Klinkende ikken ~ Atte Jongstra

► door: A.IJ. van den Berg

Nergens in Nederland bestond er een grotere traditie om volksverhalen te vertellen dan in de Friese Wouden. Atte Jongstra komt uit deze streek; hij bracht zijn jeugd door in Terwispel. En hoewel hij niet in het Fries schrijft, is hij misschien wel degene die de traditie om het volk verhalen te vertellen het meest succesvol heeft voorgezet.

Die traditionele volksverhalen waren namelijk zelden origineel. Meestal waren het bewerkingen van andermans vertellingen, toneelstukken zelfs, of gewoon verhalen die in de krant hadden gestaan.

Jongstra zoekt zijn bronnen meestal wat hogerop, maar altijd blijft de vraag wat in zijn werk verdichting is, of hervertelling, en wat waarheid.

Ditmaal maakte hij zichzelf tot onderwerp van een boek, om al in de subtitel aan te geven dat het hem daarbij niet per se te doen is om eerlijk te zijn. Dus las ik dit boek vooral als een ontspannen verzameling anekdotes.

Interessantst waren daarin voor mij de terzijdes die Jongstra schreef over Terwispel, en zijn schooltijd in Drachten. Mede omdat ik die omgeving ken, en vermoed dezelfde middelbare school als hem te hebben bezocht. In elk geval kwam ik, ruim een decennium na Jongstra, in dezelfde bars en discotheken.

Merkwaardig trouwens, dat Jongstra’s woorden daarover mij zo intrigeerden. Alsof vermelding in een boek pas die ervaring van zovelen toch ineens bijzonder wist te maken. Deze emotie zal ongetwijfeld ook anders zijn voor lezers die opgroeiden in vaker beschreven steden.

Behoorlijk venijnig zijn verder Jongstra’s afrekeningen met enkele collega’s, zoals de mij onleesbare Willem Jan Otten, of Michael Zeeman.

Lullig-grappig zijn de eigen avonturen in den vreemde.

In dit boek is ook ruim aandacht voor de reuring die de publicatie opriep van de nepbiografie De avonturen van Henry II Fix. Ook dat was typisch een boek geschreven vanuit die oer-Friese verteltraditie om overal wat weg te pikken, en dit naar eigen inzicht te verfraaien. Ik kon daar alleen niets mee, vanwege de aantoonbare fouten tegen het verleden.

Op papier mag veel, maar geen lezer staat altijd open voor wat daardoor ontstaat. Soms kan ik me prima een uurtje of wat met een Jongstra vermaken, zoals nu gebeurde, soms gaat dit ook helemaal niet.

Atte Jongstra, Klinkende ikken
Bekentenissen van een zelfontwijker

422 pagina’s
Uitgeverij De Arbeiderspers, 2008
Privé-domein nr. 266

[x]opgenomen in het dossier: