Gouden man ~ J. Eijkelboom

► door: A.IJ. van den Berg

Eijkelboom debuteerde in 1979, met de dichtbundel Wat blijft komt nooit terug. Deze bundel, De gouden man, uit 1982 is zijn tweede. Die vaak voor schrijvers zo moeilijke tweede. Want, waar de eerste publicatie een verovering was op het niets, en alleen daarom al geslaagd, moet de tweede een bestendiging vormen; verbetering tonen; vooruitgang laten zien.

Voor een deel zocht Eijkelboom het ditmaal in cycli. Daarbij vielen me vooral de kwatrijnen op uit ‘Notities in een grijze week’.

6

Waarom steeds listen beramen?
Het paringsritueel van mensen
Is ingewikkelder dan dat
van alle vogels samen
 

7

Waarom láát je me niet mijn verdriet
om wat is foutgedaan, om wat is misgegaan,
om mensen vernederd, taken verzaakt.
Nog even en ik ga weer leven,
of niet.

Maar toch kon ik ook nu weer niet onder de notie uit dat in de eerste bundels de beste gedichten ontleend zijn aan, of duidelijk geïnspireerd werden door het werk van anderen. Later werd hij interessanter.

POLITICS

‘In onze tijd drukt het lot van de mens
zich uit in politieke termen’
Thomas Mann

Hoe kan ik mijn aandacht bepalen,
terwijl daar dat meisje staat,
bij wat er in Rome of Rusland
of Spanje, aan politiek omgaat?
Toch is hier een bereisde man
die weet waarover hij het heeft
en daar is een politicus
die nadenkt en veel leest,
en ’t kan wel waar zijn wat ze zeggen
over oorlog en oorlogsgevaar,
maar o, wat was ik liever jong
en vrijde ik met haar.

(naar W.B. Yeats)
J. Eijkelboom, De gouden man
gedichten

57 pagina’s
De Arbeiderspers, 1982

[x]