van de populairste wetenschapsmusea in de VS — mede omdat een conservator met regelmaat zo’n curiosum kwam tonen in een populaire talkshow op TV; mooier moeten we dat verhaal niet willen maken.

Cristin O’Keefe Aptowicz had van mij iets meer mogen vertellen over de kwalen die negentiende-eeuwers konden oplopen, en die nu amper nog voorkomen. In een industrieland tenminste. Want die grote aandacht voor hoe Philadelphia een vooraanstaand medisch centrum kon worden in de VS, dankzij of ondanks de strijd van verschillende instituten interesseerde me het meeste niet. Alleen is dat het eeuwige probleem bij een vertaald populair-wetenschappelijk werk. De Nederlandse lezer was daar het oorspronkelijke doelpubliek nooit van.

Cristin O’Keefe Aptowicz, Dokter Mütters medische mirakels
De opkomst van de moderne geneeskunde

351 pagina’s
De Arbeiderspers, 2015
vertaling door Susan Ridder van Dr. Mütter’s Marvels:
A True Tale of Intrigue and Innovation at the Dawn of Modern Medicine
, 2014

[x]opgenomen in het dossier:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden