On Photography ~ Susan Sontag

► door: A.IJ. van den Berg

De essaybundel On Photography bleek typisch zo’n boek te zijn dat na afloop de vraag opriep wat ik in vredesnaam allemaal gelezen had. Wat beweerde Sontag nu eigenlijk, op de keper beschouwd? En in hoeverre had ze dat dan niet even verderop in het boek al niet weersproken?

Kleine illustratie, het essay ‘The Heroism of Vision’ opent met de woorden:

Nobody ever discovers ugliness through photographs. [85]

Deze uitspraak lijkt me op zichzelf al discutabel, maar enfin. Bovendien staat er eerder in het boek:

One’s first encounter with the photographic inventory of ultimate horror is a kind of revelation, the prototypically modern revelation: a negative epiphany. For me, it was photographs of Bergen-Belsen and Dachau which I came across by chance in a bookstore in Santa Monica in July 1945. Nothing I have seen—in photographs or in real life—ever cut me as sharply, deeply, instantaneously. [19-20]

Als een schrijver al niet eens een woord als ‘lelijkheid’ gebruikt in de normale betekenis, doet zo’n auteur weinig moeite om te communiceren; laat staan om concreet te willen zijn.

Susan Sontag wordt nog altijd geprezen omdat ze met dit boek ‘betekenis’ zou hebben gegeven aan de fotografie. Maar ze schreef de essays in de jaren zeventig, toen de grootste strijd van fotografen om ook als kunstenaar te worden gezien allang gestreden was. Nuttig was dit boek voor mij alleen in de zakelijke stukken; bijvoorbeeld als Sontag de fotografie van Diane Arbus vergelijkt met die uit de crisisjaren, van Walker Evans.

Er staat te veel metafysische blah in On Photography. Ware uitspraken — zoals dat het door de fotografie voor het eerst mogelijk werd om te zien hoe iemands ouders er als kind hadden uitgezien — worden telkens afgewisseld met observaties die me foutief lijken, of te absoluut, of juist op een merkwaardige manier veel te weinig concreet. Sontag noemt de camera ook rustig nog ergens een fallus; en was het Freud niet waar ze symbolen aan ontleende, dan Walther Benjamin wel.

Ik had daardoor geen zin ook, om de strijd met dit boek aan te gaan.

De belangrijkste gedachten die ik tot nu aan fotografie heb gewijd, zijn dat een foto de werkelijkheid platslaat in een moment; de vier dimensies waarin wij leven, stollen er daardoor in twee. En omdat in die reductie manipulatie kan plaatsvinden, gebeurt dit ook — tegenwoordig helemaal, nu Photoshop gemeengoed is.

Maar om nu betekenis toe te kennen aan dé foto of hét fotograferen. Nee. Camera’s worden meestal met een reden gebruikt.

Susan Sontag, On Photography
207 pagina’s
Farrar, Straus, and Giroux, 1978

[x]