Marte Jacobs ~ Tim Krabbé

► door: A.IJ. van den Berg

Er is iets merkwaardigs met de boeken van Tim Krabbé, dat ik ook opmerkte in mijn boeklogje over De renner. Al moet tegelijk worden gezegd dat de bevreemding pas naderhand komt. Als het boek al uit is, en er nog eens over wordt nagedacht.

Krabbé’s boeken kloppen vaak niet, voor mij. Logisch gezien.

Tijdens het lezen valt dit niet totaal op. Tim Krabbé weet zijn verhalen altijd heel vaardig op te zetten; van te voren is meestal duidelijk dat er een twist komt op het eind, en toch komt die wending bijna altijd nog als een verrassing. De uitstel van het ongeloof blijft tot het einde. Dit alleen al maakt zijn boeken opmerkelijk.

En met Marte Jacobs schreef Krabbé zelfs een roman over een onderwerp dat me wel interesseert. Uiteindelijk gaat dit boek misschien wel over de vraag wat nu goed schrijven is. Al is die vraag in dit boek dan verpakt als een liefdesgeschiedenis — waarbij ditmaal het leeftijdsverschil tussen jongen en meisje de voornaamste belemmering is.

Ik heb het vaker op boeklog betoogd, de enige liefde waar boeiend over geschreven kan worden, is de gedwarsboomde liefde. Voor schrijvers levert dit het probleem op dat met het vrijer worden van de zeden, en het verdwijnen van het gearrangeerde huwelijk, nogal wat mogelijkheden tot verhalen wegvielen. Daardoor zoeken zij het mij nu wat te makkelijk in extremen.

Krabbé lijkt het zonder onredelijkheden af te kunnen. Hij schetst overtuigend de liefde tussen het jonge meisje Marte Jacobs, en de zeven jaar oudere Emile Binenbaum, een dichter in wording. Zij is negen jaar oud als ze elkaar voor het eerst ontmoeten. En zelfs al bestaat die liefde misschien alleen in Binenbaum’s hoofd, en ontmoeten de twee elkaar door de jaren maar een paar keer bewust, er lijkt iets bijzonders te zijn.

Maar juist als Marte oud genoeg geworden is voor Emile om nu eens door te pakken, wordt ze door een ander versierd, op een schoolreünie. Erger nog, de snoodaard was een vriend. Ene Willem Reiff, die zich later bovendien ook nog ontpopt tot schrijver, na eerst in de reclame te hebben gewerkt. Een buitengewoon succesvol schrijver bovendien, in elke boekhandel massaal aanwezig. Al leest Emile Binenbaum zijn boeken alleen om te zien of Marte er ooit in voorkomt.

Het moet duren tot de mannen al in de zestig zijn, als Reiff het boek Een meisje uit mijn jeugd publiceert.

En het is door die grote kloof in de tijd, dat het verhaal van deze roman voor mij bij nader inzien schuurt. Vijfendertig jaar na dato nog zulke emoties? Die Binenbaum moet wel erg weinig in zijn leven hebben meegemaakt…

Toegegeven, Marte Jacobs heeft hem ooit tot dichter gemaakt. Het vers waarmee hij in elke bloemlezing staat opgenomen, werd geschreven na de eerste ontmoeting met haar. Het was het allereerste gedicht dat hij ooit schreef — ook al zo’n onwaarschijnlijk gegeven.

En waarom haat hij haar niet, omdat hij misschien door dat ene gedicht wel een verkeerde afslag in het leven heeft genomen, en dacht de dichtkunst als roeping te hebben?

Nee, dit boek is een aardig sprookje over de liefde, waarvan ik hier het plot niet zal verraden, omdat er wel degelijk een hoop leesplezier aan te beleven is. Had het in een bundel gestaan met nog een stuk of zes, zeven vergelijkbare verhalen, dan was ik er waarschijnlijk aangenaam door getroffen geweest. Maar als roman blijft er na afloop mij te weinig van over.

Tim Krabbé, Marte Jacobs
165 pagina’s
Uitgeverij Prometheus, 2007

[x]