Ik, de ander ~ Imre Kertész

► door: A.IJ. van den Berg

Kertész riep iets bij me op dat Capek eerder ook al deed. En Thomas Bernhard. Of al de Middeleuropese schrijvers die ik las ruim voor boeklog bestond. Het gaat dan over een gevoel dat lijkt te ontbreken in al die Amerikaanse boeken die ik lees, of misschien wel bij alle Angelsaksische auteurs.

Ik sta nu wel voor het probleem dat dit onderscheid alleen zichtbaar is door het enorm te overdrijven. Maar er bestaat voor mij onderhuids een verschil tussen boeken uit wat ik dan maar het oude Europa noem en die uit de relatief jonge VS.

Noem het pessimisme versus optimisme.

Noem het wantrouwen dat het opeens toch mis zal gaan tegenover het vertrouwen dat het wel goed komt, omdat die American Dream toch alles doordrenkt.

Lang heb ik gewacht om iets van Kertész te lezen. Wat vertegenwoordigt hij, als Joodse Hongaar, dat oude Europa niet. Zijn belangrijkste thema is Auschwitz; voor mij geen onderwerp waar ik voor mijn lol nog eens een boek over lezen wil. Al komt dat waarschijnlijk door de platte emoporno van zoveel Nederlandse artisten, die de Tweede Wereldoorlog nog altijd zien als tiet, die slechts dient om uit te melken.

Ik geef toe eerst gebladerd te hebben om te kijken of de oorlog niet al te veel ruimte innam in dit boek. Maar nee, dit is grotendeels een autobiografisch verslag in fragmenten van de boekenreizen die Kertész maakte in het midden van de jaren negentig. Reizen door Duitsland vooral. Verder bestaat het observaties en mijmeringen.

Al vaker heb ik hier betoogd dat juist dit soort boeken het talent van een schrijver onbarmhartig tonen. Er is geen verhaalvorm. De taal moet het helemaal zelf doen.

En Kertész kan soms diep kervende zinnetjes schrijven. Wat betekent dat ik toch maar eens overwegen moet meer van hem te lezen.

Dit boek gaat onderhuids trouwens ook over de veranderingen in Hongarije na 1989, omdat voor Kertész iets te vaak bevestigd wordt dat zijn wantrouwen gerechtvaardigd blijft.

Enfin.

Vreemd eigenlijk, bedenk ik me nu, dat er geen Nederlandse schrijvers zijn die het beste van beide soorten literatuur in zich hebben. Terwijl er hier toch contact is tussen die twee culturen, waar dat elders ontbreekt. Wat zou ik niet geven voor een roman geschreven met alle kennis van die vitale Amerikaanse verteltraditie, maar dan op spanning gebracht door flink wat Middeleuropese wereldwijsheid. Škvorecký kwam wel een eind, in die zin, ja.

Imre Kertész, Ik, de ander
126 pagina’s
Uitgeverij Van Gennep bv, 2001
Vertaling door Henry Kammer van: Valaki más, 1997


[x]opgenomen in het dossier: ,


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden