dit is het dossier:

Xandra Schutte

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

19 boeken die ons boos maakten ~ Joost de Vries sam.

Het heugt me niet ooit boos te zijn geworden om een boek. Misschien doordat het schrift toch een laag aan abstractie inbrengt. Tussen de woorden van een schrijver en mijn begrip moet eerst nog een decodering plaatsvinden.

Boos kan ik namelijk wel worden om de toneelstukjes op televisie die dan doorgaan voor interviews met een politicus. Jan Peter Balkenende, de lul met vingers, riep soms zo veel afkeer op dat ik naar het TV-scherm ging schelden — al gold mijn woede misschien nog meer de journalisten van dienst die Balkenende altijd weer weg liet glibberen op diens immer onwelriekende vloed aan taaldiarree.

Dat mensen echt boos kunnen worden om boeken lijkt me uitzonderlijk — tenzij ze daarin persoonlijk rechtstreeks beledigd worden door de auteur.

Eigenlijk schiet me enkel Rushdie’s Satanic Verses als voorbeeld te binnen als voorbeeld van een boek dat nogal wat gerichte woede losmaakte. Al is de standaard ook wel absurd hoog misschien, nu enkel het tekenen van een cartoon, of het publiceren van een zwartgallig satirisch weekblad al tot moord en doodslag leiden kan.

Maar Rushdie’s vertaler naar het Japans werd doodgestoken. Zijn Noorse uitgever neergeschoten.

Aan de bundel Negentien boeken die ons boos maakten, dat werd samengesteld door de redactie van De Groene Amsterdammer, viel dus wat mij betreft op dat Rushdie’s beruchte roman daarin ontbreekt. Terwijl er onder die negentien essays toch nogal wat gaan over titels die de funeste invloed behandelen die immigratie zou hebben op landen in West-Europa.

Houellebecq komt langs, met Plateforme en Soumission. En zijn voorganger in provocatie Jean Raspail, met Le camps des saints uit 1973.

Thilo Sarrazin’s Deutschland schafft sich ab wordt behandeld. Eric Zemmour’s Le suicide français. Waar dan als tegengeluid enkel een Pleidooi voor radicalisering tegenover staat van Dyab Abou Jahjah — al lijkt me dat die tekst allereerst een luidkeels protest opriep van schrijvers die bij dezelfde uitgever zaten, en ineens hun fonds hadden te delen met ‘de pooier van de profeet’.1

Jahjah’s pamflet lijkt me ook geen boek dat we zullen blijven lezen — wat volgens samensteller Joost de Vries toch éen van de criteria was om opgenomen te worden in deze bundel.

En zou iemand echt nog al die tijdsgebonden uitgaven lezen waarvan de schrijver wilde dat we eens met een andere blik naar de Tweede Wereldoorlog keken, waar toen misschien even rumoer om was? Goldhagen’s Hitler’s Willing Executioners, of Van der Heijden’s Grijs verleden?

Er kleeft kortom wat willekeurigs aan de titels die behandeld werden in deze uitgave. Waar dan weer tegenover staat dat het altijd prettig is om essays te lezen die geschreven zijn zonder de hijgerige en gemaakte opwinding van de actualiteit, die menige boekenbijlage zo kwelt, omdat ook de ontvangst van een boek in de tijd eens kan worden meegenomen; en er daarmee relativering ontstaat. De Groene stelde eerder twee vergelijkbare bundels samen; die zouden mede daarom de moeite waard kunnen zijn.

Aan de in dit boek besproken titels die leesbaar zijn gebleven, zoals Eenzaam avontuur of Lolita, kleeft immers enkel nog de zweem van een herinnering aan een schandaal ooit eerder.

En het essay van Marja Pruis over Mijn beter ik, van Renate Rubinstein, bijvoorbeeld, was gewoon als tekst al goed. Al confronteert zo’n essay mij er ook weer mee wat mogelijk zou zijn als ik eens wat tijd zou steken in mijn boeklogjes. Ook ik besprak immers dat boek.

Joost de Vries sam., Negentien boeken die ons boos maakten
Samengesteld door de Groene Amsterdammer

172 pagina’s
Amsterdam University Press, 2017
  1. dixit wijlen Theo van Gogh. []

Hoe verliefd is de lezer? ~ Doeschka Meijsing

Lichtenberg’s zo ware uitspraak dat elk boek als een spiegel is, heeft consequenties. Want die maakt elk boeklogje ook tot een zelfportretje. Ik keek immers in een boek, en schreef vervolgens op wat mij daarbij opviel. En wie of wat keek daarbij?

Doeschka Meijsing [1947 — 2012] las anders dan ik dat doe. Wat de bundel Hoe verliefd is de lezer? in vrijwel elk stuk overduidelijk toont. En daarmee werd dit boek voor even meer dan een verzameling van lezingen en essays over literatuur. Als ik mijn opvattingen naast de hare zette, kwamen die vrijwel nooit overeen.

Wel hechten we beide grote betekenis aan het herlezen van boeken. Alleen zit er bij mij gauw eens zeker vijfentwintig jaar tussen eerste en tweede lezing. Doeschka Meijsing meldde terloops meteen opnieuw te beginnen in een boek als dat iets in haar had losgemaakt. Om het meteen zelfs vier, vijf keer te lezen als ze overwoog of zo’n uitgave het wel waard was om in haar boekenkast te mogen staan.

Maar dan uitte ze haar bewondering voor bijvoorbeeld J.D. Salinger en dan vond zij nu net die godsdienstwaanzinnige verhalen over de familie Glass geweldig. Waar ik Salinger goed vind ondanks die vervelende kinderen Glass.

Of dan vond ze bij Rudy Kousbroek het dweperig sentimentele en altijd verliefde aspect in dat werk erg voor hem spreken.

En dan vergoelijkte ze de weinig elegante stijl van Vestdijk — die voor mij herlezing van dat oeuvre onmogelijk maakt — omdat hij uiteindelijk zo veel beter analyseerde dan het de anderen lukt.

Nu is het niet per se nodig om een schrijver te leren kennen door te weten hoe hij of zij las. Ook een roman laat doorgaans heel goed doorschemeren wat de maker er voor eentje was. Alleen had ik daar bij Doeschka Meijsing wel deze toevallig zeer plezierig uitpakkende omweg nodig. Want haar hoofdwerk kwam tot nu toe bij mij voorbij zonder iets na te laten. Daar was dus dit postuum verschenen bijboek voor nodig.

En de vraag waarom een boek precies onverschillig passeert, is misschien nog wel moeilijker te beantwoorden dan wat een uitgave goed maakt.

Doeschka Meijsing was alleen al een generatie ouder dan ik ben. De opvattingen over literatuur waarmee zij opgroeide, en de schrijvers die als belangrijk werden gezien, zullen daarmee anders zijn geweest; nog afgezien van alle persoonlijke verschillen. En, zoals Hoe verliefd is de lezer? bewees, haar werkelijkheid was uiteindelijk aanzienlijk taliger dan de mijne, en daarmee naar mijn idee dus abstracter, of wolliger, of minder precies.

Literatuur lezen, is alleen geen wedstrijd waarin iemand het beter kan doen dan een ander. Zelfs al zijn er altijd mensen, mannen vooral, die menen van wel. Terwijl een bundel als deze mij nu juist laat zien hoe onzinnig bijvoorbeeld een literaire canon is — als opvattingen over een paar boeken al zo kunnen verschillen tussen twee personen.

Maar Hoe verliefd is de lezer? is allereerst een aanstekelijke lofzang aan het lezen. En voor de meeste mensen zal dit genoeg zijn. Gaf Doeschka Meijsing daarnaast ook nog een inkijkje in hoe ze schreef.

Zowel dat lezen als dat schrijven sprak voor haar vanzelf. Ze noemt schrijven zelfs:

even noodzakelijk als eten en drinken en ademhalen en liefhebben.

En in éen van haar odes aan het lezen, wijst ze er zelfs unverfroren op hoe achterlijk de cultuur van het niet-lezen is:

Wij hebben lezen in de stilte leren kennen. Ik durf te zeggen dat ik van alle menselijke activiteiten, inclusief liefhebben, onze vorm van lezen de meest humane en de meest hoogstaande is. Op onze overvolle planeet is lezen iets waarmee je niemand tot last bent, waarmee niemand jou tot last is, dat niemand schade berokkent en waarmee je jezelf een ongelooflijk plezier doet. Van alle manieren om ‘iets tot je te nemen’ is lezen de meest geïsoleerde, maar ook de meest veeleisende manier, waarbij je tegelijkertijd — als ware het in een moeite door — een hoop cursussen cadeau krijgt; je leert je concentreren; je leert denken; je leert tegenspreken; je leert je voorstellingsvermogen te ontwikkelen — dat alles op je eigen, allerindividueelste manier, waarover je tegenover niemand verantwoording hoeft af te leggen.

Het is mij in de loop der jaren steeds meer gaan verwonderen dat lezen, die stilste vorm van genoegen, meer en meer uit onze cultuur verdwenen is. Er is iets anders voor in de plaats gekomen: het lawaai rond het lezen. […]

[32]
scheiding
Doeschka Meijsing, Hoe verliefd is de lezer?
Samengesteld en ingeleid door Xandra Schutte

312 pagina’s
Em. Querido’s Uitgeverij, 2017