Cultuur van angst ~ Frank Furedi

De socioloog Furedi heeft reeksen aan scherpe artikelen geschreven, voor onder meer Spiked-Online. Ook verschillende van zijn boeken konden me bekoren. Maar deze titel leverde me geen leesplezier op. En de vraag is waarom.

Helaas vrees ik dan toch dat het boek te veel mist om mijn gedachten over het thema angst uit te diepen.

En eigenlijk mag ik dat oordeel zo niet opschrijven — ik moet elk boek wegen op wat er wel in staat.

Maar het is simpel. Elders heb ik al eens kort mijn ideeën over angst opgetekend, om eventueel eens uit te werken tot een boek. Wat daarin niet expliciet staat vermeld, is dat ik bij welke ontwikkeling ook meestal naar de machtsfactoren kijk. Wie of wat oefent waarop invloed uit, en waarom?

Angst zaaien, werkt nu eenmaal prima om het gedrag van anderen zo te sturen, dat die zichzelf in toom houden — wat zowel wereldlijke en geestelijke autoriteiten een goed middel geeft om die autoriteit te vestigen; al dan niet bewust.

Nu ja, ik ken mijn beide Eliassen. Angst is zeker niet het enige dat gedrag stuurt. Het gaat mij er ook niet om dat ik gelijk heb met dit idee, maar dat het me dwingt om nuttige vragen te stellen bij ontwikkelingen. Zo’n visie werkt simpelweg als een tijdelijke polaroidbril, die een valse schittering wegneemt, en me zo beter kijken laat.

En als ik Furedi vanuit dat gezichtveld waarneem, valt onmiddellijk iets op. Hij inventariseert vooral wat er gebeurt nu de Britse maatschappij in de greep lijkt te zijn van angsten die er decennia daarvoor nog niet waren. Met al zijn beveiligingscamera’s. Met zijn verbod op het fotograferen van kinderen op sportdagen van school. Ik las daarmee wel een diagnose — waaraan zeker de vele symptomen opvielen — maar deze diagnose leverde me geen nieuwe ideeën op.

Goed is wel dat Furedi zichzelf weleens relativeert, en ziet dat bepaalde ontwikkelingen die wel in Groot-Brittannië spelen elders ontbreken. Duitse ouders kunnen hun kinderen veel vrijer laten dan de Britse, omdat zij erop vertrouwen dat ook de omgeving ingrijpt als zij over de schreef gaan. Britse ouders weten al dat niemand hun kinderen ergens op zal durven aanspreken.

Bijvoorbeeld.

Maar het ontbreekt me verder wat te veel aan vergelijkbare uitingen van afstand en overzicht in het boek. Het is me telkens niet abstract genoeg, waar het betoog juist om abstractere conclusies smeekt.

En dan schrijft Furedi ook:

Helaas zit niemand te wachten op meer cynisme jegens maatschappelijke instellingen. Scepsis over politici, of welk ander deel van de elite ook, leidt op zichzelf niet tot iets positiefs. Bij gebrek aan een alternatief leidt zulk cynisme tot de conclusie dat elke vorm van menselijk ingrijpen verdacht is.

[249]

Terwijl ik nog altijd heel dom denk dat mijn plicht is als denkend mens nu juist de voortkankerende rot aan te wijzen in bijvoorbeeld overheidsstructuren, en alles wat hier doorgaat voor democratie. Niet om mijn gelijk te halen, en dan ongelovig te gaan lachen. Maar omdat de analyse van die structuren vrijwel altijd op een te laag niveau plaatsvindt.

Daarom helpt het echt het denken om bijvoorbeeld eens te kijken hoe de samenleving eruit zou zijn als elk overheidsbeleid cynisch zou zijn; in naam weliswaar bestaat, en op het oog wel wat doet, maar geen enkel resultaat oplevert. Counter factual analysis kan een nuttig gereedschap zijn.

Culturen veranderen. De taken waar overheden in een samenleving voor staan daarmee ook. Een diagnose alleen van de problemen die daardoor mogelijk rijpen, is niet genoeg.

** zie over dit thema ook het boeklogje over Fear, van Corey Robin

Frank Furedi, Cultuur van angst
304 pagina’s
Meulenhoff, 2007
Vertaling door Nico Groen, Arjen Mulder, en Maaike Post
van Culture of Fear, 2006

Terugkeer van het gezag ~ Frank Furedi

Geen belangrijker zaak schijnt er te zijn als onderwijs. Vandaar dat iedereen er zich altijd maar mee bemoeit. En daarom ook dat de hoogste torens in Den Haag gevuld zijn met beleidsambtenaren die het onderwijsveld van bovenaf bestoken met almaar nieuw beleid.

Zo gaat dit al tijden. En toch is de verlossing nog altijd niet daar. Wat natuurlijk best komen kan omdat niemand met zijn fikken van het onderwijs af weet te blijven.

In De terugkeer van het gezag onderzocht socioloog Frank Furedi hoe deze ontwikkelingen in Engeland verliepen de laatste decennia. Waar precies dezelfde problemen spelen. Omdat ook daar politici maar onderwijshervormingen blijven doorvoeren, en vele deskundigen elkaar leuk bezighouden met iets dat uiteindelijk nauwelijks positieve resultaten oplevert.

Furedi schreef dit boek ook voor een Brits publiek, en gebruikt strikt Engelse voorbeelden. De lezer van de vertaling hier wordt daarom geacht zelf parallellen aan te brengen met het geschetste beeld.

Nuttige opmerkingen van algemene aard gaan bijvoorbeeld over de status van school. Omdat die tegenwoordig geacht wordt het kind niet alleen op te leiden tot een braaf belastingbetalertje. School moet ook compenseren wat het kind te kort komt, aan vaardigheden of opvoeding.

Tegelijkertijd is er een beweging die de doelen van onderwijs almaar vager maakt. Andere critici dan Furedi noemen dit de vervrouwelijking van school — hij negeert juist heel opvallend dat les krijgen steeds meer de typische behaagzucht en gehoorzaamheid in het meisjesgedrag beloont, terwijl het ruwere jongensgedrag al gauw als ongewenst wordt gezien, waar dan pillen voor zijn.

Iets als gewoon kennis leren, of leerkrachten vanuit hun vakkennis les laten geven, mag daardoor ineens ook al niet meer.

Speelt dwars door alles heen nog een ander probleem. Want als iedereen uiteindelijk een schooldiploma krijgt, is dat diploma niets meer waard; want mensen kunnen zich daardoor niet meer van elkaar onderscheiden.

Wat een samenleving van onderwijs verlangt, is dus al iets anders dan wat elk individu wil overhouden van al die jaren op school.

Furedi komt helaas te weinig toe aan de vraag waar onderwijs dan wel voor dient, omdat hij veel tijd neemt om zijn kritiek toe te lichten. Daarbij vermoedde ik dat een aantal hoofdstukken oorspronkelijk als essay is gepubliceerd. Het boek bevatte veel terugkerende elementen; waar dat niet hoefde.

Frank Furedi, De terugkeer van het gezag
Waarom kinderen niets meer leren

304 pagina’s
Meulenhoff, 2010
Vertaling door Willem Paassen van Wasted

Waar zijn de intellectuelen? ~ Frank Furedi

Ongepland las ik in vertaling twee boeken vol cultuurpessimisme vlak na elkaar. Het ene was van Roger Scruton, een erkend conservatief filosoof. Daar boeklogde ik gisteren over. Dit is van de socioloog Furedi, die een links tot zelfs extreem-links verleden heeft.

En terwijl beide boeken een zelfde pessimistische kern hebben, vond ik Waar zijn de intellectuelen? het interessantst van de twee — al herhaalt de auteur zich naar het einde toe wat vaak. Verder is dit misschien het meest Britse boek, en werd het niet geschreven om ook buiten Groot-Brittannië geldigheid te hebben.

Dit boek vond ik om twee zaken boeiend, die ik niet eerder zo helder met elkaar in verband zag gebracht.

Wat me als eerste trof, is Furedi’s antwoord op de vraag wat of wie nu zich precies intellectueel kan noemen. En dat komt uiteindelijk op de conclusie neer dat van oudsher in Groot-Brittannië intellectuelen die mensen waren die zonder enig eigenbelang hun opinies gaven, uit sociale betrokkenheid.

Maar, die vrijheid is verdwenen.

Op alle terreinen heeft een professionaliseringslag gewoed. Bijna niemand is nog ongebonden. Bovendien heeft vrijwel iedereen zich moeten specialiseren. Politieke besluiten leiden er dan weer toe dat alles bureaucratiseert, of zelfs juridiseert. Binnen al zulke gesloten stelsels, met hun al dan niet geschreven regels, heeft de mening van éen buitenstaander niets meer te betekenen. Hoe waar die mening misschien ook is.

En terwijl die processen tot elitevorming leiden, omdat de uitsluiting van buitenstaanders geïnstitutionaliseerd is, ontwikkelt zich tegelijk de trend om traditioneel elitaire sectoren, als de kunsten, of het hogere onderwijs, voor zo veel mogelijk mensen toegankelijk te maken. Dit kan alleen door aan hen geen enkele eis meer te stellen.

De beste bibiliotheek is een bibliotheek die er niet uitziet of er boeken worden uitgeleend, maar als een gezellig trefpunt voor onderling contact. Want het idee van lezen schrikt maar af.

Musea moeten leuker.

Onderwijsinstellingen worden betaald voor het aantal cursisten dat slaagt — waardoor het automatisch loont zo veel mogelijk studenten te laten slagen.

Dat het verwerven van kennis een doel op zich kan zijn, past niet in dit wereldbeeld. En Furedi’s wrevel daarover is duidelijk; en misschien niet geheel los te zien van diens linkse achtergrond; en de tradities daarin van volksverheffing.

Ook de politici in Nederland willen nooit iets anders dan het onderwijs verbeteren. Maar opvallend genoeg heeft al die bemoeienis alleen maar tot een verlaging geleid van de uiteindelijke kwaliteit. Helaas zijn het alleen de cultuurpessimisten die durven op te schrijven waarom dit is. Helaas ook heeft Furedi in dit boek zelf al geconstateerd dat zijn conclusies er waarschijnlijk niet toe zullen doen.

En goed, in Nederland heeft Lolle Nauta ook al eens beschreven dat intellectuelen er hier traditioneel niet toe doen, in het publieke debat.

Maar waarom worden zij die zo vaak de opiniepagina’s bevolken dan toch als intellectuelen gezien? Terwijl vrijwel geeneen van hen ongebonden zijn visie geeft?

Frank Furedi, Waar zijn de intellectuelen?
224 pagina’s
Meulenhoff, 2006
vertaling door Guus Houtzager van Where Have all Intellectuals Gone?, 2004

Waarom cultuur belangrijk is ~ Roger Scruton

Ongepland las ik in vertaling twee boeken vol cultuurpessimisme na elkaar. Het ene was van de socioloog Furedi, die een linkse tot zelfs extreem-linkse achtergrond heeft. Dat bespreek ik hier morgen. Het andere is dit boek van Roger Scruton, een erkend conservatief filosoof.

Er viel me op dat beide het in de kern van hun betoog opvallend met elkaar eens zijn. De verschillen tussen beide boeken zitten dan ook meer in de manier waarop beide schrijvers wetenschappelijk hebben leren denken. Furedi probeert te inventariseren wat er allemaal mis is, terwijl Scruton een diepe cultuurcrisis als gegeven ziet, waarmee zijn boek leest als een pleidooi het goede toch vooral te behouden.

Bovendien valt bij Scruton op dat in de Nederlandse vertaling de subtitel van het origineel verdwenen is. Blijkbaar mag de koper hier niet weten dat Scruton het heeft over Geloof en gevoel in een belegerde wereld.

Toegegeven, het is dat ik meer van Scruton gelezen heb, en zijn ideeën beter ken. Daarom vallen me bepaalde details op. Dit boek is bijvoorbeeld absoluut geen religieus tractaat, maar er wordt op een paar plaatsen wel de lof gezongen van wat een georganiseerd geloofsleven te bieden heeft.

Rationalisten menen nogal eens dat het bij religieuze opvoeding gaat om het overdragen van leerstukken over God, men en schepping — leerstukken die volgens hen niet bestand zijn tegen wetenschappelijk onderzoek, en die de mensen die ze aanvaarden eigenlijk ongeschikt maken voor het lidmaatschap van de moderne, sceptische gemeenschap. Maar in feite heeft de religieuze opvoeding zich door de eeuwen maar heel weinig met leerstukken beziggehouden. Haar voornaamste boodschap lag in rituelen, voorschriften en verhalen, en die richten zich alle drie op de morele opvoeding — op het leren wat je moet doen, en, belangrijker nog, wat je moet voelen, in de gewone situaties van het menselijke leven.

[56-57]

Maar zo’n duidelijke aanwijzing als hierboven over waar hij de verlossing ziet, is zeldzaam in dit boek. Hoewel Scruton het bijvoorbeeld verder wel over de schandalig slechte kwaliteit heeft het openbaar onderwijs in Groot-Brittannië; of dat het grootste genot voor het gemene volk instantgenot lijkt te zijn geworden.

Merkwaardig aan dit boek is dus dat ik hem elders eerlijker stukken heb zien schrijven, over waar de uitwassen van de massacultuur toe leiden. Losse artikelen vooral waarin hij veel uitgesprokener was.

Dit boek lijkt daarom het meest op een oppervlakkige inleiding in de cultuurkritiek, waarmee Scruton een groter publiek zocht dan hij normaal bereikt — zodat hij zijn toon gematigd heeft.

Al kan het ook zijn dat ik boek zo veel minder vond dan dat van Furedi, dat dit mijn oordeel kleurt.

wordt zondag vervolgd.

Roger Scruton, Waarom cultuur belangrijk is
144 pagina’s
Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2007
vertaling door Jabik Veenbaas van Culture Counts
Faith and Feeling in a World Besieged
, 2007