Agee on Film ~ James Agee

► door: A.IJ. van den Berg

Hooggeprezen dit boek. Door W.H. Auden onder meer, of Michael Dirda. Niet de minsten vonden dat de filmjournalistiek van James Agee [1909 – 1955] de beperkingen van het genre oversteeg, en daardoor goed houdbaar was gebleven.

Ik ben zo vrij het daar niet helemaal mee eens te zijn. Ander werk van Agee is beter te genieten. Deze bundel had voor mij twee bezwaren: de afstand in tijd, en een verschil in cultuur.

In het digitale TV-aanbod dat ik kan ontvangen, zijn er verscheidene kanalen gewijd aan klassieke Amerikaanse films. Maar zelfs als ik die trouw zou bekijken, kwam 99% van het vele dat Agee besprak nog altijd niet langs. Dus is er weinig gelegenheid om inhoudelijk te wegen hoe goed het oordeel van hem als criticus was. Dit was misschien anders geweest als ik in de VS had gewoond, waar altijd wel een van de besproken films op een van de TV-kanalen wordt herhaald. Dan had het besprokene een groter deel uitgemaakt van mijn culturele wereld.

Nu hoeft het per se een bezwaar te zijn dat ik geen weet heb waarover een schrijver oordeelt. Maar aan bijzondere taal bieden de meeste recensies ook niet veel. Agee heeft zeker voor de eerste reeks recensies uit deze bundel nogal eens stapelbesprekingen geschreven. Daarin kwamen dan minstens tien films langs, die elk in hoogstens één alinea werden afgedaan. Dat leverde kernachtige oordelen op, die krachtig ogen, maar helaas hun doel wat missen omdat ik niet weet waarover hij schrijft.

Maar was er op het moment zo’n beknopt maar toch inhoudelijk oordelende filmrecensent geweest, had hij of zij meteen tot mijn leidsmannen gehoord.

Af en toe nam Agee ook wel de ruimte — bijvoorbeeld om een mislukte film van Chaplin te bespreken — en dan werd hij meteen veel interessanter, omdat het hem aan kennis of inzicht in de film niet ontbrak. Hij schreef zelf ook scenario’s; zoals van de klassiekers: The African Queen (1951) en The Night of the Hunter (1955). Maar van die lange essayistische stukken staan er slechts enkele in.

Ook geldt dat de volgorde waarin de recensies in dit boek zijn opgenomen voor mij niet de juiste was. Allereerst komen namelijk de persoonlijk gekleurde korte stukken aan bod, die Agee tussen 1942 en 1948 schreef voor The Nation. Op het eind volgt dan nog een selectie uit wat hij aan filmkritieken schreef voor Time. Die laatste onderscheiden zich alleen al doordat ze meestal over maar éen film gaan. Uit die recensies wordt voor mij ook beter duidelijk hoeveel lol Agee had in het schrijven over film. Lol, omdat zelfs de goedkoopst geproduceerde Hollywood-confectie hem nog wel tot een aardige opmerking verleidde.

Dus, hoewel de stukken uit de laatste gedeelte minder persoonlijk leken, dwong de beperking om zakelijk te blijven hem tot interessantere teksten.

Daar zou een les in kunnen zitten, voor steller dezes.

Agee on film
Reviews and comments by
James Agee

433 pagina’s
Peter Owen ltd, 1963.

[x]


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

3 commentaren

mies  op 12 juni 2009 @ 09:58:11

Geen idee of het jou kan bekoren, maar ik keek onlangs met zeer veel genoegen naar Zizek’s Pervert’s Guide to Cinema. Voorproefje:
http://www.youtube.com/watch?v=h-M2BQhaP8Q&hl=nl

Films die je kent, analyses die verrassen. Natuurlijk moet je wel enige tolerantie opbrengen voor de beperkte begrijpelijkheid van Lacaniaanse psycho-analyse. Maar toch. Ik was gebiologeerd.

boeklog.info  op 12 juni 2009 @ 11:37:45

Dank. Ook ik ben al enige tijd door Žižek gebiologeerd, zie bijvoorbeeld:
http://eamelje.net/2006/12/29/zizek/

mies  op 12 juni 2009 @ 13:25:43

Je gebiologeerd-zijn spreekt niet bepaald uit dat stukje, maar ik neem het onmiddellijk van je aan. Hij is sprekend aanzienlijk leuker dan schrijvend. Voor leken, dan toch. Zie ook hier:
http://www.youtube.com/watch?v=_x0eyNkNpL0

Zeer onderhoudend.