Diep in Arabië ~ Marcel Kurpershoek

► door: A.IJ. van den Berg

Twee echtelieden woonden en werkten enkele jaren in Saoedi-Arabië. Twee boeken leverde dat verblijf daar op. En beide zijn vrijwel geheel onvergelijkbaar.

Betsy Udink schreef fel over haar ervaringen in een maatschappij die vrouwen systematisch en grof achterstelt. Marcel Kurpershoek, diplomaat en arabist van oorsprong, ging juist op zoek naar de poëzie van het land.

Enfin, dan stuitte ook hij op schrijnende voorbeelden van hoe een land de helft van zijn bevolking tot minderwaardige wezens maakt. De oude mannen vallen op, die eenmaal op leeftijd gekomen een tweede of derde vrouw importeerden. Doorgaans waren dat tienermeisjes, uit landen met vrijere zeden, die dan ineens alle dagen werden opgesloten in een kamer.

Maar zulke observaties waren bijvangst. Kurpershoek wilde allereerst de mondelinge poëzie optekenen van de oude bedoeïenenstammen, in het zandrijkste gedeelte van het Arabisch schiereiland.

Dat vergt alleen al inzicht in hoe deze traditionele familieverbanden werken, om te beginnen, en wie dan het eerst benaderd moet worden om iemand anders te spreken te krijgen.

Diep in Arabië is daarmee een verslag van veldwerk, maar dan compleet anders als wat in een wetenschappelijke monografie over Bedoeïenen-poëzie zou komen te staan. Kurpershoek moest gedichten verzamelen. En dan liefst zo dat hij meerdere versies te horen krijgt van éen vers; zodat daar een oer-versie uit te destilleren valt.

Ergens noemt hij tachtig procent van de Arabieren ongepubliceerde dichters. Hun collectieve geheugen bewaart sommige regels goed, om andere dan weer volledig te negeren.

Dus is dit een boek over contacten leggen en praten, veel praten, en wordt daarmee ook veel duidelijk over hoe een land in elkaar steekt dat voor enkele decennia nog slaven kende. Waar handenarbeid dus geen enkel aanzien heeft. Of waar vrijwel iedereen van de staat een boerderij kan krijgen; en de dagelijkse strijd om het voortbestaan voor velen iets is geworden dat hun voorvaderen deden. De meeste Bedoeïenen zwerven niet meer.

Meest opvallend in alle beschrijvingen is het contact met de arme dichter Dindaan, waarvoor Kurpershoek als éen van de weinigen ook eens iets kan terugdoen. De motor van zijn pickuptruck moet nodig eens groot onderhoud krijgen. En Dindaan kan dat niet betalen.

Pas met Dindaan valt het contrast op dat er eerder in het boek ook telkens was, maar toen wegviel. Er is iets vreemds aan haast gemoderniseerde Arabieren, die zich zo gerieflijk gesetteld hebben, en toch hun oude gedichten in ere blijven houden; om de heldendaden te kunnen bezingen van de harde mannen die zij nooit zullen zijn.

Marcel Kurpershoek, Diep in Arabië
343 pagina’s
Meulenhoff, 1992

[x]


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden