Picknick op de wenteltrap ~ Esther Jansma

► door: A.IJ. van den Berg

Deze roman lijkt me in vorm en aanpak geïnspireerd door een van mijn lievelingsboeken. Galeano’s Boek der omhelzingen. En prettig genoeg heeft Esther Jansma vervolgens iets geheel eigens gedaan met het idee om een verhaal te vertellen in een mozaïek aan fragmenten.

Zo hebben de fragmenten maar éen onderwerp. Dit is een klein meisje, dat net iets begint te begrijpen van de wereld om haar heen. Toch blijft daar veel onbegrijpelijks in bestaan. En dat kan eng zijn.

In de loop van dit boek ontwikkelt dat meisje verschillende stemmen. De eerste daarvan neemt waar. Door te fantaseren over regendruppels, wordt een zelf geboren.

Je kijkt hoe de regen op straat valt. Met iedere druppel spat een zeilbootje van water omhoog. Een heleboel zeilbootjes die niet langer dan een tel bestaan, Ze denken dat ze op weg zijn, denk je. Opeens bestaan ze en geloven dat ze er altijd al waren, en dan is het over, dan denken ze niets meer.

Je kijkt naar de bootjes en denkt: ik denk ík’! Mijn ik denkt met mijn hoofd!

Je denkt: ik ben dit hoofd!

[11]

Later voegen twee stemmen bij ‘het hoofd’, de nieuwsgierige ‘Romanticus’, en de wat bangelijke ‘oud’. En tezamen vertellen ze verschillende verhalen. Over opgroeien. Over de wereld. Over zussen. En over een verschrikkelijk groot en onbegrijpelijk drama. Eerst gaat de vader weg uit huis, en later ligt hij dan ook nog in een ziekenhuis, waar hij dood gaat.

‘Jullie praten te vaak over de vader’ zegt de moeder. ‘De kleinste herinnering moet worden opgehaald. Het begint ’s morgens bij het ontbijt en het eindigt als jullie gaan slapen. Alsof jullie zoeken naar iets om te voelen. Er is een woord voor zulk gedrag. Dat woord is “sentimenteel”.’

[98]

Elders heb ik ooit onderzocht welke herinneringen er nog waren aan de tijd voor ik leerde lezen en schrijven. Omdat mij leek dat die herinneringen nog niet te zeer vervuild waren door taal. Tegelijk was me ook duidelijk dat ik ze zou gaan vervuilen door ze op te schrijven. Vertellen doet dat met een gebeurtenis; die moet dan ineens aan vertelconventies voldoen.

Mede daarom vind ik het erg slim dat Jansma ervoor gekozen heeft om alles in fragmenten te beschrijven. Bovendien is haar taal zo goed — al mocht dat misschien ook verwacht worden van een dichteres.

Toch mis ik ook iets in het boek, tussen alle pracht, en dit is het conformisme van het kleine kind; dat er zo graag bij wil horen, en daarom eeuwig vergelijkt. Heeft de schrijfster haar hoofdpersoon misschien toch wat te volwassen gemaakt, in haar alleengang om groter te worden.

En nemen kleine kinderen geuren en smaken niet veel intenser waar dan volwassenen? Waarom ontbreekt zo’n aspect dan weer?

Esther Jansma, Picknick op de wenteltrap
Roman

125 pagina’s
De Arbeiderspers, 1997

[x]

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden