En Ik zag dat het goed was ~ Peter Bügel

► door: A.IJ. van den Berg

Het stond bij mij in de kast, maar zei me geheel niets. Dat komt vaker voor, bij boeken. Ik zou er zo een nieuwe rubriek van kunnen maken op boeklog. Met deze week aandacht voor En Ik zag dat het goed was.

De auteur is me dan wel weer bekend. Peter Bügel was columnist voor Het Parool, en had het daarbij vooral over alle sprookjes die er over gezond leven verteld worden. Toen Het Parool zijn wetenschapsbijlage nihileerde, schreef hij volgens mij nog even voor De Volkskrant.

Dit boek is duidelijk ooit aangeschaft omdat de kwaliteit van Bügels’ columns me zo beviel. Misschien heb ik het daarom zelfs wel blind gekocht. Daarna even ingekeken, en toen maar vlot weggezet.

En Ik zag dat het goed was kan een parabel zijn, over het geloof. Het is het verhaal van een schepper, die een wereld maakt die verdacht veel op de aarde lijkt. Met bewoners die verdacht veel op aardbewoners lijken. Alleen heten ze in dit boek ‘ridiculen’, en komen ze verder niet in het betoog voor. Behalve dan dat gemeld wordt dat zij hun schepper goed achten, en vereren.

Bügel heeft een klassiek concept uit de science fiction genomen, door de schepping van die wereld een ongeluk te laten zijn. In dit geval vond de uitvoering plaats door een onbevoegde technicus, met een persoonlijkheidsstoornis. Een groot deel van dit boek bestaat ook uit het onderzoek naar wat er mis ging bij de toepassing van de scheppingsprotocollen, plus een karakterschets van de verdachte.

Punt is alleen dat vanaf de eerste pagina al duidelijk is dat de schepping van die wereld nooit had mogen plaatsvinden. Alles wat daarna kwam was een invuloefening, van een enorme voorspelbaarheid.

Nu goed, er is nog een twist aan het eind. Maar zelfs die verloopt bijna volgens het vertelcliché: en toen was het allemaal een droom.

Peter Bügel, En Ik zag dat het goed was
94 pagina’s
Uitgeverij Contact, 1997

[x]

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden