Bloedsomloop van de samenleving ~ E.J. van Asselt, G.J. Buijs en M. ten Hooven

► door: A.IJ. van den Berg

Politiek en wetenschap gaan nogal vaak samen. In die zin is een pamflet als dit over vertrouwen, van het wetenschappelijk instituut van het CDA, in principe haast te prefereren boven werk van onderzoekers die zich wel neutraal wanen. Dat deze publicatie propaganda biedt, is vooraf aan het lezen duidelijk. Terwijl, wanneer ik als historicus over het verleden schrijf er ook kleuring optreedt van een doorgaans politieke aard. Zelfs al ben ik me daar bewust van, en probeer ik die subjectiviteit te voorkomen.

Tegelijk vielen eerdere beschouwingen van politieke partijen me zelden mee, door het bedenkelijk lage analytische niveau. Daar komt bij dat het CDA een partij van regenten is, die met iedereen wil regeren om maar aan de macht te blijven in Nederland. Dus intrigeerde me onder meer hoe die principeloosheid wetenschappelijk verkocht zou worden in deze publicatie.

Verder heb ik vooraf aan het lezen van deze studie stevig nagedacht over het onderwerp vertrouwen. Daar kwam een vijftal conclusies uit voort. En als De bloedsomloop van de samenleving daar nu maar minstens twee op enig inhoudelijk niveau zou behandelen, was het lezen de moeite waard geweest, leek me…

Wat is er zoal over dat vertrouwen te zeggen?

  1. De Nederlandse overheid vertrouwt mij niet meer. En u al evenmin. Onder de kabinetten Balkenende [CDA] is een haast eindeloze reeks maatregelen genomen om mijn gedrag te monitoren, of andere privé-gegevens vast te laten leggen in databases. Dit alles onder het mom dat zo het terrorisme beter bestreden kan worden. Of anders wel onder het excuus dat zo de schrijnende probleemgevallen in onze samenleving eerder te herkennen zijn. Ondertussen is daardoor iedereen die weleens internet gebruikt al haast tot terrorist gemaakt; omdat de invoering van deep packet inspection van wat u op deze website komt doen, slechts een kwestie van tijd lijkt — een maatregel verkocht als noodzakelijk om de muziekindustrie te redden. Hard bevochten burgerrechten zijn stilletjes afgeschaft. En zeg nu niet dat dit overal zo is. Nederland doet altijd veel meer aan opslag en bewaking van gedragsgegevens dan de Europese richtlijnen eisen;
     
  2. Nederlandse politici blijken een eindeloos vertrouwen in regels en wetten te hebben. Zelfs al neemt met elke nieuwe wet de bureaucratie toe, en juridiseert de maatschappij nog weer verder. En ook al komt elke regelgeving met ongewenste neveneffecten, wetten zijn hier altijd meteen voor onbeperkte tijd geldig; in plaats dat nieuwe regels voorlopig worden ingevoerd, waardoor evaluatie na enige tijd ook werkelijk zin heeft;
     
  3. Nederlandse politici wantrouwen alle niet-politici. Sinds begin jaren 70 de laatste partijloze Commissaris der Koningin afscheid nam, is de voornaamste eis voor welke functie ook in het openbaar bestuur dat de gegadigde lid is van een politieke partij, en dan het liefst van een grote politieke partij. Dienstjaren en loyaliteit spelen daarbij de grootste rol. Kwaliteit in het geheel niet. Zo’n stelsel aan openbaar bestuur is daarmee ingesteld op het weren van buitenstaanders, of afwijkende opinies. Dat maakt het op dit punt alleen al door en door gecorrumpeerd. In vele buitenlanden is dit wel degelijk anders;
     
  4. Nederlandse politici vertrouwen de media niet. Terwijl de media zich nochtans vaak opvallend kritiekloos lenen voor overheidspropaganda, of politieke ideetjes die gelekt werden met een doel. Ergerlijk is natuurlijk wel dat journalisten er een handje van hebben vooral stil te staan bij thema’s die er in werkelijkheid nauwelijks toe doen — en politici daarover blijven lastigvallen;
     
  5. Maar bij al dit houdt de Nederlandse bevolking toch een opvallend groot vertrouwen in zijn bestuurderen, en hun besluiten; waar er in nabije buitenlanden een veel groter wantrouwen bestaat. Waardoor het des te meer opvalt dat hier een menigte van zo’n 15%-20% aan kiezers de laatste tien jaar op drift is geraakt, en stemmen wil op wie nu maar weer het best de populistische gedachte verwoordt. Vooral de kramp waarmee de zittende machthebbers op deze ontwikkeling reageren blijft opvallend;

Dit CDA-rapport signaleert van alle genoemde problemen er weliswaar drie, maar uit zich daar slechts in de meest algemene zin over.

Nog meer wetten invoeren, leidt inderdaad ook tot een verdere verstroping van het openbaar bestuur. Meer dan deze conclusie staat er niet in.

En dat blinde vertrouwen van de bevolking in de overheid, tja, misschien moest toch maar eens beter verteld worden dat dit misschien niet altijd terecht is. Tegelijk wordt dan een probleem dat politici moeilijk zelf kunnen vertellen dat hun handen behoorlijk gebonden zijn. Maar zo’n conclusie wordt al niet eens geformuleerd.

Net zo bestaat de enige stellingname tegen de trend naar populisme in de politiek uit de titel van het rapport, en dus slechts uit een metafoor die verder niet uitgewerkt wordt. Want, als de bloedsomloop van een land toch eens mocht stokken…

Over deze studie kan ik ook weinig anders schrijven dan dat die een hoogst oppervlakkige verkenning biedt van wat er op het moment allemaal speelt in de wereld. Dat het een rapport is eerder bedoeld om de achterban gerust te stellen, dan om deze mensen met enige kwaliteit te informeren.

De meeste observaties worden ook op een zeer voorspelbare, ja welhaast journalistieke manier afgedaan. Bovendien staat er niets nieuws in, voor wie de afgelopen tien jaar weleens een minuut of wat nagedacht heeft over de moeilijkheden waar de Nederlandse politiek voor staat.

Dan is er bijvoorbeeld zo’n dooddoener te lezen als dat de wereld steeds groter wordt — steeds kleiner kan volgens mij ook — en dan wordt zo’n opmerking op telkens dezelfde manier uitgewerkt. Er volgen eerst wat citaten. Deze hooggeleerde expert zegt er namelijk dat over. En die professor heeft dit te melden. Waarop ter afronding een nietszeggend cliché volgt uit de oude christendemocratische propagandatoeter.

Dus nee, mijn vertrouwen in de boven mij gestelden is er met dit rapport niet groter op geworden. Zelfs al zullen er dit jaar nog twee studies volgen waarin de denkbeelden uit dit rapport worden uitgewerkt.

Het CDA wil wel heel erg graag niemand uitsluiten als volgende regeringspartner.

E.J. van Asselt, G.J. Buijs en M. ten Hooven
De bloedsomloop van de samenleving
Een christendemocratische visie op het belang van vertrouwen

160 pagina’s
Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, 2009

[x]opgenomen in het dossier: ,


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

een reactie

lieuwe  op 2 februari 2010 @ 11:12:47

Moai wurk!