Man die de treinen voorbij zag gaan ~ Georges Simenon

► door: A.IJ. van den Berg

Merkwaardig is het soms wat je na afloop van een boek het best kan zijn bijgebleven.

Zo gaat De man die de treinen voorbij zag gaan over een brave procuratiehouder uit Delfzijl, Kees Popinga genaamd. Deze huisvader wordt op een kwade avond door zijn baas in vertrouwen genomen. Die baas is een oplichter. Het faillissement van het bedrijf zal de volgende ochtend worden uitgesproken.

Popinga kan het dan ook niets meer schelen, weigert op de dag van het bankroet op normale tijd op te staan. Reist die middag af naar Amsterdam, om ’s avonds laat, na een misdaad te hebben gepleegd, door te gaan naar Parijs.

Daar verkeert hij onder criminelen. Onder meer. Tot er uiteindelijk een aanhouding volgt, en hij wordt uitgewezen naar Nederland.

En dan is het niet eens omdat ik al zo lang geen Simenons las, dat ik vooral aan andere auteurs moest denken bij het lezen. Hans Koning lijkt veel Simenon te hebben gelezen; al plegen bij hem de helden nooit zulke misdaden. En zelfs de naam Camus kwam bij mij op als associatie. Mede om de uitgebeende taal van Simenon, en omdat hij niet gaat psychologiseren waarom Kees Popinga deed wat hij deed.

Nee, wat me het meest verbaasde aan het boek, was dat die Popinga, op zijn plotselinge queeste, van Groningen naar Amsterdam reisde over Sneek. Omdat men toen nog met de boot van Stavoren naar Enkhuizen voer, over de Zuiderzee. Om dan weer op de trein te stappen voor het laatste stuk naar de hoofdstad.

Die reis nam kostte goed vier uur. En goed, dan gaat het tegenwoordig iets sneller met de trein, maar duurt de tocht nog altijd lang, en zit er niet eens een boottochtje over het IJsselmeer bij in.

Daar moest ik langer over nadenken dan over de rest van het boek, dat ik wel knap vond in zijn suggestie, maar wat schematisch in zijn tekening.

Georges Simenon, De man die de treinen voorbij zag gaan
191 pagina’s
Zwarte Beertjes 1104, 1967
vertaling van: L’homme qui regardait passer les trains, 1938

[x]