Savage Detectives ~ Roberto Bolaño

► door: A.IJ. van den Berg

Lezers van boeklog vonden dat ik Bolaño’s roman 2666 niet kon bespreken zonder meer van deze auteur te hebben gelezen. En ze hebben gelijk. Een beetje recensent kan een boek ook binnen een oeuvre plaatsen. Reageren op wat er met éen roman op me afkomt, is voorbarig.

Toch bleek het doorbraakboek van Roberto Bolaño geen roman die me nu zo veel meer verduidelijkte over 2666.

Wel begreep ik dat er een kloof is die voor mij niet overwonnen kan worden.

Bolaño komt uit Chili, en leefde een tijd in Mexico. En in al die Latijns-Amerikaanse landen, met hun vaak zo weinig democratische regimes, heeft het schrijven zo veel meer betekenis dan het in Europa krijgen kan.

Toen Bolaño zich als dichter weerde in Mexico-stad, was het hem en zijn metgezellen vaak te doen om de optredens van andere, gezagsgetrouwe dichters te verstoren. Fout aan die anderen was bijvoorbeeld alleen al dat zij geld aannamen van het regime. Dus was het gerechtvaardigd om eigen gedichten te declameren als zo iemand spreken wilde.

In Nederland wordt nog steeds met grote opwinding verteld dat de ene dichter een andere weleens een klap heeft gegeven, in het publiek, ergens op een avond in de jaren zestig. Het is zo’n onvergelijkbaar andere wereld.

Met The Savage Detectives schreef Bolaño een roman waarin deels op die tijd van die dichtersstrijd werd teruggekeken. Een van de belangrijkste personages is ook een zekere Arturo Belaño; in wie een alter ego van de schrijver kan worden vermoed.

En voor een deel leverde dit een boek op dat iets bijzonder had. De roman telt drie delen, en daarvan worden het eerste en het derde als was het in dagboekvorm verteld door een andere, beginnende dichter die alles van dichtbij meemaakte. Dat leverde een bijzonder portret op van een generatie, met al hun ideeën, hun ambities, ook hun wanen.

Het is alleen dat lange tweede deel waardoor de roman een corvee werd om te lezen. Vierhonderd bladzijden lang komt er haast om de pagina een andere verteller aan het woord. Die telkens allereerst iets over zichzelf te melden heeft, en hoogstens terloops iets over het hoofdverhaal meedeelt.

Die verschillende stemmen moet het bovendien met slechts een eenregelige introductie doen, waarin naam, plaats, en datum genoemd wordt. En dit werkte niet zo goed voor mij, omdat hun stijl van spreken, of schrijven, zich vervolgens zelden bijzonder onderscheidde van al die eerdere stemmen.

Wellicht dat het tweede deel, met al die verschillende stemmen, wel had gewerkt als ik dat niet als boek had gelezen, maar als film had bekeken. Dan had het gebrek aan introductie van weer een nieuwe stem niet gestoord. Een tussenbeeld met de nieuwe locatie, en het jaartal had dan ook werkelijk volstaan. En dat hoofd vervolgens pratend in beeld had een veel duidelijker verschil gemaakt met al die eerdere hoofden dan Bolaño in tekst is gelukt – of ik als lezer aankon.

Als vierhonderd pagina’s slechts heel soms iets aardigs opleveren, dan stemt dat droef.

Leuk was bijvoorbeeld nog wel de passage over een literatuurwetenschapper die de Mexicaanse dichtersgroep gaat onderzoeken, en dan meteen alles beter weet dan de direct betrokkenen. Alleen zal ik dat leuk hebben gevonden omdat de pretentie van literatuurwetenschappers zo universeel is — anders dan de pretenties die dichters erop na kunnen houden.

Roberto Bolaño, The Savage Detectives
592 pagina’s
Picador, 2008
Vertaling van Natasha Wimmer van: Los detectives salvajes, 1998

[x]opgenomen in het dossier:

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden