Steeds sneller ~ James Gleick

► door: A.IJ. van den Berg

Dit boek duurt wat te lang. Op pagina tweehonderd is de kern van het verhaal wel voldoende geïllustreerd, maar dan worden er nog eens honderd aan toegevoegd. En nu vraag ik me af of de schrijver dit bewust heeft gedaan.

We leven steeds sneller, zo stelt James Gleick, die journalist voor de New York Times is. En hij weet heel overtuigend duidelijk te maken waar we allemaal geen geduld meer voor hebben. Het lezen van boeken, bijvoorbeeld. Dat doet niemand meer.

Maar zou hij het zijne daarom extra lang hebben gemaakt?

Toch is mijn bezwaar wat merkwaardig. Want, dit is wel een prachtig boek. En Gleick lukt het heel goed om drooghumoristisch de onzin te laten zien, van onze drang naar efficiëntie. Gaat het mij dan werkelijk alleen nog om de kern van zijn boodschap, en niet meer om het exposé? Zoals Gleick beweert?

Voort maar weer.

Tegelijkertijd. We zeggen dan wel het zo vreselijk druk te hebben, maar de files zijn nog nooit langer geweest dan nu. Hoe snel rijdt zijn auto nu gemiddeld door een stad heen? En hoeveel harder is dat als een bejaarde op een fiets kan?

Hoe komt het dat de tijd dat we televisie kijken alleen maar toeneemt, met de jaren?

Enfin, waar ik mee zeggen wil dat dit moment, zo aan het begin van januari, een goede gelegenheid was om over het verstrijken van de tijd na te denken. Een heel jaar is net niets meer. En dat dit boek me daarbij nog even wat extra onderwerpen meegaf, om over te peinzen.

wordt vervolgd

James Gleick, Steeds sneller
De permanente jacht naar tijdwinst
en de roep om onthaasting

332 pagina’s
Uitgeverij Anthos © 2000
Vertaling van Faster. The Acceleration of Just About Everything © 1999

[x]opgenomen in het dossier:

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden